Hoe een meisje dat doorgaans stevig in haar schoenen staat geen nee durft te zeggen tegen totaal irrelevante voorstellen

 

Ik heb professionele hulp nodig. Denk ik. Vannacht sliep ik er zelfs slecht van. Drie afleveringen van een spannende serie, haalden mijn hoofd niet uit de maalstand.

“Nee, geen interesse en wilt u voortaan alstublieft geen contact meer met mij opnemen.”

Waarom kan ik die zin bijna nooit uitspreken?

Neem gisteravond. Iemand aan de deur die een Ziggo-aanbieding wil doen. In plaats van bovenstaande zin vlot uit mijn mond te laten rollen, begin ik te vertellen dat ik geen idee heb wat voor abonnement we hebben, omdat de leuke jongen uit de trein daarover gaat (ik noemde hem in dit gesprek niet zo, haha). Dat ik alleen maar weet dat we extra sportpakketten hebben. Dat ik denk dat mijn lief tevreden is met ons huidige abonnement, maar dat hij helaas nu niet thuis is dus ik kan het hem niet vragen.

Waarom vertel ik dat allemaal? Het is niet dat het die jongen aan de deur iets aangaat. Een simpel ‘nee, dankjewel’ was voldoende.

“Oh, dan kom ik misschien nog een andere keer terug als hij er wel is”, reageert de jongen.

En alweer zeg ik niet wat ik moet zeggen. Ik vertel alleen dat ik hem weinig kans geef op het afsluiten van een ander abonnement.

Waarom zeg ik niet gewoon kort en duidelijk dat hij niet meer terug hoeft te komen? Nu is de kans groot dat hij deze week nog eens aan de deur staat. Ik weet hoe volhardend deze types zijn en hoe ver ze gaan voor hun commissie.

Gisteravond beging ik echt niet mijn domste actie. Al die keren dat ik vriendelijk bleef tegen die mensen die me telefonisch lastigvallen omdat ik nu eenmaal sta ingeschreven bij de KvK. Zelfs als ze ronduit brutaal waren of overduidelijk een poging deden om me op te lichten. Al die keren dat ik welwillend iets in de collectebus liet vallen van het meisje of de jongen die aan de deur stond, ook als het doel me totaal niet aansprak.

Drie keer per jaar op vakantie, tuurlijk joh

Een keer heb ik me bijna een of ander reisabonnement aan laten smeren. Het sloeg helemaal nergens op, want het kostte iets van € 300 per jaar om vervolgens een bepaald percentage korting te krijgen op reizen die ik dan ook nog alleen kon boeken via de organisatie van de beller. Het was pas lucratief als je minimaal drie keer per jaar op vakantie ging. Zelfs pre-corona was dat geen haalbare kaart. Bovendien vond ik de meeste bestemmingen die ze aanboden niet eens interessant. Waarom ik toch bijna ja had gezegd? Joost mag het weten.

Ja joh, kom maar langs

Ook heb ik ooit een afspraak gepland met iemand die vrijblijvend langs zou komen voor weet ik veel wat voor energieaanbieding. Het kostte vervolgens knetter veel moeite om die afspraak alsnog af te zeggen. Want natuurlijk wist ik al lang dat ik geen ander energiecontract nodig had. En ik was bang dat ik mijn handtekening ergens onder zou zetten als ik de afspraak liet doorgaan.

Zakelijk kan ik het wél (eindelijk)

Het enige vlak waarop ik vooruitgang heb geboekt, is bij het vasthouden aan mijn zakelijke uurtarief. Ontelbare keren en jarenlang heb ik werk aangenomen voor veel minder dan mijn “normale” prijs. En neem die keren dat ik al riep dat ik wel iets van mijn uurprijs af kon doen als het een grote of een terugkerende opdracht was, nog voordat de klant daar zelf over begon. Dat doe ik niet meer. Ik wijk nog wel eens van mijn prijs af, als het bijvoorbeeld voor een goed doel is, of als ik al weet dat er ergens niet veel budget is en ik het wel een hele leuke opdracht vind. Maar ik kan zakelijk gezien inmiddels nee zeggen tegen opdrachten die te weinig opleveren.

Het ligt niet aan mijn opvoeding

Buiten Lieke Schrijft ben ik dus een slappe zak, een vriendelijke softie, een angsthaas met telefoonpaniek. Ik weet niet waar het vandaan komt. Ik ben niet zo opgevoed. Dat we voor onszelf op moesten komen, was één van de dingen die we van huis uit meekregen. Dat het niet erg is om af en toe nee te zeggen en dat je niets tegen je zin moet doen, behalve naar school gaan en naar je ouders luisteren.

Herkent iemand wat ik schrijf bij zichzelf of een ander? Bestaat er een therapie die deze stoornis verhelpt?

