Deze blog schreef ik op woensdag 13 juni, maar publiceer ik uit ‘veiligheidsoverwegingen’ nu pas. Nadat ik mijn laatste werkdag achter de rug heb. Ik had overigens een heel leuk afscheid met vele knuffels, zoenen en succeswensen voor de toekomst. En een VVV-bon.
Ik heb een aantal super leuke collega’s en mijn werk is, ondanks dat ik iets heel anders zou willen doen, niet echt vervelend. Toch botst het. Ik ben een denker en een vragensteller en zie mezelf graag als kritische geest. Ik kan die (aangeleerde) eigenschappen niet op commando uitschakelen. Dat gaat me nu mogelijk mijn kop kosten, want mijn directe leidinggevenden vinden snelheid belangrijker dan kwaliteit.
“Ik begrijp iets niet, zou je het me kunnen uitleggen?” is een vraag die ze niet kunnen waarderen. Het probleem doorsturen naar een collega die het wel begrijpt, is het advies. Het is namelijk niet de moeite om een uitzendkracht alle procedures te leren, want dat kost tijd. Misschien wel 10 minuten per handeling. 10 minuten waarin ook drie telefoontjes afgehandeld kunnen worden.
Aan de telefoon is de vraag “Wilt u uw naam even voor mij spellen?” volgens diezelfde leidinggevenden totaal overbodig, want dat kost weer een paar seconden en als we een klant onder een verkeerde naam aanmelden, belt hij of zij vanzelf wel een keer terug. Of niet, dat maakt ook niet uit, zo vaak ontvangen klanten toch geen post.
Vragen waarom bepaalde procedures zijn zoals ze zijn en of het niet makkelijker kan, is helemaal uit den boze. Mensen die het kunnen weten, hebben erover nagedacht over, dus dat is dan zo. Daarom beantwoord ik de mailtjes die als laatste binnenkomen als eerste, waardoor de mensen die een prangende vraag stelden in maart of april sindsdien vruchteloos op antwoord wachten. Er is nu eenmaal een achterstand en die kan met het huidige aantal fte’s niet worden ingelopen. Tenzij we met zijn allen sneller gaan werken natuurlijk. Geen vragen meer stellen dus en niet wachten tot een klant zijn naam gespeld heeft.
Ondertussen worden voorstellen waardoor tijd gewonnen kan worden, vakkundig genegeerd. Het is niet verrassend dat er, naar mijn bescheiden mening, vooral op het gebied van communicatie een heleboel te winnen valt. Bijvoorbeeld door wat wij naar klanten sturen, eerst door een leek te laten lezen. Maar ik doe mijn mond niet meer open, verbetervoorstellen slik ik direct weer in met een kopje lauwe automatenkoffie.
Volgende week wordt gekeken of ik mijn ‘targets’ haal. Zo niet dan mag ik over een paar weken mijn spullen pakken. Die targets zijn haalbaar als ik volledig tegen mijn natuur inga, mijn mond houd, mijn kritische bril afzet en mijn verstand uitschakel. Misschien ga ik dat doen.
Voor een paar maanden extra ‘zekerheid’.