
Het bedankje dat we blijkbaar af en toe vergaten mee te geven, gezien het grote aantal lollies dat nog over is.
Time flies! Op 25 januari, 11 jaar, 11 maanden en 11 dagen na onze eerste date, gaven de leuke jongen uit de trein en ik een feest om vriendschap en liefde te vieren. Een “wij gaan nooit trouwen, maar blijven wel van elkaar houden” feest. Een feest waarvoor we dezelfde mensen uitnodigden als die we ook uitgenodigd zouden hebben als ik wél had willen trouwen.
Dat werd een verdrietige/pijnlijke confrontatie met het grotendeels ontbreken van familiebanden aan mijn kant, maar ook een bekroning, onderstreping, bevestiging, omhelzing van familiebanden met de schoonfamilie en van vele vriendschappen. Wat zijn wij een geluksvogels! Wat hebben wij een prachtige mensen om ons heen! De kroeg was gevuld met vrolijke feestvierders die een goed humeur, de leukste cadeaus, en de liefste kaartjes meebrachten. Ik heb met veel te weinig mensen gepraat (sorry!), maar als ik om me heen keek, zag ik lachende gezichten. Zelf ga ik in ieder geval nog heel lang nagenieten. En mocht ik ergens slechte zin van krijgen, de regen bijvoorbeeld, dan pak ik de kaartjes er gewoon bij. Ik moet direct lachen als ik sommige teksten lees.
Wat hebben we belachelijk veel gekregen. Hele persoonlijke cadeautjes. Hele lekkere cadeautjes ook, waarvan de eerste ingrediënten al zijn opgegeten. De rest van het jaar kunnen we ieder weekend naar de film, de sauna, lunchen, dineren, logeren en naar het tuincentrum zonder geld of pinpas mee te nemen 😀 Er staat nog steeds een bak aarde middenin de woonkamer. Die moet nog uitgegraven op zoek naar muntjes. Een leuk klusje voor komend weekend.
Een speech kon niet ontbreken. Ik sprak eerder bij het overlijden van mijn oma. In datzelfde jaar bij het overlijden van mijn papa. Ik schreef af en toe een speech voor een ander. En nu, eindelijk, een feestelijk moment waarbij ik mijn woorden de zaal ik kon slingeren. Door een heuse microfoon. En ik zei ongeveer dit:
Nee, sorry, Sacha gaat niet zingen.
Dankbaar, dat is het eerste wat ik voel als ik nu om me heen kijk. Dankbaar dat jullie allemaal gekomen zijn om met ons het bourgondische leven en de liefde te vieren. Sommigen van jullie kwamen van ver. Uit Dordrecht, Tilburg, Eindhoven, Weert… G en C zelfs helemaal vanuit Frankfurt. En Amsterdam, Kerkdriel, Utrecht en Veenendaal hadden er graag bij willen zijn.
Dat vrienden belangrijk zijn, wisten we al lang. Maar het organiseren van dit feestje heeft dat nog eens dik en vet onderstreept. Sommigen van jullie moesten zich in allerlei bochten wringen om hier te zijn. Een oppas regelen, andere afspraken verzetten, onderdak regelen voor een hele beestenboel. Jullie hadden het voor ons over en daar zijn we heel blij mee. Vrienden kies je en wij hebben verdomd goed gekozen. En dat geldt andersom natuurlijk ook.
Familie kies je niet… Maar met mijn keuze voor de leuke jongen uit de trein, kwam ik toevallig in een fantastische familie terecht. Bij mijn schoonouders M en S voelde ik me direct thuis. De eerste keer was in 2008, bij de Paasbrunch. Sacha had tussen neus en lippen gevraagd of hij met Pasen iemand mee mocht nemen. Sindsdien mag ik in mijn handjes knijpen.
Sacha’s familie weet hoe je een feestje viert en van het leven moet genieten. Na 11 jaar, 11 maanden en 11 dagen weet ik zeker dat ik niet meer zonder Sacha wil, maar mocht dat toch ooit gebeuren, dan hoop ik dat zijn familie mij nog wil zien. Met wie moet S anders een pilsje drinken?
Daarna bedankte de leuke jongen uit de trein iedereen die zijn handen uit de mouwen stak tijdens het verbouwen van ons huis. Met liefdevolle loftuitingen voor zijn ouders en broer. En toen… smolt ik tot er heel even nog maar een klein plasje overbleef dat in mijn door hem gepoetste laarzen liep. Hij sprak de mooiste en liefste woorden over hoe goed wij ondanks alle verschillen bij elkaar passen. Met de enige juiste slotzin (inclusief gejoel en gejuich van de aanwezigen): “Liefie, wil je alsjeblieft nooit met me trouwen?”