Brief aan mijn nichtje #10

2014-11-10 14.45.19
Maandag was een prachtige, zonnige herfstdag. De dierentuin in Nuenen stond op het programma. Stiekem wisten je mama en ik wel dat je vooral geïnteresseerd zou zijn in de speeltuin. En ja hoor, nog voordat wij gezien hadden dat er een springkussen lag, stond jij er al bovenop. Je was teleurgesteld dat je niet meteen alle glijbanen en klimrekken mocht uitproberen, omdat ze nog nat waren.

De dieren vond je ook wel leuk, vooral de wasberen, de maki’s en de zwemmende ijsbeer, maar je snapte niet dat je mama en ik overal zo lang wilden blijven staan. “Klaar met kijken”, zei je dan.

Dapper stapte je naar voren bij één van de shows. De dierenverzorgster legde voer in je handen. Dat je verschrikt uit je handen liet vallen zodra je de eerste witte duif in het oog kreeg. Bij de zeehondenshow stapte je te laat naar voren om mee te kunnen doen. Je zou van zijn leven niet in de buurt van de zeehonden zijn gekomen, maar wat was je teleurgesteld dat je niet met de andere kinderen in het bootje mocht zitten aan de rand van de zeehondenvijver.

Na de zeehondenshow sprintte je ervandoor. Om het vervolgens op een huilen te zetten, omdat je ons kwijt was. Wij maakten ons geen zorgen, want we hoorden je luid en duidelijk. De omstanders schoten wel een beetje in de stress, tilden je op en riepen “Er is een kindje verloren gelopen!” (Er waren enkel Vlamingen in de dierentuin).

De dierentuin gaf ons een mooi inkijkje in je brein. Je bent bang voor alles waar je geen controle over denkt te hebben, zoals duiven en zeehonden, elektrische apparaten en pretparkattracties. Voor een 30-meter hoge glijbaan, een supersnelle kabelbaan, of een gammele wiebelbrug draai je je hand niet om. Die hoge glijbaan… je ging er twee keer hard op onderuit, omdat je mama en ik aan weerskanten van jou je hand vasthielden, maar niet in dezelfde snelheid naar beneden gingen. Toch wilde je nog een keer. Held!

Het is rennen, springen en stuiteren tot je moe wordt. Dan valt er tijdelijk niets meer met je aan te vangen. Je huilde zo hard dat het hele restaurant kon meegenieten, omdat je geen koekje kreeg bij je flesje appelsap. Het enige dat hielp, was dreigen dat we meteen naar huis zouden gaan als je niet ophield, terwijl je de binnenspeeltuin nog niet had gezien.

Eenmaal in die binnenspeeltuin was je je verdriet weer zo vergeten. Jouw mama wurmde zich met jou door de smalste doorgangen en wrong zich letterlijk in allerlei bochten om élk hoekje van het enorme speeltoestel met jou te verkennen. Zoals even daarvoor jouw gehuil, schalde nu jouw vrolijke lach door de hele ruimte.

In de auto op weg naar huis zei je heel stoer dat je niet zou gaan slapen. Je had die zin nog niet uitgesproken of je ogen vielen dicht.

Maandag was een dag met een gouden randje.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s