Over “goede” timing gesproken. Vanaf het moment dat de leuke jongen uit de trein vakantie had en ikzelf twee weken callcentervrij, hangt er een speciaal soort kou in de lucht die ik al een paar maanden niet meer heb gevoeld. Die kilte wordt ook wel ‘herfst’ genoemd. Van de weeromstuit springt er om het uur kippenvel op mijn armen. Ik heb weerstand geboden door zonder jas naar buiten te gaan. Op slippers zelfs. Ik ben een zomerkind.
Vanmorgen heb ik mijn verzet tegen de herfst opgegeven. Ik dook in mijn kast en vond mijn fluffie zwarte huisbroek achter de stapel kleurrijke zomershirtjes. Vanaf nu laat ik de herfst binnen door grote potten thee te zetten, stamppotten te koken, kaarsen aan te steken en onder een fleecedekentje te kruipen. Voor ik naar buiten ga, wikkel ik mezelf in een lekker lange sjaal. Ik kan weer wollige maillots aan onder mijn rokjes, waarmee het zomerse probleem van tegen elkaar klotsende blote bovenbenen meteen is opgelost. En als kers op de taart: ik mag weer laarzen aan 🙂
Wat de zomer van 2013 betreft, gelukkig hebben we de foto’s nog:
Ik vind ’t knap, Liek. Ik blijf liefst in de ontkenningsfase hangen totdat de ijspegels aan m’n neus hangen 😦