 

20 in 2020

KoetjesIk knijp in mijn handjes. De leuke jongen uit de trein en ik én de mensen om ons heen zijn nog allemaal gezond. Oké, hier in huis niest de één zijn ogen uit zijn hoofd vanwege hooikoorts en de ander begint aan haar tweede strip codeïne om een irritante kriebelhoest mee te onderdrukken. Maar als dit alles is wat we dit voorjaar oplopen, mogen we ons gelukkig prijzen. Hoe is het met jullie?

In januari maakte ik een lijst met 20 voornemens voor 2020. Verwachtingsvol plakte ik het papier tegen mijn boekenkast. Oh onschuldige tijd. Oh onwetendheid. Halverwege maand 3 kwam een virus om de hoek kijken. Inmiddels is het halverwege maand 4. Hoe sta ik ervoor?

1. Minimaal 20 boeken lezen.
Ik hartje lezen. En toch doe ik het te weinig. Vorig jaar las ik slechts 9 boeken. Een dieptepunt. Nu bezig in boek 4. 20 boeken is nog haalbaar.

2. 1 x per kwartaal een opleiding, training of lezing volgen.
Ik volgde in maart een cursus creatief schrijven en een training crisiscommunicatie. Ik zou ook nog deelnemen aan een evenement rond marketing en klantenbinding. Dat was het eerste evenement in mijn agenda dat wegens corona tot nader order werd uitgesteld. Maar dit voornemen blijft gemakkelijk haalbaar. Lang leve digitale trainingen.

3. Iedere werkdag fruit eten.
Groente, geen probleem. Fruit, een opgave. Je doet me geen plezier met een appel, kiwi of banaan. Als het dan toch moet, liefst meloen of ananas. Wat ik niet het hele jaar eet wegens grote ecologische voetafdruk. Tot nu toe houd ik het goed vol. Dankzij de leuke jongen uit de trein die iedere week naar Yildiz gaat om fruit te halen.

4.  Minimaal 3 fotoboeken maken.
Duizenden foto’s verdwijnen op mijn telefoon en laptop in eeuwige vergetelheid. Terwijl er prachtige beelden tussen zitten, al zeg ik het zelf. Vooral de foto’s die we in Canada maakten, zou ik graag in boekvorm hebben én voor een deel aan de muur. Die foto’s zijn niet verder gekomen dan de geheugenkaart van het fototoestel. Wel maakte ik dit jaar al een fotoboek voor mijn schoonouders van ons uitstapje naar Cochem.

5. Administratie beter bijhouden.
Ik haat administratie. Bonnetjes fotograferen. Kilometers bijhouden. Zakelijke investeringen een beetje over het jaar verdelen… Mijn kilometers zijn keurig bijgewerkt, want sinds half maart ga nergens meer naartoe. Maar mijn facturen zijn alweer onoverzichtelijke stapeltjes en van het voornemen om in het eerste kwartaal een nieuwe printer te kopen, kwam ook al niets terecht.

6. In zee zwemmen.
Ik houd van de zee. Luisteren naar het neerslaan van de golven. Kijken naar de verschillende kleuren blauw, groen en grijs. De zoute geur die zo mooi mixt met de geur van zonnebrandcrème. Ik houd ook van zwemmen. En 1+1=2.

7. De achtertuin (laten) aanleggen.
Ik ben een buitenmens. Mijn koffie smaakt beter aan de tuintafel dan aan de keukentafel. Als ik zaadjes in de grond stop, dorre bladeren verwijder, of planten water geef, dan ontspan ik. Ondanks vele uren noeste arbeid, verdient onze tuin geen schoonheidsprijs. Half rotte coniferen, lelijke grindtegels en zware bielzen overheersen het beeld. Een tuinarchitect maakte een tekening, een hovenier is bezig met een offerte.

8. Televisiemeubel kopen.
Poepsimpel, zou je zeggen. Naar een meubelzaak gaan en afrekenen. Een televisiemeubel was het eerste dat we gingen kopen voor ons nieuwe huis zeiden we tegen elkaar toen ons oude huis in dozen werd gestopt. Vorige week kocht ik een gieter.

9. Af en toe naar de pedicure.
Ik loop veel, meestal braaf op steunzolen, soms op sokken of slippers. Mijn voeten zijn lelijk met veel eelt en een eksteroog. Mijn plan was om in mei voor een behandeling te gaan, want dan hebben we een weekje vrij. Maar de kans bestaat dat de schoonheidssalon dan nog niet open mag.

10. Minimaal 2 dagen met mezelf ‘op uitstap’.
Het lijkt tegenstrijdig voor iemand die graag tussen de mensen is en die nu lichtelijk gek wordt van haar eenzame thuiswerkplek. Ik kan intens genieten van in mijn eentje dwalen door een onbekende stad. Als ik alleen op reis ben, kijk ik beter en blijk ik een groot talent voor bewondering te bezitten.

