Ik wist het zeker, op 1 juli 2015 had ik geen andere banen meer nodig, want ik zou kunnen leven van mijn eigen bedrijf. Dat kreeg iedereen te horen die mij rond de jaarwisseling naar mijn goede voornemens vroeg. En ook later riep ik dat nog regelmatig, want het moest verdorie maar eens afgelopen zijn met het afnemen van enquetes, het smeren van broodjes, het opnemen van de telefoon en andere nevenactiviteiten waar ik geen voldoening uit haalde. De economie zou aantrekken, mijn netwerk zou zich uitbreiden, appeltje eitje.
En toen zat de eerste helft van dit jaar er alweer bijna op. Deed ik genoeg? Blijkbaar niet. Ik ging naar netwerkbijeenkomsten, promootte mezelf waar ik de kans kreeg en verhoogde zelfs mijn uurtarieven. Maar als ik een voorzichtige blik op mijn financiën werp, verdien ik tot nu toe in 2015 ongeveer 10 euro meer per maand uit mijn eigen bedrijf dan in 2014. Dat komt dus niet eens in de buurt van ‘genoeg om van te leven’. Tenzij ik naar, pak ‘m beet, Benin emigreer. Wat ik geenszins van plan ben, ondanks de fantastische, zonnige dagen die ik er afgelopen maand doorbracht.
Zoeken. Dwalen. Falen.
Faal. Faaltaal. Fataal.