Ik ben totaal niet visueel ingesteld. Zie niet direct plaatjes in mijn hoofd bij wat anderen beschrijven. Beelden bedriegen me vaak. Ik raak overal de weg kwijt en heb 0,0 ruimtelijk inzicht. Al duizend keer heb ik gezien hoe de leuke jongen uit de trein de vaatwasser inricht, toch lukt me nooit om vier pannen, zes borden en een bestekbak in de onderste verdieping te metselen. Ik ben schromelijk jaloers op vormgevers en fotografen. Zelf heb ik nog nooit een originele foto gemaakt, tenzij per ongeluk. Toch zegt een beeld me vaak meer dan 1000 woorden, zoals het bekende gezegde luidt.
Maar het zijn vaker woorden die me aan het huilen maken dan plaatjes. Er is een lied waarbij ik niet veel beelden heb. Ik zie de vrouwelijke hoofdpersoon niet voor me en heb slechts een vaag beeld van haar woonkamer (om de één of andere reden moet ik aan de woonkamer van mijn oma denken). Toch moet ik altijd huilen als ik naar de tekst luister van ‘Wenn sie diesen Tango hört’. En dan vooral dit stukje:
Die [Kinder] sollten´s später besser haben,
deshalb packte sie fleißig mit an.
So blieb ihr oft zu wenig Zeit
für sich und ihren Mann.
Ein ganzes Leben lang zusammen,
gelitten, geschuftet, gespart.
Jetzt wär´ doch endlich Zeit für mehr,
jetzt ist er nicht mehr da.
Tranen met tuiten. Altijd. Omdat ik weet dat je niet moet wachten tot je pensioen om je dromen te volgen. Omdat ik weet hoe zinloos het is om te sparen, als er geen tijd meer is om uit te geven. Omdat mijn papa die reis door China nooit maakte, dat boek nooit schreef, dat toneelstuk nooit regisseerde. Omdat er nog zo veel campings waren waar mijn papa en mama hun vouwwagen niet samen opzetten en zo veel wandelroutes die ze niet samen verkenden.
Maar ik moet vooral huilen omdat ikzelf en een groot deel van mijn vrienden precies hetzelfde doen. Wachten met onze dromen tot we er tijd voor hebben. Tot het zo ver is, houden we ons bezig met keihard werken. Studeren om hogerop te komen. Solliciteren om hogerop te komen. Studieschulden aflossen. Sparen voor later. Elke dag een dag dichterbij te laat. Het eerste slachtoffer met het predicaat overspannen is in mijn vriendenkring inmiddels gevallen.
Die reis door West-Afrika ligt stof te vergaren op een plankje ergens in mijn achterhoofd, net als de blogs die ik schreef in mijn tijd bij het ‘aparte’ reclamebureau en die ik zou bundelen en uitgeven. De reis door China die ik in mijn papa’s plaats zo graag wil maken, is weggemoffeld op datzelfde plankje, onderaan de stapel.
Om met Ozzy Osbourne te spreken:
I’m just a dreamer
I dream my life away
I’m just a dreamer
Who dreams of better days
Bij die tekst zie ik gek genoeg wel een beeld voor me. Ik ben 17. Ik zit in de vensterbank op mijn oude kamer. Mijn benen bungelen uit het raam. Op mijn bureau liggen de boeken waarvan de inhoud tot me door moet dringen vóór het eindexamen over een paar dagen. Ik staar in de verte. Naar het kanaal en verder. Ik droom over later.