Vannacht op de huisartsenpost…

Een van mijn slechtste eigenschappen is dat ik te veel klaag. Vaak over dingen die helemaal niet zo dramatisch zijn of over dingen waar ik toch niets aan kan veranderen, zoals het ongelofelijk slechte weer deze zomer of de lange rij aan de kassa van de supermarkt. Bovendien ben ik een echte jankert; voel ik me gekwetst of onbegrepen, dan rolt er al snel een traantje. Dat vind ik ook geen al te beste eigenschap, ik vind mezelf op dat moment meestal een aansteller.

Heel anders is het bij fysieke pijn, daar klaag ik zelden over en erom huilen gebeurt al helemaal niet. Toen ik op de boerderij waar ik altijd speelde mijn onderbeen openhaalde aan een roestige spijker, klom ik rustig uit het hooi en ging binnen aan het jongetje des huizes om een pleister vragen. Een docent op de basisschool viel bijna flauw toen hij het gat in mijn been zag dat ik opliep toen ik in plaats van over een muurtje te springen er tegenaan sprong. Ik bleef volkomen kalm en zei ‘doe er maar wat jodium op, dan kan ik verder spelen’.

Die tolerantie ten opzichte van pijn heb ik weten te behouden tot vandaag.
De ontsteking achter mijn oor die om de zoveel tijd terugkomt.
De blaren op mijn voeten na het rennen.
De eeuwige botsing tussen mijn bovenbenen en hoekjes van tafels.
Ik haal er mijn schouders over op.
Het zij zo.

Maar vannacht, op de huisartsenpost in het ziekenhuis, had ik gewild dat ik had kunnen vloeken, tieren, klagen en huilen. Ik kon het niet. Ik kon alleen maar rondlopen en in stilte heel ongelukkig uit mijn ogen kijken. Waarschijnlijk een galsteen, concludeerde de dokter toen ik eindelijk aan de beurt was.

Zelden ben ik overigens onvriendelijker behandeld dan door de doktersassistente in de huisartsenpost. Er hangen overal bordjes dat de medewerkers respect verdienen, dat kwaad worden slecht is voor je hart, dat agressie niet wordt geaccepteerd en dat vriendelijkheid een belangrijke deugd is. Misschien even aan de assistente uitleggen wat vriendelijkheid betekent? Dat betekent niet dat er geen ‘goedenacht’ vanaf kan als je binnenkomt en dat betekent ook niet dat je iemand af moet blaffen omdat ze geen afspraak heeft gemaakt. De dokter zelf was ook geen toonbeeld van vriendelijkheid. Als ik mijn broek voor je moet laten zakken omdat je een lange naald in mijn bil wil steken, mag je je op zijn minst even aan me voorstellen.

En zo ben ik toch weer aan het klagen.

P.S. Waar ik absoluut NIETS over te klagen heb, is over de leuke jongen uit de trein, die mij in een taxi hees en mijn hand vasthield. Aaaaaah.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s