11. 1 x per kwartaal naar een expositie.
Het nieuwe fotomusuem in Maastricht stond bovenaan mijn verlanglijstje en op de tweede plek stond een terugkeer naar De Pont in Tilburg, waar ik in mijn studententijd als suppoost werkte. Daar kwam nog niets van terecht.

12. 1 van de Nederlandse eilanden bezoeken.
Ik was op Cuba, op Tenerife, op Corsica, op Kreta en op Vancouver Island, maar nog nooit op één van onze eigen eilanden.

13. Vergelijken.
Een hele reeks contracten kan waarschijnlijk beter en goedkoper. Energie, telefoon, woonverzekering, autoverzekering, zorgverzekering. Maar de moeite om prijzen te vergelijken, nam ik nog steeds niet. Laat staan dat ik al ooit overstapte.

14. Iedere maand naar een restaurant waar we niet eerder waren.
Het enige voornemen dat we gezamenlijk maakten. De leuke jongen uit de trein en ik keren telkens terug naar onze favoriete restaurants: Mandalin, Bab Tomas, Thai Ichi en Pet Thai. En als we bleven plakken aan de toog, stond de goddelijke uiensoep van Cabaret Douze of de daghap van Café Forum op het menu. Tijd voor nieuwe avonturen. De teller is vooralsnog blijven steken op 1.

15. Meer tijd en geld naar goede doelen.
Zoals te lezen op mijn zakelijke blog, mag ik ondanks minder werk nog niet klagen. Ik roep voortdurend dat we de welvaart beter moeten verdelen en beter voor de aarde moeten zorgen. Roepen is makkelijk. Dus dit jaar geef ik meer geld aan goede doelen en minder aan ‘brol’.

16. Terug naar 80 kilo.
Begin dit jaar was het pijnlijke punt bereikt dat de grootste maat in de kledingwinkel te klein was. Ik ging aan de slag. Dat ging goed. Toen kwam een virus: zwembad dicht, sportschool dicht, thuis werken. Niet meer fietsen naar kantoor en altijd een goed gevulde koelkast onder handbereik. Gelukkig is na een paar weken snoepen en zwelgen ook in het nieuwe normaal de dalende lijn ingezet.

17. Minimaal 1 schilderij ophangen.
In mijn thuiskantoor staan zes schilderijen op de grond. En nog eens zes van wat kleiner formaat zitten in een doos. Hele mooie schilderijen. Eentje is onlangs nog opgeknapt door mijn mama. Een ander kreeg ik al bij mijn geboorte en hing tot we hier kwamen wonen altijd boven het bed.

18. Naar M in Cobh.
Vriendin M en ik vertrokken een eeuwigheid geleden naar het buitenland. Naar Gent om precies te zijn. Ik keerde terug naar Nederland. Zij trok verder. Eerst naar Wales, toen naar Ierland. Ik bezocht haar in Cardiff en in Cork, maar nog nooit in haar huidige woonplaats Cobh.

19. Meer kaartjes sturen.
Dat lukt heel goed. Ik bestelde begin dit jaar meerdere pakken met kaarten bij Oxfam Novib en deed al heel wat felicitaties en beterschapswensen op de post.

20. Minimaal 1 dag vrijwilligerswerk doen.
Eigenlijk doe ik al vrijwilligerswerk, want mijn schrijfwerk voor Fairtrade Beekdaelen en Fairtrade Heerlen wordt niet vergoed. En de keren dat ik ‘even snel’ iets schrijf voor vrienden of een mede-Werkgebouwer zou je ook als vrijwilligerswerk kunnen zien. Maar dat telt niet. Ik doel meer op paketten uitdelen in de Voedselbank, koffie schenken in het verzorgingshuis en dat soort dingen. Het is er nog niet van gekomen. Wel ging ik al drie keer op pad met handschoenen en een vuilniszak om zwerfafval op te rapen.

Hebben/hadden jullie ook een lijstje? Wat staat daar zoals op? Laat me gerust weten als ik jullie kan helpen bij de uitvoering van jullie voornemens.

 

In gesprek met ‘de ander’

adult art caution cold

Foto door Trinity Kubassek op Pexels.com

Mijn op 1 na best gelezen blog aller tijden ging over mijn frustratie dat niet ieder mensenleven even veel waard is en dat we nooit praten met mensen buiten onze ‘bubbel’. Ik sta nog steeds helemaal achter die blog en plaatste sindsdien vele berichten met dezelfde strekking. Maar de daad bij het woord voegen en een diepgaand gesprek voeren met iemand die fundamenteel anders denkt dat ik, dat kwam er nog niet echt van.

Mijn vrienden, mijn klanten, de mensen waarmee ik een werkplek huur, de mensen die in dezelfde kroegen en theaters komen als ik… denken ook grotendeels zoals ik. Geen van mijn vrienden stemt PVV of FvD, mijn familieleden zien net als ik het nut van een verenigd Europa, en in mijn werk omring ik mij veelal met mensen die het belang van duurzaamheid en eerlijke handel erkennen en zich er ook voor inzetten. Nogal logisch als projectleider van Fairtrade Regio Parkstad en tekstschrijver voor allerlei welzijnsorganisaties.

