Mijn 6 weken in de keuken zitten er op. Ik heb er gemengde gevoelens bij. Dat de wekker niet meer gaat om me vervolgens op mijn fietsje richting werk te begeven, betekent automatisch dat de komende dagen mijn wekker gaat om me met laptop en stapel artikelen aan mijn bureau te installeren om te proberen mijn scriptie te redden.
De locatie waar ik de afgelopen weken stond was veruit de leukste van alle kantines waar ik ooit een kroket gebakken heb. Beleefde, vriendelijke studenten. Geinteresseerde, vriendschappelijke docenten en medewerkers. Hard werken en toch altijd tijd om te kletsen.
Twee personen zal ik echt niet missen. De ene liep twee dagen rond met een FBI-shirt, waarbij de afkorting stond voor Female Body Inspector. Dat was precies wat hij deed. Nooit keek hij me aan als hij iets bestelde of afrekenden. Zijn ogen altijd gericht op een bepaald punt van mijn lichaam. Daar kon ik best tegen, zeker omdat de degelijke, veel te grote polo waarin ik werkte niet echt iets liet zien. Waar ik absoluut niet tegen kon was het totale gebrek aan omgangsvormen van de persoon in kwestie. Hij groette nooit, hij bedankte nooit, hij sprak uitsluitend in de gebiedende wijs.
De andere was een 6 vwo meisje dat haar wiskunde kwam bijspijkeren om geneeskunde te kunnen gaan studeren. De arrogantie droop van haar mooie gezichtje. De jongens uit haar klas (die eveneens wiskunde moesten halen, maar dan om piloot te worden) kropen voor haar en trakteerden haar regelmatig op koffie. Als het prinsesje zich verwittigde om zelf de kantine binnen te lopen, had ze standaard een grote bek. Zo heeft ze donderdagmiddag tien minuten heibel staan schoppen omdat ik niet voldoende wisselgeld had. Dat het nergens op sloeg en dat ze hoopte dat we niets meer zouden verkopen. (Hoe zielig ben je dan?). Gistermiddag was het toppunt. Haar vriendelijke slavenjongetjes kwamen koffie halen. Ik vertelde dat ik de belegde broodjes over een half uur weg zou moeten gooien, omdat ik ze niet tot maandag zou kunnen bewaren, dus dan mochten ze er wel gratis eentje meenemen. Klokslag half drie kwam het despotenmeisje de kantine binnen, nam zonder me aan te kijken een broodje uit de koelkast en liep ermee naar buiten. Geen groet, geen bedankje. Haar arrogante neus hoog in de lucht. De jongetjes waren zo vriendelijk eerst nog even langs de balie te komen en te vragen of ze echt een broodje mochten pakken. "Natuurlijk, en neem ook iets voor de rest van de klas mee."
De rest van de middag, zelfs toen ik al thuis was, heb ik tal van martelpraktijken bedacht waar ik het prinsesje graag eens aan zou willen onderwerpen. Wat een rotkind. Ik hoop dat ze haar wiskunde examen niet haalt en dat ze later in de grote-mensen-wereld keihard haar mooie kopje stoot. (En ja, dat maakt mij ook een beetje zielig).