Momenteel kamp ik met een aantal kleine en iets grotere frustraties. In willekeurige volgorde:
- Pantys van de Hema. Als je normaal gesproken maat 42 hebt, verwacht je soepeltjes in een maat 44 – 46 te stappen. Niet dus. Eerst een vloeibare vorm aannemen alvorens in het stukje niet zo heel elastische stof te passen, lijkt nuttige aanbeveling.
- Lage inkomsten. Meer dan 16 uur werken per week is niet te combineren met studie, huishouden, relatie en vriendschappen. Armoede is in mijn geval dus soort van een vrijwillige keuze. Want ik zou kunnen stoppen met mijn studie om vervolgens fulltime te gaan werken. Want ik zou mijn vrienden kunnen laten vallen om zodoende geen reden meer te hebben om op stap te gaan of te gaan uiteten, waardoor het beetje geld dat er binnenkomt wellicht kan worden gespaard. Beiden zijn echter geen optie. Maar het schuldgevoel over de ongelijke bijdrage aan ons huisje en de irritatie over de lieflijke jurkes en stoere laarzen die me overal toelachen maar niet gekocht kunnen worden, neemt soms grote proporties aan.
- Chips en chocolade. Het goede voornemen om van de onder punt 1 genoemde maat 42 maat 40 te maken, strandt voortdurend op deze twee ingrediënten. Drie keer per week sporten is geen enkel probleem, maar oh die hemelse zoetig- en zoutigheden.
- Een schilderij van Charles Sheeler in combinatie met een gedicht van William Carlos Williams. Een 'in-depth analysis' van 2.500 woorden over deze creatieve uitspattingen moet morgen worden ingeleverd. In beide kunstwerken begin ik dingen te zien die er niet zijn en uit mijn analyse tot nu toe blijkt dat ik de concentratiespanne van een goudvis heb.
Gelukkig ben ik met andere dingen dan weer bijzonder blij. In iets minder willekeurige volgorde:
- De leuke jongen uit de trein. Zijn niet aflatende geduld met zijn ietwat lompe en licht gefrustreerde huisgenote is bewonderenswaardig. Terwijl ik mijn vastgelopen laptop van het balkon wilde gooien, ging hij er eens goed voor zitten om het ding weer aan de praat te krijgen.
- Mijn vriendjes en vriendinnetjes. Zonder hen sliep ik elke maandag onder een brug. Zonder hen kreeg de leuke jongen uit de trein (hij kan het zich waarschijnlijk niet voorstellen) nog véél meer geklaag, gezucht en gesteun over zich heen.
- De sportschool. Het mensenkijken is er een hilarische bezigheid. Neem nou dat wicht met haar bling-bling design sportbroek met daaronder hoog opgetrokken witte sportsokken. Of de jongen die Michael Jackson moves staat te oefenen tussen de fitnesstoestellen. En niet te vergeten dat zonder de sportschool de onder punt 1 en punt 3 genoemde maat 42 al lang maat 46 geworden zou zijn, zodat ik in geen enkele Hema-panty meer zou passen.