Dus heb ik me opgegeven voor Europe Talks. Op 11 mei ga ik in gesprek met iemand die tegenovergesteld heeft geantwoord op vragen over migratie, klimaat en Europa. Ik vind het eng, doodeng. Maar het is net als met stemmen. Je mag niet van alles roepen en over honderd en een dingen klagen als je niet zelf het goede voorbeeld geeft.

UPDATE 9 mei: ‘de ander’ heeft afgehaakt. Geen gesprek dus met iemand die de wereld met hele andere ogen bekijkt dan ik. Gelukkig heb ik afgelopen zondag tijdens het Bevrijdingsfestival met heel veel mensen gepraat die ik in mijn ‘normale’ leven nooit zou hebben ontmoet.

Kinderwens, kinderboeken

white teddy bear with opened book photo

Foto door Pixabay op Pexels.com

Weten jullie nog? Dat ik helemaal niets met baby’s had en me niet kon voorstellen ooit moeder te willen worden? Dat mijn overtuiging om nooit te willen trouwen en nooit kinderen te willen even sterk waren? Wanneer het ‘mis’ ging, kan ik niet zo goed vertellen. Wel dat de biologische klok toch is gaan tikken. Nu het bijna te laat is.

Waarom wil ik een kind? Een goede vraag. Een belangrijke vraag. Een vraag die mensen zichzelf soms niet bewust stellen. Ze komen iemand tegen waar ze het leuk mee hebben. Ze gaan feesten, ze gaan reizen, ze gaan van elkaar houden, ze gaan samenwonen, ze maken carrière en ze ‘krijgen’ een kind. Omdat het zo loopt. Omdat het zo hoort.

Maar waarom? Heb ik genoeg van de hele nacht doorslapen? Heb ik het gehad met de badkamer voor mezelf? Vind ik rustig de krant lezen met een kop koffie ineens niet meer belangrijk? Of kleding zonder spuugvlekken?
Kinderen hinderen. Ze maken lawaai, maken dingen stuk, hebben een achterlijke muzieksmaak, kijken naar idiote tekenfilms (Bumba, aaaargh), zijn plakkerig en zeurderig en zo aanwezig dat je je eigen gedachten niet eens meer kunt afmaken.

Dus waarom? In ieder geval niet omdat een dikke buik me zo fantastisch lijkt. Of opgezwollen voeten.

Daarom. Ik wil een gezin. Een familie van mezelf. Ik ben opgegroeid in een fijn gezin waarin iedereen zichzelf mocht zijn en dat wil ik doorgeven. Ik wil een verbinding met de volgende generatie, zoals ik met mijn nichtje heb, maar dan nog hechter. Ik wil niet dat ‘het’ bij mij stopt. Ik heb liefde om te geven, wijze lessen om te leren. En als ik nadenk over ‘als ik later groot ben’, dan komt daar altijd nageslacht in voor. Dan zie ik mezelf als verhalenverteller aan de (klein)kinderen.

Bovendien wil ik gewoon een excuus om regelmatig te schommelen, trampoline te springen, verstoppertje te spelen en om héél veel kinderboeken te kopen. Rupsje Nooitgenoeg, Pippi Langkous, De GVR, Ronja de Roversdochter, Koning van Katoren, Kruistocht in Spijkerbroek, Publieke vijand nummer twee…

Wat was jullie afweging om wel/niet kinderen op de wereld te willen zetten? En komen jullie verwachtingen een beetje overeen met de praktijk?

 

Als 2019 het jaar blijkt te zijn waarin…

Als 2019 het jaar blijkt te zijnHoe mooi zou het zijn? Als 2019 het jaar blijkt te zijn waarin treinen op tijd rijden, bussen voor je stoppen en de hond van de buurman stopt met blaffen. Het jaar waarin je afspraken met aannemers, schilders en tegelzetters in je agenda kunt zetten, zonder een middag voor niets thuis te blijven. Het jaar waarin bepaalde collega’s wat vaker naar tandpasta en deodorant grijpen en aandachtszoekers (neem een Emilie Ratelband of een Peter R. de Vries) stoppen met janken op televisie.

Of, om het over belangrijke dingen te hebben:

Hoe mooi zou het zijn? Als 2019 het jaar blijkt te zijn waarin politici stoppen met liegen, bankiers stoppen met zakken vullen en machthebbers stoppen met het misbruiken van (in hun ogen) ‘ondergeschikten’.

Het jaar waarin mensen die in een gammel bootje stappen om een vreselijke situatie te ontvluchten, welkom zijn in ons land en de ons omringende welvarende landen.

Het jaar waarin de rauwe (vreemdelingen)haat op social media verdwijnt.

Het jaar waarin journalisten veilig hun werk kunnen doen.

