Ik voel me Alice in Wonderland. Ik woon in een stad. Voor het eerst in mijn leven. Ik hoor de tram voorbij rijden als ik in bed lig. Sirenes loeien de hele dag. In het portiek aan de overkant staan altijd een paar hangmannen. De belwinkel is altijd open. Achter scheefgezakte, rotte kozijnen, achter smerige, gerafelde glasgordijntjes, maar ook achter het strakke kunststoffen venster in een barokke omlijsting; overal wonen mensen.
Waar ik naar binnen kan kijken, zie ik ontelbare voorbeelden van creatief omgaan met ruimte. Het ene opbergrek boven het andere. Het ene bed boven het andere. Waslijnen buiten het raam. Maar ook op straat wordt efficient met ruimte omgegaan. Auto’s geparkeerd op de oppervlakte van een postzegel.
Tussen de woningen wemelt het van de soms prachtige, soms obscure zaakjes waarvan ik me voortdurend afvraag hoe ze kunnen bestaan. Neem nou de parapluwinkel een paar deuren verder. Of ‘RnB’, iets wat aan de schijnwerpers boven de deur te zien ooit een discotheek was, maar waar ik nog nooit licht heb zien branden.
Eten en drinken lijkt hier de hoofdzaak. Het vistapasstraatbarretje is altijd bemand. Met een muts op, een sjaal om en een plastic schort voor staat er de hele dag, ook bij -10, iemand in een grote ketel vissoep te roeren. Het is niet ongewoon dat er om 11 uur ’s ochtends iemand gefrituurde inktvisringen en een glas cava naar binnen slurpt. De handschoenen op het barretje. De handen om het plastic bakje geslagen. Wat ik een schitterend gezicht vind.
Ruwweg tussen 12 en 2 zitten alle eettentjes in de buurt (en dat zijn er heel veel) stampvol. Het lijkt of er niemand hoeft ‘over te blijven’ in troosteloze bedrijfskantine’s. Voor het middageten wordt tijd gemaakt, en de portemonnee getrokken. En er wordt niet zuinig met drank omgesprongen tijdens die lunch, zo halverwege de werkdag.
Voor mensen die al hun hele leven in een stad wonen, zijn dit waarschijnlijk overduidelijk de observaties van een wereldvreemd dorspmeisje (waarvan ik echt niet dacht dat ik dat was). Dat maakt me niet uit. Ik hoop hier nog lang verwonderd rond te blijven lopen.
Wat dan weer een beetje van de drie werkmannen in de woonkamer afhangt die momenteel groot materieel inzetten om ook de rest van het plafond naar beneden te halen…