Ik woon in een buurt waar de meeste mensen elkaar groeten. Een buurt waar we elkaars honden en katten knuffelen (of uitlaten) en een praatje met elkaar maken. Een buurt waar buren af en toe bij elkaar binnenlopen en soms samen barbecueën.
Er is één uitzondering.
Ik heb haar nog nooit zien lachen. Ik heb haar nog nooit iemand aan zien kijken. Ze gaat niet aan de kant met haar fiets als je door het gangetje tussen de huizen loopt. Ze gaat ook niet aan de kant met haar boodschappenkar als je haar in het gangpad van de supermarkt treft. Ze neemt grote stappen, heeft vaak een enorme koptelefoon op haar hoofd en duikt diep weg in haar jas. Ze heeft altijd haast. Ze zegt nooit goeiendag.
Ik betrap mezelf er steeds vaker op dat ik in haar buurt vieze gezichten trek, mijn tong uitsteek, of van mijn hand een pistool maak dat ik op haar achterhoofd richt. Ooit betrapt ze me. Maar dat zal geen enkel verschil maken.
Ik denk dat ze alle mensen haat, behalve haar vriendin. Haar spontane, vriendelijke, goedlachse vriendin.
Fascinerend.