Het jaar waarin we van zwarte piet zonder gedoe een roetveegpiet maken.

Het jaar waarin geweten boven geld gaat, waardoor ‘we’ bijvoorbeeld geen wapens meer verkopen aan Saudi-Arabië en we Jemen (wat daarvan over is) kunnen redden van de hongersnood.

Het jaar waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt voor het het klimaat en een eerlijke verdeling van welvaart.

Het jaar waarin mensen hun volle verstand niet meer gebruiken om te stemmen op extreme engerds van het type Bolsonaro, Trump, Duterte of Orban, maar hun hersencellen inzetten om na te denken over wat ze zelf kunnen doen om hun situatie te verbeteren. En dan liefst niet de conclusie trekken dat een geel hesje aantrekken en steden vernielen de beste manier is.

Hoe mooi zou het zijn?

Ik wens je een prachtig jaar! Van mijn haarwortels tot in mijn tenen hoop ik dat je gezond blijft, liefhebt, geniet van kleine en grote dingen en soms eens lekker uit de band springt. Ik duim voor dromen die uitkomen en voor meer uit het leven halen dan dat je dacht dat erin zat. Ik wens je luieren in de zon, dansen in de regen en springen in de plassen. Maak er iets moois van! Proost!

Positief jaaroverzicht 2018

De afgelopen weken zat ik een beetje in de knoop. Maar dat is natuurlijk peanuts op een heel jaar. Geboren en getogen in één van de welvarendste landen ter wereld. Gezond. Geliefd door mensen die ik op mijn beurt liefheb. Gezegend met een groot sociaal netwerk. Soms vergeet ik dat ik een geluksvogel ben. Tijd voor een positieve terugblik op het afgelopen jaar.

Dingen die ik mooi vond om te zien:

  • Het oude centrum van Lille.
  • Een stuk of 15 afleveringen van White Collar. Toen ontbrak tot mijn grote spijt de tijd om verder te kijken. En toen hadden we geen Netflix meer omdat de account van mijn schoonbroer (waar we gratis op meeliftten) werd gehackt. Heerlijke serie vol humor waarin Matt Bomer op een overtuigende manier de rol van vrouwenmagneet en meesteroplichter Neal Caffrey speelt. Ik hoop dat we ooit de serie afkijken.
  • De leuke jongen uit de trein die als een blije gup over de kasseienstrook en het Vélodrome in Roubaix liep.
  • Mijn nichtje die haar Sinterklaascadeaus uitpakte.
  • Master Chef Australië. Ik word er week van om te zien hoe lief de deelnemers voor elkaar zijn en dat ze allemaal moeten huilen als iemand vertrekt.
  • Het centrum van Amsterdam vanuit een prachtig appartement hartje centrum aan de Amstel. De drukte onder ons raam. De wapperende regenboogvlag voor het raam. Maar als je me nu vraagt waarom we naar Amsterdam gingen? Er was een aanleiding, maar geen idee meer welke…
  • Het laatste (boehoe) seizoen van The Bridge. Kippenvel vanaf de eerste noot van het openingsliedje.
  • Heel veel zonsopkomsten met roze en oranje en warm licht. Soms alleen in mijn achteruitkijkspiegel op weg naar Hasselt.

Dingen die ik mooi vond om te horen:

  • Vijgen na Pasen, andere katten te geselen hebben, het warm water uitvinden, iets in een ander kleedje steken, met iemands voeten spelen… Vlaamse uitdrukkingen die ik soms wel, soms niet kende, maar die ik stuk voor stuk heerlijk vind. Ik blijf me verbazen over hoeveel twee “dezelfde” talen van elkaar verschillen.
  • Het optreden van Arsenal op het Brussels Summer Festival.
  • Het optreden van Deus op datzelfde festival. Al kwam dat vooral omdat ik er stond met vriendinnetje V die ik al véél te lang niet gezien had.
  • Beeldenstorm, de ‘Oudejaars’ van Dolf Jansen en dan vooral de fragmenten waarin hij tekeer gaat tegen onrechtvaardigheid en als hij zijn gedichten voorleest.

Dingen waar mijn hart van ging zingen:

  • Het verrassingsuitstapje naar de Stereophonics in de AB in Brussel. Het kon ook écht niet dat ik nog nooit in de AB was geweest.
  • De jaarlijkse mini-reünie met mijn vriendjes van de middelbare school. We zijn totaal verschillend in allerlei opzichten (opleiding, politieke opvattingen, interesses, woonplaats, gezinssituatie, hobby’s) en komen maar één keer per jaar bij elkaar in de kroeg die vroeger het begin was van onze stapavonden. Die ene keer per jaar heeft altijd een gouden randje.
  • De lampen boven de eettafel. De schoonpapa liet zijn vakwerk los op een fruitschaal, een slakom en een lamp die al een lamp was. Wat zijn ze mooi.
  • De prachtige ring die ik kreeg van de leuke jongen uit de trein en de speech die hij erbij hield over hoe trots hij op me was dat mijn bedrijf tien jaar bestond. En dan de vraag. “Wil je alsjeblieft nooit met me trouwen?”

