Bijna mijn halve leven

9 december 2020.

Ik ben 40. Jij bent 18 jaar dood. Bijna mijn halve leven. En deze december heb ik het zwaarder dan in de vorige maand met dezelfde naam. Vanwege het jaar dat was en het vooruitzicht dat het nieuwe jaar niet direct verbetering brengt. Ik ben op mijn best onder vrienden. En ik ben in de meeste gevallen klef met knuffels en kussen en alles erop en eraan. Of althans, dat was ik. Voor dat ene virus. Maar ik heb het altijd moeilijk in december. ‘Wat als papa…’, ‘Stel nou dat papa…’, ‘Wat zou papa vinden van…’, zijn vragen die in december harder door mijn hoofd tollen dan de andere maanden van het jaar.

Marcherende frambozen
Stemmen voor de Top 2000 afgelopen zondag riep veel herinneringen op, want jij ademde muziek, zonder een noot te kunnen lezen. Vlak voor je stierf deed je zelfs een poging om te leren zingen, dat hoorde bij je regieopleiding. “En als jij het kon…”
Je gehoor voor (Engelstalige) teksten was net zo slecht als dat van mij. Zo zong je bij dat nummer van Skunk Anansie altijd ‘Just because of youhoehooo’ in plaats van ‘Just because you feel good’. Ik “zing” nog steeds wat ik hoor en met mijn gehoor is van alles mis. Ik zing luidkeels mee met woorden die taalkundig inderdaad achter elkaar zouden kunnen staan, maar nergens op slaan. Bij het invullen van mijn favoriete liedjes op de lijst der lijsten zag ik dit jaar voor het eerst dat Prince het over een Raspberry Beret heeft en niet over een Raspberry Parade. Waar ik een heel leuk beeld bij had van door de velden marcherend fruit. Zoiets als de hamers van Pink Floyd maar dan in een vriendelijke omgeving. Ik vraag me af wat je van de muziek zou vinden vandaag. Een paar nieuwe artiesten had je wel kunnen waarderen. Danny Vera bijvoorbeeld, al denk ik dat je vond dat hij nog even op de eerste plek had moeten wachten.

Wat zou je vinden van ‘de wereld’ vandaag de dag? Je zou kotsen van Baudet en walgen van Trump, dat weet ik zeker. En ik denk dat je het moeilijk zou hebben met de individualistische, egoïstische, klagerige samenleving anno 2020. Ik weet nog dat je zei “Als er detectiepoortjes komen bij de school, dan stop ik ermee.” Een van de vele dingen die dit jaar in het nieuws was, is het massale gebruik van messen door jongeren. Die detectiepoortjes staan er misschien al. Ik weet het niet. Ik herinner me dat je boos was op een leerling die haar schoolgeld niet kon betalen, maar wel een mobieltje had. Ze kon volgens jou dus duidelijk geen prioriteiten stellen. Jij wilde nog niet aan de draagbare telefoon in 2002, ik had er zelf ook nog niet zo lang een. Tegenwoordig hebben kinderen van 8 al een telefoon op zak. Ouders zijn veranderd in control freaks. Zou jij er inmiddels ook een hebben en misschien zelfs een beetje verslaafd zijn aan de spelletjes? Prioriteiten stellen, kunnen de meeste mensen trouwens nog steeds niet. Wifi en smartphones horen bij de eerste levensbehoeften. Meer dan gezond eten of sparen voor later.

