Het kon niet anders dan dat oud-collega M en ik gister bij de vistoko van Karate Henkie zouden belanden. Ik was er al een maand of 8 niet meer geweest. De laatste keer was zonder meer memorabel te noemen. Het was de dag dat collega A in navolging van mezelf de Firma Leugen en Bedrog voor de laatste keer zou verlaten. Maar behalve ik was nog niemand daarvan op de hoogte. Ook DD niet, die net binnen kwam toen we een grote hap van ons broodje garnalen namen. Het was vlak na dat hij mijn vorige blog had ontdekt…
Het belletje van de deur bracht een hele reeks herinneringen naar boven. Het altijd slechte humeur van Karate Henkie. Zijn klaagzangen waar hij altijd moslims of Endemol bij wist te halen. Hij noemde me nooit bij mijn naam, ik was een smurf als ik iets blauws aan had, de hulk als ik iets groens aanhad, of gewoon een kleine opdonder als hem dat beter uitkwam. Toch was hij altijd blij me te zien. Niet voor niets bewaarde hij een bak ijs voor me tussen de diepvrieszakken inktvisringen. Niet voor niets kwam de horecagrootverpakking koekjes boven tafel als we koffie bestelden. En niet voor niets reageerde hij telkens verontwaardigd als ik een keer afrekende voor mij en mijn collega’s. Want dat moesten de mannen toch doen.
De collega’s van Karate Henkie waren toen al de echte toppers. Altijd vriendelijk. Altijd belangstelling in wat je deed. En een ongelofelijke productkennis. Welke vis wanneer het lekkerst is en hoe je ‘m dan moet klaarmaken.
Karate Henkie was er gister niet, van zijn collega’s kregen we een warm onthaal. Ze waren oprecht blij ons weer te zien. Ze wisten zelfs nog dat ik naar Utrecht ben verhuisd om in Amsterdam te studeren. Wauw. De kibbeling en de maatjes smaakten voortreffelijk als vanouds. Er zijn maar heel weinig dingen die ik mis aan mijn tijd bij de Firma Leugen en Bedrog. De vistoko van Karate Henkie hoort daarbij.