Dingen waar ik trots op was:

  • Mijn bedrijf bestond tien jaar (en ik gebruikte er het hele jaar geen verkleinwoord voor).
  • De toffe freelance job in Hasselt.
  • Op een paar weken in juni na, had ik nóóit te weinig opdrachten.
  • Het compliment “Wat een geweldig stuk!” van die klant waarvan ik tijdens een nogal moeizaam interview dacht dat we in twee verschillende werelden leefden.
  • Ik stapte vaak uit mijn veilige bubbel. Ik sprak groepen toe, trad op als woordvoerder, pitchte voor onbekenden en organiseerde activiteiten waarvoor ik de volledige verantwoordelijkheid op me nam. Met een iets verhoogde hartslag en rode wangen, maar ik deed het wel.
  • Ik werd voor een groot deel financieel volwassen: getuigen de afgeloste studieschuld, de nieuwe boekhouder die mij streng gaat aanpakken, de aankondiging van hogere uurtarieven en het voornemen om een deel van mijn geld voor langere tijd weg te zetten.

Wauw, wat een jaar! Inlijsten, inpakken, strik er omheen 🙂

Cadeautjes 3

 

Nu al goede voornemens

DSCN3058Met het verkeerde been uit bed. Tranen met tuiten nog voordat ik een uur wakker was. Ik dacht in vraagvorm. En van de ene vraag kwam de andere.

In hoeverre moet je voor anderen zorgen als je daarmee jezelf vergeet? In hoeverre moet je voor jezelf zorgen als je daarmee de ander vergeet? Kan voor iemand zorgen ook iemand verlaten zijn? Kun je ooit weten hoe veel pijn je een ander doet? Kun je de pijn van een ander überhaupt echt voelen? Hoe vaak krijgen opmerkingen in je hoofd een lading van jaren mee? Hoe vaak trek je verkeerde conclusies? Waarom ben ik de ene persoon dankbaar die tegen me zegt dat ik iets verkeerd doe, dat iets me niet goed staat, of dat ik iets niet goed heb geregeld? Terwijl ik boos word op een andere persoon die precies hetzelfde zegt?

Het is niet de bedoeling om van mijn blog iets zwaars te maken. Daar is mijn leven veel te leuk voor. Met honderden dingen om dankbaar voor te zijn, zoals de liefde van de leuke jongen uit de trein, de warmte van de beste vriendinnen van de hele wereld, de vrijheid van het freelancebestaan en de luxe van een eigen huis. Maar de maand december weegt dit jaar zwaarder dan ooit. En – zoals ik twee blogs geleden al schreef – de leuke jongen uit de trein dreigt het haasje te worden. Ik ben onaardig tegen hem en soms zelfs gemeen. Zoals altijd helpt het om dingen op te schrijven. Soms alleen voor mezelf, soms hier. Iets met een ego. En misschien heeft iemand er iets aan?

Vicieuze cirkels, zwelgen en soms schrikken van mijn eigen gedachten. Iets waar één wandeling met een coach – wat heel fijn was – niets aan verandert. Iets waar ik in 2019 mee af ga rekenen. Dat beloof ik plechtig aan mezelf. En aan de leuke jongen uit de trein.

blur bokeh bright burnt

Foto door john paul tyrone fernandez op Pexels.com

13 dingen die ik leerde voor mijn 38e

Verjaardag

Vandaag word ik 38. Een leeftijd waarvan ik zo ongeveer tot mijn 25e dacht dacht dat ik dan ‘alles voor elkaar zou hebben’. Dikke baan, stationwagen, labrador en tuinkabouter, maar dan anders. Ik heb niet alles voor elkaar. En dat geeft niet.

Er vielen bijzonder veel dingen op hun plek de afgelopen jaren. Ik stopte met alle bijgeneuzel in loondienst en heb daar nog geen seconde spijt van gehad. Ik houd van mijn werk en heb de leukste en trouwste klanten ter wereld. Ik geniet meer en moet minder. Ik heb het leven nog lang niet onder de knie, ben een klager van nature, maar ik leerde in de afgelopen 38 jaar toch best al veel:

