Op dit moment #13

Liekes boomhutIk kan deze blog op dezelfde manier beginnen als #12. Ik draag twee vesten en een sjaal en heb zojuist mijn petroleumkachel bijgevuld. Met hulp van één van de Werkgebouw-mannen, want mijn vingers waren zo koud dat ik de dop van de brandstoftank niet open kreeg. Schreef ik de vorige keer dat ik nog steeds blij was dat ik De WERKplaats had ingeruild voor Het Werkgebouw, begin ik nu toch langzamerhand schijt te krijgen van de primitieve omstandigheden. Zelfs nu de temperatuur buiten hoger is, blijft mijn ‘chalet’ stervenskoud. Van de kou moet ik vaker plassen dan normaal. Maar het eveneens ijskoude toilet bevindt zich precies aan de andere kant van dit enorme pand. Brrrr.

Blij met: de leuke jongen uit de trein. Ik teer nog steeds op de lieve en mooie woorden die hij tijdens ons 11-11-11 feest sprak. Ik bof ontzettend met zijn inspanningen in ons huishouden in de vorm van wassen, strijken en koken. Ook profiteer ik regelmatig van zijn breng- en haalservice. Bovendien nam hij de laatste tijd veel extra klussen op zijn schouders, vanwege overstromende wasmachines, loslatende kit en andere ellende. Met, zoals gewoonlijk, de onmisbare hulp van zijn papa en zijn broer.
Daarnaast blijft de leuke jongen uit de trein gewoon de allerbeste eindredacteur en de allerbeste persoon om met me mee te denken en mij op het juiste moment een schop onder mijn kont te geven (‘denk aan je back-up, ga eens op zoek naar een andere netwerkvereniging, heb je al gekeken hoe laat de bus vertrekt…’). Zonder hem was mijn leven een stuk chaotischer en mijn werk veel minder professioneel dan het nu is. Lucky me!

Balen van: eerstewereldproblemen. Besluiteloosheid en uitstelgedrag. Ik zou willen dat ik eens wat anders opschreef, maar dit blijft ons grote struikelblok. Een geldbedrag uit 2012 waarvan we iets leuks zouden doen, zit nog steeds in een envelop. Versleten eetkamerstoelen die niet lekker zitten, zijn al twee keer met ons mee verhuisd. De televisie staat al drie jaar op een dressoir dat eigenlijk in de gang hoort te staan. En nu is het ‘project tuin’ in de wachtstand beland. Er is een tekening waar ik blij mee ben. Er is al een paar weken een tekening waar ik blij mee ben. Er is over een paar weken nog steeds een tekening waar ik blij mee ben…
Waar ik ook vreselijk van baalde, was dat ik voluit achterover viel in een leegstaande kleifabriek. Bovenop mijn laptop. Mijn jas moest naar de stomerij, mijn tas naar de schoenmaker en mijn laptop naar de computerhelden die alles kunnen maken. Ik was dus tijdelijk min of meer werkloos.

Genieten van: onverwacht goede “feestjes”. Zoals afgelopen vrijdag. De leuke jongen uit de trein en ik gingen ‘even wat drinken.’ Steeds meer vrienden en bekenden kwamen de kroeg binnen. Ergens na sluitingstijd rolden we naar buiten. De tijd was omgevlogen. De volgende ochtend was ik hees van het lachen en het meezingen.
Om mij heen maken veel mensen carrière en kinderen en daardoor was ik bang dat spontane activiteiten tot het verleden zouden gaan behoren. Die angst was ongegrond. En zo resulteert mijn uitspraak ‘ik wil wel mee naar Faith no More’ ineens in een heel weekend Amsterdam met zes personen. Wat een leuk leven heb ik toch.

Uitkijken naar: carnaval. Vorig jaar had ik wachtdienst vanaf carnavalsmaandag, waardoor het maar een kort feestje werd. Dit jaar kan ik drei daog laank gaan en staan waar ik wil. Iedere dag in een ander pekske. Over carnaval gesproken, daar schreef ik elders een blog over.

Actief bezig met: huppelen. De vrolijke benaming  voor ieder weekend afzien op de hometrainer, loopband en crosstrainer. En sinds kort ook weer op dat verschrikkelijke roeiapparaat (dat schijnt goed voor je lijf te zijn). Gelukkig in goed gezelschap, dat maakt het een stuk draaglijker. De laatste tijd komt er ook weer ritme en regelmaat in het zwemmen waarvoor ik nog steeds naar Beek rijd, wat eigenlijk een beetje ‘van de zotte’ is. Iedere dinsdag en donderdag maak ik met een ‘Hasselt-collega’ een wandeling van een half uur. Als ik niet te veel afspraken heb, ga ik ook wandelen tijdens de drie ‘Maastricht-dagen’. Met mijn conditie zit het wel goed, maar van al mijn lichamelijke activiteiten zie ik helaas niets terug op de weegschaal. Ik merk ook niets aan mijn kleding, maat 44 zit even strak als altijd. En ja, ik weet perfect hoe dat komt. Ik kan er de vreselijke uitspraak ‘ieder pondje gaat door het mondje’ op loslaten 😉

Aan het kijken naar: Over mijn lijk. De aflevering van afgelopen donderdag helaas nog niet kunnen kijken, maar tot nu toe is het weer een indrukwekkende serie. Wat een ontzettend leuke, spontane mensen die door ‘het onrecht’ getroffen worden. Ontroerend hoe zij ‘de achterblijvers’ proberen te troosten. Mooi om te zien dat ze nog zo veel mogelijk uit het leven halen.
Verder kijk ik vooral naar programma’s die om nieuws/actualiteit draaien. Maar ik keek nog steeds geen enkele volledige aflevering van Op1 of van Jinek sinds de omschakeling. Ik ga DWDD niet missen.

Aan het lezen in: Ali en Nino van Kurban Said. (Dankjewel V. dat je dit boek bij mij achterliet). Ik heb pas twee hoofdstukken gelezen, dus ik kan er nog niet veel over zeggen, maar de schrijfstijl spreekt me erg aan. Het is nu al confronterend, want wat blijk ik verdomd weinig van geografie en geschiedenis te weten.
Het verhaal speelt zich af in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw in Azerbeidzjan. Ali Khan is moslim, voorstander van eerwraak, liefhebber van met zijn handen eten, zoon van een steenrijk edelman, neef van een nog rijkere oom die er vier vrouwen en een aantal eunuchen op na houdt. Ali spreekt Russisch, Tataars, Arabisch en Turks, zit op een Russische school waar de tsaar en de verworvenheden van Europa worden verheerlijkt, maar hij houdt meer van Azië dan van Europa. Hij wordt verliefd op de Georgische, christelijke Nino die naar de nonnenschool gaat, met mes en vork eet en niet van plan is om ooit een sluier te gaan dragen. Benieuwd hoe het verder gaat.