Iets heel anders waarbij ik jouw aanwezigheid en mening mis, is familie. Bloed blijkt niet dikker dan water. Ik heb fantastische herinneringen aan logeerpartijtjes, gezamenlijke vakanties en sinterklaascadeaus uitpakken bij oma. Oh, en die hilarische busreis naar Spanje met jouw zus! Ooms en tantes, nichten en neven, ze verdwijnen op een enkeling na van de radar. Familiedagen zijn al lang niet meer compleet. We zoeken elkaar niet op bij hoogte- en dieptepunten. Dat heeft niets met corona te maken. We weten simpelweg niet meer van elkaar hoe het gaat. Ik zeg niet dat het anders was gelopen als jij nog leefde, want erg goed in het onderhouden van vriendschappen en familiebanden was je niet. Maar je was wel de vrolijke noot in ieder gezelschap. Je benoemde pijnpunten met humor, zette goede muziek op, schonk nog een pilsje in. Je ontwapende. En als je vroeg hoe het met iemand ging, was je oprecht geïnteresseerd in het antwoord. Misschien was dat genoeg bindmiddel geweest?

Vrienden en familie kwamen altijd graag bij ons thuis. Mijn vrienden hadden er twee keer een half uur fietsen over een winderige, donkere veldweg voor over om bijvoorbeeld voetbal te komen kijken. “Bij jouw ouders is het altijd zo gezellig.” Mijn examenfeest hoorde bij de meest legendarische van de hele reeks. Mama en jij waren een warm, gastvrij en goed op elkaar ingespeeld duo waar iedereen altijd welkom was en aan kon schuiven voor de lunch of het avondeten. Haha, zelfs de jongen die jullie op Knetemann vonden lijken en die vlak voor ik naar Benin vertrok verliefd op me werd, at een bord nasi met jullie. Terwijl jullie hem niet kenden en ik er niet was. Hij kwam geloof ik alleen naar mijn buitenlandse adres vragen of een pakketje brengen.

Vriendjes
Verliefdheid en vriendjes… Je huilde toen het uitging tussen mijn zusje en ‘haar M’, want je zag hoe verdrietig je jongste dochter was en kon het heel goed met haar lief vinden. ‘Mijn M’, de eerder genoemde Knetemann look alike, was minder jouw bloedgroep. En ook het vriendje dat daarna kwam, was dat niet. Toch waren jij en mama altijd vriendelijk. “Gaan jullie nu alweer weg?”, was één van de laatste dingen die je tegen me zei voor je stierf. Ik krijg nog steeds buikpijn als ik daaraan denk. Mijn vriendje vond het saai in Bunde en wilde zo snel mogelijk terug naar Tilburg. En ik gaf hem veel te vaak zijn zin. In alles. Hoe haalde ik het in godsnaam in mijn hoofd om met kerst, vlak na jouw overlijden, met hem naar Istanboel te gaan? Wat je van de leuke jongen uit de trein zou vinden, kan ik alleen maar raden. In mijn hoofd draaien jullie samen platen.

Mama en jij vormden één front, niet alleen qua hartelijkheid en gastvrijheid. Jullie waren ook allebei streng. Precies even streng. Als jij nee zei, mocht het van mama gegarandeerd ook niet en andersom. Maar als we alleen waren met jou, of met mama, dan was het feest. Met jou waren we minstens één week per jaar alleen, want dan ging mama op vakantie met een vriendin of een zus. We aten chips, dronken sinas en keken de film Aliens met die doodenge scène waarbij buitenaardse wezens uit iemands buik komen. Je gelooft het niet, maar allebei je dochters droomden er laatst over. Een jaar of 30 na het zien van die film! Bizar.

Ik mis je. Om jou. En om hoe alles was toen jij er nog was. Terwijl het ook mét jou niet meer zou zijn zoals het was.

Ik mis je. Ik mis je. Ik mis je. Ik hou van je. En zei dat nooit. Jij wel tegen mij dat laatste weekend.

Mijn ouders. Gastvrij, streng, lekker gek. En zelfs als puber vond ik het niet erg dat ze een dansje deden op mijn feest. Geloof ik.

  1. Dikke kussen voor jullie allemaal. En je weet… Meisjes worden verliefd op hun vader. Dus ja, hij zou de leuke jongen uit de trein, een hele leuke jongen uit de trein hebben gevonden. Die vervolgens wel met z’n poten van je af moet blijven 😉

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s