Hoe harder ik roep dat alles goed komt, hoe minder ik daarvan overtuigd ben. Ik maak me zorgen. Tot over mijn oren. Het komt misschien wel goed, maar dat lichtpuntje aan het eind van de tunnel is met het blote oog nog niet te zien. De nabije toekomst ziet er best een beetje naar uit. Afgelopen weekend drong dat ineens in volle hevigheid tot me door. Slechte timing, want op dat moment liep ik jolig te doen met de feest- en drinkgrage, lieve familie van de leuke jongen uit de trein.
Nog een paar weken en dan ben ik werkeloos. Nog een paar weken langer en dan ben ik ook nog dakloos. Het weinige geld dat ik gespaard heb in vijf jaar werken, is bijna op. Daar mag ik niet over klagen. Een groot deel is nuttig besteed, aan huur, verzekering, studieboeken; de rest ging en gaat op aan feestjes, restaurants en concertzalen. Het betekent wel dat ik niet zonder baan kan na 9 juli. Ik schrijf de ene brief na de andere en ontvang de ene afwijzing na de andere. Frustrerend. Maar zelfs als ik een baan vind; hoe ga ik die dan combineren met vakken volgen in Amsterdam en wonen in Maastricht?
Nog twee vakken van een half jaar of vier vakken van drie maanden. Lesroosters nog onbekend. Wat mijn gemoedsrust niet ten goede komt, want hoe kom ik er op tijd achter of vakken volgen wel te combineren is met werken? Hoe kom ik er op tijd achter of ik met een trein vanuit Maastricht wel op tijd in de collegebanken kan zitten? Waarom mailen de docenten voor wiens vak ik me heb aangemeld niet even terug dat het in orde is? Dat ik nog tien studiepunten moet, is vet mijn eigen schuld. Ik had een werkstuk niet op tijd af. Dat ik nog twintig studiepunten moet, is onterecht. Ik had studiepunten moeten krijgen voor mijn stage, heb daar gigantisch mijn best voor gedaan. Tevergeefs.
En dan zwijg ik nog over een scriptie die ooit eens, naast een baan, liefst voor het einde van volgend schooljaar, geschreven moet worden om niet drie jaar collegegeld te verspillen (en om op een beetje goede voet met mezelf door te kunnen leven). Laat staan dat ik hier mijn mond open trek over hoe hard ik opzie tegen alweer verhuizen.
Ik ben niet leuk zoals ik nu ben. Voor mezelf niet en voor mijn omgeving nog minder. Kan iemand anders alsjeblieft tegen me zeggen dat het allemaal goed komt?
Tuurlijk komt het goed! Jij kan dit, heb ik alle vertrouwen in.
Hoop tot zaterdag!
‘Kan iemand anders alsjeblieft tegen me zeggen dat het allemaal goed komt?’ > Het komt goed met jou. Wat zeg ik: het ís goed met jou. Moet je kijken waar je bent! Een superstoere stage op hoog niveau die beregoed op je CV staat en die je ondanks alle tegenwerking van de VU toch voor elkaar gekregen hebt. Je gaat je toch niet uit het veld laten slaan door een stel mafkezen-met-titel dat niet verder kijkt dan de muren van een oud en lelijk schoolgebouw??
Houd de moed erin meis. En als je echt dakloos dreigt te worden dan kom je maar mijn kant op. 😉 Knuffel!
Jullie zijn lief!