Lief nichtje,
Ik mag je troosten als je pijn hebt en je naar bed brengen als je moe bent. Ik krijg een kusje en een knuffel als ik erom vraag en soms ook als ik er niet om vraag. Je durft met me van de hoogste en steilste glijbanen en je bent onvermoeibaar als we samen een stukje gaan wandelen. Wij houden van elkaar, jij en ik. Jammer dat je je dat later niet meer kunt herinneren.
Je was er al weken over bezig, dat we samen moesten gaan zwemmen. Dat deden we afgelopen vrijdag. Je mama en de leuke jongen uit de trein gingen ook mee. Onverschrokken en enthousiast liep je van het ene bad in het andere. Als we even niet goed opletten, was je alweer uit het zicht verdwenen. Chloorwater vind je een lekkernij. De grote zwemband, daar wilde je uit, want met alleen vleugeltjes had je veel meer bewegingsvrijheid. We gingen van de waterglijbaan waarbij een groot bord met 6+ aangaf dat je er nog veel te klein voor was. We waren nog maar nauwelijks boven water en je riep al “Nog een keer!”. Tegen die tijd werden je lippen langzaam blauw en liep je te rillen en te bibberen. Maar natuurlijk wilde je niet naar huis.
De volgende dag kwam je bij ons logeren. Je voelt je helemaal thuis bij ons en hebt er vaste ritueeltjes. Als eerste loop je naar ‘konijn’ die je van de bank pakt om mee te knuffelen. Daarna zijn de gitaren en de piano aan de beurt. Je weet dat ik altijd met je naar buiten ga. Je weet ook dat er altijd lekkere koekjes in de koektrommel zitten.
Je ontwikkelt je zo ontzettend snel, dat ik soms met open mond naar je kijk en met flapperende oren naar je luister. We liepen van de ene speeltuin naar de andere. Plotseling bleef je staan. “Die heeft mama ook thuis, blauw”, zei je en je wees naar een bos stoffen bloemen bij mensen op de vensterbank. Mama heeft dezelfde bloemen inderdaad in de keuken. Ze zijn niet allemaal blauw, maar een kleinigheidje heb je al gauw.
’s Avonds kroop je zelf in je ‘tentbed’ na een kop warme melk, een koekje en een verhaaltje en ik denk dat je binnen een paar seconden was vertrokken. Middenin de nacht werd ik wakker, omdat je lag te kletsen. “Bij Lieke slapen”, was één van de dingen die je zei. Ik smolt. De volgende ochtend deed je de roekende duiven na die voor het huis zaten. “Oe, ooooeee, oe”, klonk het vanuit je tentje. Zoooooo schattig.
Maar het was niet alleen lief en leuk dit weekend. Je bent een behoorlijk lastige eter geworden. Minuten lang kauwen, maar niet doorslikken, dat is een beetje je handelsmerk geworden. Nadat je al een half uur over een halve boterham deed, verloren de leuke jongen uit de trein en ik ons geduld. Heel vertederend vraag je dan “Boos?” Het is dan moeilijk om boos te blijven, maar we hielden vol. Op luide toon verkondigden we dat je je mond leeg moest eten, dat je geen tweede boterham met chocopasta meer kreeg en dat ook het stukje worst (je bent een echte carnivoor) dat we voor je hadden bewaard aan je neus voorbij ging. Je was zwaar onder de indruk van onze stemverheffing en keek ons met grote schrikogen aan. Ondertussen bleef je op het laatste stukje boterham kauwen zonder het door te slikken. Ik bracht je naar bed zonder verhaaltje en met de laatste kruimels nog in je mond. Je protesteerde niet.
Na je middagslaapje leek je ons vergeven te hebben. De leuke jongen uit de trein haalde je uit bed en je kroop tegen hem aan op de bank. Even lekker wakker worden. Verliefd keek ik naar jullie. Ineens leek je te schrikken en barstte je uit in een ongecontroleerde huilbui waarvan je hele lijfje schokte. Terwijl je nog volop snikte, zei je “mond leeg eten” en er brak een stukje van mijn hart. Waren we te streng geweest?
Even later speelden we alweer buiten. Ik noemde je klein aapje, terwijl ik je omhoog liet klimmen op de stellage rond de kastanjeboom op het plein. Jij vond dat een mooie naam.
Over namen gesproken. Je noemt jezelf geen Pauw meer, maar antwoordt luid en duidelijk met je echte naam als daarnaar gevraagd wordt.
Het was fijn dat je er was. Kom je snel weer logeren?
Liefs,
Tante Lieke