Deze plek heeft nooit aangevoeld als thuis. Ik voel me er niet op mijn gemak. Ben er mezelf niet.
Ik richtte mijn kamer zo gezellig mogelijk in. Ik verkende de prachtige stad waarin ik tot overmorgen nog woon. Ik omarmde mijn vriendinnen in Utrecht en kreeg er nieuwe vriendinnen bij. ’t Mocht niet baten. Zodra ik thuis kwam, was ik ’t vijfde wiel aan de wagen. Ik stelde voor om af en toe met ons vieren te eten. Dat werd genegeerd. Maar zij eten wel elke avond samen.
De ene keer lag er bij thuiskomst nieuw, duur en totaal onbruikbaar designbestek in de keukenla. De keer erna waren de muren ineens roze en oranje. Dan pasten de theedoeken ineens perfect bij de mokken. Dan had internet een nieuw wachtwoord en kon ik er niet meer in. En zonder mij ooit iets te vragen, stonden de kosten altijd op de huislijst.
Ik ben geen perfecte huisgenoot. Kan sjacherijnig zijn. Kan luidruchtig zijn. Vergeet wel eens de vuilniszakken buiten te zetten of loop achter op het poetsschema. Maar ik geloof niet dat ik dit had verdiend. Het vreet energie.
Binnenkort moet ik dus overlopen van energie en al springend en stuiterend de hele wereld aankunnen. Ook al sjouw ik met tassen van hot naar her en groeien de deadlines boven mijn hoofd.
Overmorgen verlaat ik Utrecht. Een gelukkig afscheid van een stad waar ik onder andere omstandigheden best nog eens zou willen wonen.
kop op meid, je kunt ‘t.