Vat vol tegenstrijdigheden

* Ik hou enorm van gezelligheid. Als iemand ‘borrel’ zegt, ben ik eerder uitgerukt dan de brandweer. Hoe meer mensen er komen eten, hoe gezelliger. Hoe langer we natafelen, hoe beter. En op een festival kan het niet druk genoeg zijn. Maar ik heb mijn tijd alleen ook echt nodig. Met mijn weekje in Nice en mijn dag in Split eerder dit jaar als hoogtepunten.

* Ik geniet intens van kleine dingen: de eerste bloem aan de Newbiscus, wakker worden en zien dat de zon schijnt, de koffie die ‘kantoorgenoot’ R voor mij zet. Ik ben enorm blij als ik kan klooien in de tuin. Lach hardop om de mussen die het vogelvoer aanvallen. Kan er nog uren op teren als ik tijdens mijn wandeling een specht of een vos zag.

Maar ik voel me soms ook hartstikke somber of verdrietig. Dan jank ik werkelijk om alles. De eerste toon van een liedje is al genoeg. Of een veter die afbreekt. En dan ben ik weer boos op mezelf, want ik heb toch alles om gelukkig te zijn? Huisje, boompje, nog geen beestje, maar je snapt wat ik bedoel.

* Ik ben fanatiek. Fanatiek met zwemmen en wandelen. Op werkdagen dat ik de pieper niet heb, begin ik de dag met een wandeling van minimaal 40 minuten. Vanmorgen was ik maar net op tijd thuis voor mijn eerste Teams-gesprek van de dag, omdat ik nog een extra lus aan mijn ommetje knoopte. In het zwembad op woensdagochtend raak ik vaak de tel kwijt, maar ik zwem redelijk door. Dankzij vriendin M die wél telt, weet ik dat ik ongeveer 45 baantjes trek als zij er 60 trekt. Zij heeft de juiste techniek om echt hard te zwemmen, ik schoolslag mij een slag in de rondte. Ik sleep mezelf regelmatig naar de sportschool, ook als ik geen zin heb en niemand meegaat. Voor minder dan een uur op die stomme apparaten doe ik het niet. En waar ik kan dansen, doe ik dat ook (mijn stappenteller ging op hol vrijdagavond bij K’s Choice en gisteravond bij Bruis, haha). Na een hele dag binnen, komen de muren op me af.

Tegelijkertijd ben ik niet vies van bankhangen met een boek of krant en een kop koffie. Ook voor genadeloos lang uitslapen draai ik mijn hand niet om.

* Ik ben heel spontaan. Ik ben royaal met knuffels en zoenen en strooi met uitnodigingen om af te spreken. ‘Ik zit op dit terras, kom je erbij?’ Ik praat iedere dag met ontzettend veel mensen. En roep al ‘ja’ op een opdracht voor ik me er goed en wel in heb verdiept.

Tegelijkertijd ben ik heel onzeker. Praten over koetjes en kalfjes vind ik soms moeilijk. Ik ben beter in mijn element als er grote vraagstukken op tafel liggen. En hoe veel bewijs ik ook krijg dat mensen me aardig vinden, ik ben regelmatig overtuigd van het tegendeel. Als ik ergens ben en iemand vraagt ‘Waar is de leuke jongen uit de trein?’, is mijn eerste gedachte vaak dat die iemand hem dus liever ziet dan mij.

* Ik straal graag en in de juiste omstandigheden gaat me dat gemakkelijk af. Mijn kledingkeuze helpt daar enorm bij. Gisteren in één van mijn lievelingsjurkjes, met badeendjes in mijn oren (de roze dit keer) en een paars hoedje op, was het blijkbaar duidelijk. Ik zat goed in mijn vel, mede dankzij vriendin M waarmee ik de grootste lol had en dankzij de fijne muziek op het festival. Ik kreeg complimenten en straalde nog harder. Ik wil me graag gezien voelen.

Maar als ik word gezien, ben ik bang om op m’n bek te gaan. Dat geldt ook voor mijn werk. Ik weet dat ik daar goed in ben. Maar als er een opdracht binnenkomt ‘omdat het mijn specialiteit is’, ben ik toch bang om door de mand te vallen.

Ik ben benieuwd. Wat is is jouw grootste tegenstrijdigheid?