Zoeken naar een plek om te blijven. Onrust en lichte paniek.

De rente is laag, de overdrachtsbelasting (of hoe het heet) is laag, de huizenprijzen zijn relatief laag. Ik heb soort van bewezen dat mijn eigen bedrijf levensvatbaar is. Van alle kanten wordt ons aangeraden om te kopen. Dit jaar nog. Het werd ons zelfs vorig jaar al aangeraden om dit jaar te kopen. Maar ik ben ontworteld, onthecht en onrustig; dus dat kopen is nogal een ding. Los van onze financiële situatie, waardoor de mogelijkheden behoorlijk worden beperkt.

Je zou het niet zeggen als je weet waar ik al overal heb gewoond, maar ik HAAT verhuizen. Een huis kopen, betekent -als het goed is-  dat ik voorlopig niet meer hoef in te pakken. Van de andere kant vind ik het doodeng om iets te kopen. Het past niet bij mijn onrust. Het past niet bij mijn dromen over wereldreizen. Een koophuis hoort in mijn gedachten bij het fenomeen ‘burgerlijkheid’ waar ik me zo graag tegen afzet. Kopen klinkt een beetje als vast zitten.

“Vroeger” wist ik zeker dat ik nooit terug zou komen naar Maastricht. En waar woon ik alweer bijna 4 jaar? Juist. Ik wist ook zeker dat ik veel zou reizen en ooit in een zonnig buitenland zou gaan wonen. Nu weet ik niets meer zeker. Ik voel me thuis in Maastricht, al foeter ik regelmatig op de stad, dus ik zou hier graag willen blijven. Maar niet ten koste van alles. En daar wringt één van de vele schoenen: om in Maastricht te kunnen blijven, moet ik een deel van mijn wensen (eisen) opgeven:

  • Omdat ik al vaak verhuisde in mijn leven, heb ik veel vrienden die van ver moeten komen. Dus er moet een logeerkamer zijn.
  • Omdat ik zelfstandige ben en mijn zoektocht naar werkruimte buiten de deur nog niets goeds heeft opgeleverd, moet er een werkruimte zijn. Dat mag dezelfde ruimte zijn als de logeerkamer, maar dat betekent dat deze ruimte ruim moet zijn. Er moet een groot bureau naast het logeerbed passen.
  • Omdat alles in mijn voortuintje fantastisch bloeit en groeit en ik daar heel blij van word, maar er nooit écht iets moois van kan maken omdat het om een minuscule voortuin gaat waar soms dingen uit verdwijnen (behalve onze lelijke witte tuinstoelen, die blijkbaar niemand wil hebben), wil ik een achtertuin. Liefst op het zuiden. Ik houd van de zon.

De leuke jongen uit de trein heeft natuurlijk ook nog wat wensen (eisen), die niet noodzakelijkerwijs overeen komen met die van mij. Om het makkelijk te maken.

Kortom, het zal mijn tijd nog wel duren. Misschien tot het te laat is en de huizenprijzen de hoogte in schieten. Lichte paniek…

Bij een nieuw huis, mag ik eindelijk een hond. Al is de kans natuurlijk klein dat het net zo'n lief dier is als dit knuffelbare exemplaar.

Bij een nieuw huis, mag ik eindelijk een hond. Al is de kans natuurlijk klein dat het net zo’n lief dier is als dit knuffelbare exemplaar.

Met dank aan Maartje Luif van wie ik de prachtige titel ‘een plek om te blijven’ pikte. Zij schreef een hele serie over haar zoektocht naar een huis. De moeite van het lezen waard. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s