Therapie

Ze hoefde het woord ‘vader’ maar te noemen en ik begon te huilen. En mijn vader kwam héél vaak voorbij vanmorgen.

Na de intake – door familieomstandigheden van haar al zes weken geleden – had ik vandaag mijn eerste echte therapiesessie. “De rondjes zijn de vrouwen, de vierkanten zijn de mannen, de inkeping is de kijkrichting. Leg je gezin neer zoals het vroeger was.”

Legde ik mijn ouders naast elkaar, want altijd op één lijn waar het hun kinderen betrof, of tegenover elkaar, omdat ze ook zo veel van elkaar verschilden? En wat deed ik met mijn broertje, waar ik nog niet echt een band mee had toen we nog allemaal thuis woonden, maar later wel toen hij als veertienjarige bij mij bleef logeren en met mijn vrienden mee op stap mocht?

Ik raakte af en toe gefrustreerd. Als zij vroeg ‘maar hoe was dat dan?’ of ‘spraken jullie daarover?’ en ik me dat niet meer kon herinneren. En dan huilde ik weer. Soms zo hard dat ik niet meer kon praten.

Split, Kroatië

Wat doe ik hier?

De aanleiding om in therapie te gaan, was dat mijn lichaam én mijn hoofd aangaven dat ik niet goed bezig was in combinatie met de bezorgde blik van de leuke jongen uit de trein. De flitsen voor mijn ogen. De hartkloppingen. De vermoeidheid. De vergeetachtigheid. Misselijk. Warrig. Chaos. Zo’n drie keer per dag ergens staan en niet meer weten wat ik er ging doen. E-mails waarvan ik dacht dat ik ze verstuurd had, die een dag later nog bij mijn concepten stonden. Afspraken die mijn agenda nooit haalden. Vaak moest ik mijn improvisatietalent aanwenden om niet door de mand te vallen. “Nee hoor, ik was het niet vergeten.”

Dat gaat allemaal beter. Chaos houd ik altijd, zo zit ik nu eenmaal in elkaar, maar het is een stuk minder. De flitsen en de hartkloppingen heb ik al een paar weken niet meer gehad. Ik heb iets meer energie, al houdt het nog niet over. Misselijk was ik toen ik vorige week in Split na het royale voor- en het hoofdgerecht ook nog aan het dessert begon: een stuk chocoladetaart. Een heel ander soort misselijkheid dan de knoop die de afgelopen tijd zo vaak in mijn maag lag.

Het kwam vooral door de enorme hoevelheid werk dat het niet goed met me ging, had ik bedacht. En dat is er zeker een onderdeel van. Want nu ik ben gestopt met WijLimburg en nu ik weet dat een paar wachtdiensten voor Chemelot van me worden overgenomen, voel ik me beter. Ik heb het gevoel dat ik alles op tijd af kan krijgen wat er nu op mijn bord ligt, zonder in 45-urige werkweken te belanden. Misschien lukt het zelfs in 36 uur en houd ik het eindelijk vol om de woensdagochtend te reserveren voor zwemmen en koffiedrinken.

Blood thicker than mud?

Maar er is natuurlijk veel meer aan de hand. Dat ik geen prater ben (zie vorige blog). Dat ik zo hard mogelijk van conflicten wegvlucht om de confrontatie maar niet aan te gaan. Dat ik een groot talent heb voor het bewaren van de lieve vrede ten koste van mezelf. Dat de leuke jongen uit de trein en ik soms zo boos zijn op elkaar, om niks, of niet veel. Dat ik terugkijk op een fijne jeugd, maar het mis om hechte familiebanden te hebben.

Je vrienden zoek je uit en ik houd ontzettend veel van mijn vrienden. Als er met iemand iets is, laat ik alles uit mijn handen vallen om er voor hem of haar te zijn en andersom. En hoe leuk was het dat ik gisteren zomaar ineens in Kerkdriel zat en aan tafel schoof bij het mooie gezin van studievriendin A? Het was genieten. Maar als ik terugdenk aan het feest dat de leuke jongen uit de trein en ik begin 2019 gaven en waar bijna niemand van mijn familie was, doet dat nog steeds een beetje pijn. Terwijl het een fantastisch feest was dat ik voor geen goud had willen missen.

Als ik rondloop op een familiedag van zijn familie (twee weken geleden), zelfs als ik rondloop op een super verdrietige crematie in zijn familie (afgelopen woensdag) dan voel ik zo veel warmte. Nichten en neven die ook vrienden van elkaar zijn. Zwagers die wekelijks met elkaar kaarten. Zussen die ieder jaar samen oud & nieuw vieren. Nichten, neven en tantes die op elkaars kinderen passen. Elkaars hond uitlaten. Elkaars planten water geven. De jaarlijkse ‘wedloop’ wie het eerst de stekjes van mijn schoonvader aan het bloeien heeft. Terwijl ik me nauwelijks kan herinneren wanneer ik mijn ooms en tantes voor het laatst zag om over nichten en neven maar helemaal te zwijgen.

De familiedag aan mijn mama’s kant sneuvelde een paar jaar geleden en niemand voelde zich geroepen er nieuw leven in te blazen. Met de familie van mijn papa heb ik ook nauwelijks contact, terwijl zijn zus de enige nog levende persoon is die mijn papa haar hele leven heeft gekend. Ik zou haar zo veel kunnen vragen… Willen vragen…

Trauma

Therapie dus. Anderhalf uur lang peuterde zij in mijn familiewonden en in het trauma dat het plotselinge overlijden van mijn papa heeft veroorzaakt. Het is voor het eerst dat ik het zo noem. Trauma.

Als je er 19,5 jaar later anderhalf uur om huilt, zal het dat wel zijn.

Onverwerkt.

Trauma.

  1. Dikke knuffel en liefdevolle warmte voor een pracht mens 😘
    Leef met je mee, het heeft je gemaakt zoals je bent. Je trauma, zoals je het aangeeft, zit diep, onbewust en openbaart zich nu aan je. Goed dat je daar hulp bij hebt om het een plekje te geven.
    Lieve groet oet Hoensbroek,
    Brigitta

    • Dankjewel voor je dikke knuffel en mooie woorden. Ik zocht eigenlijk geen hulp vanwege dat trauma, maar voor andere dingen. Maar ja, als zo’n therapeut begint te peuteren…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s