  1. Het leven is te kort om te strijken (als de leuke jongen uit de trein niet zou strijken, zou ik altijd ietwat gekreukt de deur uitgaan), groenten in gelijke blokjes of reepjes te snijden, bloem of meel eerst te zeven, een kapsel te hebben dat elke ochtend meer dan twee minuten werk kost, dag- én nachtcrème te gebruiken, mijn benen te scheren in de winter.
  2. Hoe ik me kleed, bepaalt voor een deel hoe ik me voel. En er is een jurkje dat altijd complimenten oplevert.
  3. Een diploma stelt veel minder voor dan wat leraren en ouders ons vroeger wijsmaakten. Dat ik ineens besloot een master te gaan doen, voegde heel veel toe aan mijn leven. Ik leerde bijzondere mensen kennen en ik leerde om beter te leren. Maar het diploma zelf bracht me bijzonder weinig, behalve de opmerking “jij wilt deze baan niet echt, want je hebt universiteit gedaan.”
  4. Het is nooit te laat om ergens mee te beginnen. Een leven lang leren en altijd nieuwsgierig zijn, ik ben daar een voorstander van.
  5. Als een zin begint met “ik wil niet zeuren, maar…” of “als het mijn huis was…” dan volgt er altijd een hoop gezeur. Vermoeiend, zeker als ik zelf heel blij ben met waar die ander commentaar op heeft.
  6. Vrienden zijn onmisbaar. Echte vrienden, mensen die van me houden inclusief mijn complete rariteitenkabinet dat ik uitgebreid aan ze tentoonstel, zijn zeldzaam. Ik heb er een paar gevonden die ik koester, sommige vond ik al een heel leven geleden. Ik raakte gaandeweg ook een aantal vrienden kwijt, sommige verdwenen totaal onverwacht. Reden onbekend. Dat knaagt nog wel eens, maar ik lig er niet meer wakker van.
  7. Het gaat om de kleine dingen. Oh wat was (en ben) ik blij met de grote-mensen-dingen zoals geld op mijn spaarrekening, ons koophuis, onze auto en onze vakanties, maar uiteindelijk zijn het de mooie gesprekken, de welgemeende complimenten, de onverwacht mooie zonsondergangen en de ‘koekjes om de hoekjes’ die het leven extra mooi maken.
  8. Doe je werk graag of ga iets anders doen. Mensen die al jaren met tegenzin naar hun werk gaan, omdat ze blij zijn met de zekerheid, of omdat ze veel geld verdienen, ik ken ze en ik begrijp ze niet. Met werken ben je enorm veel tijd kwijt, dus je kunt er potverdorie maar beter voor zorgen dat je je werk leuk, uitdagend en zinvol vindt. Nee een functie die alleen maar leuk is, bestaat niet, maar met buikpijn naar je werk gaan, is echt niet de bedoeling.
  9. Ik pieker altijd over het verkeerde. Dat waar ik me het meeste zorgen over maak (vaak een telefoontje, ik háát bellen) blijkt altijd mee te vallen, terwijl dingen die ik totaal niet aan zag komen voor ellende kunnen zorgen. Piekeren is tijdverlies. Wat ab-so-luut niet wil zeggen dat ik nooit meer pieker. Was het maar waar.
  10. Ouder worden is confronterend, maar het alternatief is nog veel erger: niet ouder worden. Veel mensen die ik graag zie, zijn inmiddels ouder dan mijn papa is geworden. Ieder jaar erbij moet gevierd worden. Dus vandaag zijn er mensen en is er taart.
  11. Een relatie verandert me. Hoe hard ik ook roep dat het niet zo is. Er zijn tig dingen die ik anders zou doen als ik geen relatie met de leuke jongen uit de trein zou hebben. Er zijn ook tig dingen die ik vaker zou doen, zoals reizen, wandelen, kamperen. En toch vind ik het niet negatief dat ik me aanpas. Dat doet hij natuurlijk ook. Wij zijn elkaar graag en wij komen goed overeen.
  12. Ik maak de cirkel nooit rond. Ik ben een uitstekende beginner. Ik begin aan alles, maar alleen de ‘grote dingen’ maak ik uiteindelijk af (mijn studies bijvoorbeeld en mijn rijbewijs, uitgesmeerd over twee jaar vier theorie-examens en drie praktijkexamens). Huishoudelijke taken, thuisstudies, blogs waarvoor ik eerst research moet doen, zakelijke Facebook-berichten, administratie, daar begin ik vooral aan. Het zou een hoop geestelijke bagage schelen als ik zaken één voor één zou afhandelen in plaats van tegelijk. Zodat poetsen niet bestaat uit eerst stoffen, dan de krant lezen, dan de deurmatten uitkloppen, dan een kop koffie zetten en dan stofzuigen. Om maar een voorbeeld te noemen. Zodat die € 250 die ik betaalde voor die InDesign-cursus zou resulteren in enige ‘design skills’.
  13. Reizen maakt gelukkig. Hier kwam ik 30 jaar geleden al achter, als het niet nog eerder was. Onderweg zijn, uit je routine stappen, andere culturen zien, nieuwe mensen ontmoeten… Van reizen krijg ik inspiratie en reizen helpt me relativeren. Reizen helpt me ook vaak beseffen hoe goed ik het heb. Overal wonen leuke mensen en ik kan overal heen. Hoe mooi is dat.

Ik had eigenlijk 38 dingen die ik leerde voor mijn 38e willen schrijven, maar de inspiratie was op. Of vergeet ik iets? Welke levenslessen leerde jij?

