Ik nam mezelf voor mijn mail nog even niet te openen, Facebook en LinkedIn te laten voor wat het was en direct aan de slag te gaan met de eindredactie van die nieuwsbrief. Dat deed ik. Om 8.20 uur verbeterde ik de eerste spelfouten.
Maar ja, die naam van die verzekeraar die in de tekst voorkomt, moet die niet met twee hoofdletters? Daarvoor moet ik echt even het internet op. Meteen even checken of er reacties zijn op die andere nieuwsbrief die ik laatst schreef.
En daar ga ik…
Ach, nu ik toch online ben, kan ik ook wel even:
- Op Facebook kijken
- Mijn werkzaamheden delen op LinkedIn
- Mijn mail checken
- Kijken of er nog iets is gebeurd in de wereld
- Die spijkerbroek bestellen
- Controleren of mijn wachtdienstrooster klopt
- Mijn favoriete blogs lezen
Het gevolg?
Het is ineens 9 uur. Dan is het ook weer tijd voor koffie. Ik haal meteen koffie voor de andere flexwerkers, maak een praatje bij de automaat, zwaai naar een kennis die voorbij fietst. Nu moet ik écht weer aan het werk. Of wacht, nog even vriendin M appen of het zwemmen vanavond doorgaat. En mijn broer vragen of hij een idee heeft voor een verjaardagscadeau voor ons nichtje dat zaterdag 6 jaar wordt. In plaats van terug te appen, bellen ze allebei terug. Super gezellig, meteen even bijkletsen.
En zo is het 10 uur voordat ik de nieuwsbrief afrond. Ik kan er natuurlijk wel even over bloggen en die blog moet ik dan weer delen op Facebook.
Stel je voor dat ik meteen door zou gaan met de volgende opdracht…
Wat ontzettend herkenbaar… Je zou soms een slotje op van die aandachtslurpers moeten kunnen zetten. Hoewel telefoontjes tussendoor wel weer heel leuk zijn.
Op mijn werkplek lukt het een beetje om door te werken, thuis is er nog veeeeel meer afleiding.