Auto in de sneeuw

sneeuwWie mij kent, weet dat ik een onzekere autorijder ben. Bijzonder slecht in bijzondere verrichtingen. Nu ik alweer 15 maanden bijna dagelijks rijd, na een pauze van 9 jaar waarin we geen auto hadden, gaat het een stuk beter. Achteruit inparkeren gaat meestal in één keer goed, vooruit inparkeren kan ik in ieder geval beter dan de buurman, fileparkeren probeer ik niet meer. Die slag krijg ik nooit te pakken. Maar op de weg kijk ik verder vooruit en anticipeer ik beter, zoals ze dat zo mooi noemen.

Leuk ga ik autorijden nooit vinden, hoe goed de muziek op de radio ook is. Ik ben sowieso nachtblind, waardoor ik in het donker angstvallig de middenstreep in de gaten moet houden. Ik zie verder maar weinig contrast en diepte.

En toen kwam gisteravond: donker, sneeuw, ijs en langzaam naar huis vanuit Hasselt. Op de snelweg ging het niet harder dan 60 km per uur, op de binnenwegen was 30 al een prestatie. Waar ik de hele weg veel afstand had gehouden, lukte dat richting rotonde in Smeermaas niet meer, vanwege filevorming. Ik schakelde terug naar de twee en wilde een beetje afremmen om nog langzamer de rotonde op te draaien. Maar de rem intrappen ging niet en tegelijkertijd sprong een lampje op het dashboard aan. Iets met een uitroepteken. Paniek. “Botsen op mijn voorligger of de berm in sturen en hopelijk net op tijd stilstaan voor die boom?” Ik reed/gleed langzaam genoeg om beide botsingen te overleven en koos voor het laatste, dat leek me minder gedoe. Ik raakte de boom niet. De sneeuw in de berm remde me genoeg af.

Ik belde de leuke jongen uit de trein. “Mijn rem doet het niet en er brandt een lampje en ik sta in de berm!” Hij was gelukkig de rust zelve, zoals meestal als ik dat nodig heb. Het lampje bleek voor de bandenspanning en dus geen ramp, maar die rem maakte me ongerust (understatement). We besloten dat ik naar de parkeerplaats van de supermarkt zou rijden, waar ruimte genoeg is om bij weigerende remmen de auto gewoon uit te laten rollen. En zo geschiedde, met zweet op mijn bovenlip. Bij de Carrefour lukte het nog steeds niet om het rempedaal in te trappen, maar op de motor remmen lukte prima. Ruim op tijd kwam ik tot stilstand. Met een vrij hoge hartslag, dat dan weer wel.

Met de auto van de buurvrouw (dankjewel buurvrouw!) kwam mijn lief to the rescue. Hij stapte in, reed een stukje, remde… niets aan de hand. Ik besloot de auto van de buurvrouw naar huis te rijden. Ik draaide de parkeerplaats af en de achterbanden gleden direct in een slip. Was mijn hart net gekalmeerd, klopte ie nu weer op standje topsport. Maar de auto en ik kwamen veilig thuis. En de leuke jongen uit de trein ook met onze auto.

De ANWB-meneer die vanmorgen de auto kwam nakijken, heeft wat dingen getest en een stukje gereden. Hij kon niets ontdekken. Mijn lief is nu – voor MIJN zekerheid – ook nog even naar de garage. Waar ze waarschijnlijk ook niets kunnen vinden. Dus ligt het aan mij, denk ik dan… Vanmiddag ga ik lekker met de fiets naar een klant in Amby. Morgen als ik weer naar Hasselt moet, stap ik met klamme handjes en samengeknepen billen in de auto. Verheug me er nu al op!

Van alle decadente dingen op de wereld, zou ik het allerliefst een privéchauffeur willen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s