38

Oei ik groei?

Eenzaam op kantoorAls ik ’s ochtends wakker word en denk ‘Ik doe maar wat, vandaag val ik door de mand’, dan weet ik dat ik toe ben aan vakantie. Dingen draaien vierkant, lopen in de soep, gaan om zeep. Ik heb/ben chaos. Dat is te merken aan allerlei stommigheden. Ik noem er een paar uit de afgelopen weken:

  • Ik open op dinsdagmorgen mijn mailbox en zie het laatste mailtje van maandagmiddag nog bij de concepten staan. Niet verstuurd dus, terwijl ik had beloofd het op maandag te sturen. Ik ga alsnog de deadline wel halen, maar om dit soort dingen kan ik echt boos worden op mezelf.
  • Ik stuur een factuur en krijg meteen een mailtje terug dat het bedrag niet klopt. Mijn verwarde brein had blijkbaar bedacht dat 300 euro plus 21 procent BTW samen 636 euro is. Dat is zelfs voor mijn matige rekenkunsten wel erg slecht.
  • Ik loop naar mijn werkplek en bedenk halverwege dat ik met de auto had moeten gaan, omdat ik over een uur een afspraak in een andere stad heb.

Maar de chaos beperkt zich niet tot mijn werk:

  • Ik laat de deur van de schuur ’s nachts open staan. Wagenwijd open, wel te verstaan. Wat een geluk dat onze fietsen, ladders en tuinspullen niet zijn verdwenen.
  • Ik ga naar bed zonder het licht in de woonkamer uit te doen.
  • Ik ben voortdurend dingen kwijt die vervolgens gewoon op mijn hoofd blijken te staan (zonnebril), in mijn zak zitten (sleutels), of die ik zelfs in mijn hand heb (pen, telefoon). Terwijl ik zoekend door het huis dwaal, erger ik me aan al die dingen die niet af zijn. De magnetron op de grond. Het kale peertje boven de eettafel. De televisiekast die gangkast moet worden. Niet bevorderlijk voor mijn humeur. Let it goooo.

Groeipijnen die horen bij het succes van mijn bedrijf? Groeipijnen die horen bij het volwassen worden (daar moet je op je 37e misschien toch eens aan beginnen)? Of tekenen van iets ergers? Gaat het echt beter na een paar dagen vakantie? Ik hoop het. Vooral ook voor de leuke jongen uit de trein en andere mensen om mij heen.

Ondertussen is mijn leven niet alleen miserie. Integendeel. Lang leve de lente. Ik ben een blij ei als ik met een goed boek in de zon zit. Ik geniet van fluitende vogels, van mijn handen in de aarde, van de zoemende vliegbeesten die alle gaatjes van het insectenhotel vullen.

En ook al weet ik niet of ik ooit mijn passie en mijn waarom ga vinden, toen ik vorige week een mevrouw van ver in de 70 interviewde over haar tomeloze inzet voor de 55+ vereniging voelde ik me bevoorrecht dat ik haar verhaal mocht opschrijven. Ik heb hoe dan ook een van de leukste banen ter wereld.

20180422_171440.jpg20180422_171452.jpg

Lokale verkiezingen #2

Tja, de dag na…

De vier grootsten werden CDA, Senioren Partij Maastricht, GroenLinks en D66, een uitslag waar ik wel mee kan leven. Een uitslag die ik begrijp, als ik kijk naar de mensen op de bijbehorende kandidatenlijsten.

Ik hoop dat de enthousiaste jonge honden van M:OED, die van niets op twee zetels komen, wat extra leven in de brouwerij brengen. Het zou goed zijn als meer studenten een toekomst zien in Maastricht en niet vertrekken, omdat ze hier geen werk vinden. Ik hoop dat PVV en PVM, die samen 5 zetels hebben, hun bizarre standpunten (in mijn ogen) niet door de raad krijgen en er minstens bed, bad en brood blijft voor uitgeprocedeerde asielzoekers.

Maar wat ik dus echt niet begrijp, is de lage opkomst. Ik werk in verschillende gemeenten en interview veel mensen, hoog en laag opgeleid, jong en oud, rijk en arm. Daarbij valt het me op dat in Maastricht het meeste wordt geklaagd. Zelfs als ik ergens heen ga voor een positief verhaal, zoals subsidie voor het buurthuis, een gratis evenement, de opening van een speelplein, dan nog hoor ik vaak:
“Ja maar de gemeente zou ook moeten…”
“Ja maar die luidruchtige studenten…”

Als je zo ontevreden bent, is stemmen toch het minste wat je kunt doen? Er was echt wel iets te kiezen. Zoals meer of minder geld naar cultuur, meer of minder geld naar zorg en wel of niet terugdringen van het aantal studentenhuizen.

Ik heb zomaar het vermoeden dat juist de mensen die niet zijn gaan stemmen de komende vier jaar weer om het hardst staan te schreeuwen…