Hij komt als Bobbel voor in een van mijn eerste dagboeken. Het verhaal van onze onaangename kennismaking staat nergens beschreven. Wel ons pijnlijke weerzien een paar jaar later. En dat was niet ons enige weerzien. Bobbel komt telkens terug. Volgens mijn huisarts als ik stress heb. Waar ik het niet mee eens ben, want hoe kan ik na een relaí weekje Berlijn nu stress hebben?!
Wie Bobbel is? Een klier (denk ik) die eens in de zoveel tijd ontsteekt tot pijnlijke proporties. Zodat mijn rechteroorlel een stuk van mijn hoofd af gaat staan om er plaats voor te maken. De eerste dagen doet het nog geen pijn. De laatste paar dagen voor de huisarts er zijn mes in zet, word ik horendol als ik de dosis ibuprofen niet af en toe aanvul. En ’s nachts is het helaal afzien. Ik slaap altijd ‘op rechts’.
Vrijdag is het zo ver. Als ik niet voor die tijd in een vlaag van krankzinnigheid er zelf al iets scherps in gezet heb. Meestal durf ik dat op het laatste moment toch niet, met een dikke naald al op mijn huid druip ik toch weer af richting bed, bang vitale onderdelen te raken, bang voor meer pijn. Terwijl de huisarts het echt niet zachtzinniger doet dan dat ik het zelf zou doen. Verdoven is bij een ontsteking namelijk niet mogelijk.
Die eerste keer was ik 11 en mocht ik onder volledige narcose, nachtje ziekenhuis erachteraan. Nu, vijf of zes keer verder, is het een kwestie van op mijn tanden bijten. Wie houdt er vrijdag mijn handje vast?