Waarom een afwijzing de juiste uitkomst was

Ineens kwam mijn droombaan voorbij. De baan die ik zocht toen ik in 2010 terugkwam uit Brussel. Een functie die destijds na het schrijven van zo’n 300 sollicitatiebrieven nog steeds niet binnen handbereik was. Dus deed ik frustrerend callcenterwerk (“een plus is hetzelfde als twee nullen!”), werd ik onderbetaald en ondergewaardeerd bij een hobbygroothandel, schoot ik voortdurend in de verdediging bij de klantenservice van de Bijenkorf en plande ik vanuit WML afspraken voor het plaatsen van nieuwe watermeters waar niemand op zat te wachten.

Pas halverwege 2016 besloot ik te stoppen met zoeken naar een baan in loondienst en vanaf 1 januari 2017 stortte ik me volledig op mijn eigen bedrijf. Met succes, want vrijwel direct had ik genoeg (interessante, leerzame) opdrachten om voltijds te werken en daarnaast nog leuke dingen te doen.

Dus maakte ik me geen zorgen toen ik in februari hoorde dat ik per 1 april mijn vaste 16 uur per week in Hasselt kwijt zou raken. Een beetje netwerken, een oproepje op social media en dan zou ik de gaten wel weer vullen met ander schrijfwerk.

Maar wat een voorjaar vol verslaggeving van evenementen leek te worden, veranderde in sappelen en schrappen. Evenementen gingen niet door en corona was voor veel klanten een reden om zo veel mogelijk redactiewerk door hun medewerkers in loondienst te laten doen. Ik maakte me nog steeds geen zorgen, maar ik verveelde me, liep met mijn ziel onder de arm, zat mezelf in de weg.

En toen kwam dus die droombaan voorbij. Een hele brede communicatiefunctie op een hoofdkantoor van een internationaal opererend bedrijf. Schrijven, adviseren en redigeren. Verschillende talen spreken. Rekening houden met cultuurverschillen. Ik solliciteerde, had een eerste gesprek en hoorde prompt dat ik bij de laatste twee kandidaten zat.

Mijn hoofd sloeg op hol. Stel dat ik het zou worden? Wat moest ik dan met mijn eigen bedrijf? Combineren zou haast onmogelijk zijn. Ik maakte lijstjes met plussen en minnen, praatte met de leuke jongen uit de trein en een paar vriendinnen, werd onrustig… en ging het tweede gesprek in. Ik voelde me opgefokt, maar voerde een leuk en ontspannen gesprek. Wat niet bijdroeg aan de chaos in mijn hoofd. Wat ging ik doen als de keuze op mij viel? De volgende dag zou ik iets horen. Maar in plaats van op vrijdag kwam het verlossende antwoord pas op dinsdag. Het was blijkbaar moeilijk kiezen tussen de twee kandidaten.

Ik werd het niet. En de opluchting was groot.

Een week later kwamen drie nieuwe opdrachten binnen.

 

Op dit moment #8

Genieten van: de zomer. Toegegeven, het is misschien wat aan de hete en droge kant, maar ik krijg zó veel energie van zon en ijsjes. Ook als het zweet in straaltjes over mijn rug loopt. En met een steeds groter schuldgevoel als ik mijn planten alwéér water geef.

Blij met: mijn bedrijf. Toegegeven, ik begon mij langzaam zorgen te maken vanwege weinig werk en daarmee weinig inkomsten, terwijl er in de zomer meer geld uitgaat dan in de winter. Aan mensen kijken op een terras. Aan het zwembad. Aan ‘ach we kunnen die salade ook op restaurant eten’. Die zorgen zijn inmiddels achterhaald. Ik mag bijzondere, uitdagende nieuwe dingen doen. Een duurzaamheidsverslag schrijven. Een storyboard maken voor een animatie. En -als alles meezit – de samenwerking aangaan met een nieuwe opdrachtgever. Een opdrachtgever waarvan ik denk dat die mij goed past. Een technische en ingewikkelde omgeving voor een alfa zoals ik, maar dat is precies wat ik leuk vind. Chocolade maken van dingen die ik in eerste instantie niet begrijp. En het vervolgens zó opschrijven dat iedereen het snapt.

Balen van: het moment dat ik ‘ja, is goed’ antwoordde op de vraag of ik twee weken achter elkaar calamiteitendienst wilde draaien. Omdat ik daarmee de vakantie van de leuke jongen uit de trein alweer voor een deel om zeep help. Omdat ik daarmee heel vaak nee moet antwoorden op vragen als ‘wil je ook een wijntje?’, ‘ga je mee zwemmen?’, ‘zullen we vanavond gaan wandelen?’ Ik kan alleen de deur uit met pieper, telefoon en laptop op zak en heb een actieradius van 10 minuten bij mijn auto vandaan en 30 minuten bij mijn opdrachtgever vandaan.

Aan het lezen in: De verrekijker van Kees van Kooten. Daar wil ik het nog niet over hebben. Het boek dat ik hiervoor las, was Homegoing van Yaa Gyasi. Daar wil ik het wél over hebben. Ga dat lezen! Kippenvel en buikpijn als één van de vele hoofdpersonen beschrijft hoe ze met honderden andere slaven in de kelder van een Brits fort ligt. Bovenop haar ligt een vrouw die haar urine laat lopen en naast haar sterft een andere vrouw. Hoe ze zich daarbij voelt, wordt niet beschreven. Ik kan en wil het me ook niet voorstellen. De invloed van slavernij op het leven van meerdere generaties in Ghana en in Amerika wordt pijnlijk duidelijk gemaakt. Indrukwekkend.

Aan het kijken naar: niets. Dat maakt de leuke jongen uit de trein ruimschoots goed met het consumeren van de Tour en een hoop andere sport. Morgen begint mijn favoriete serie weer: The Bridge. Briljante serie. Ik ben mee vanaf de eerste noten van het beginmuziekje. Is het al bijna morgen?

Beren op de weg: hebben het uiterlijk van blauwe enveloppen. Het is natuurlijk een goed teken dat ik zo veel moet betalen, maar het doet nogal pijn op dit moment. Zie punt 2 van dit lijstje waar ik weinig inkomsten en veel uitgaven noem.

Leuke dingen om naar uit te kijken: Brussels Summer Festival half augustus. In de voortuin van de koning genieten van een aantal bekende en een heleboel onbekende bands. En voordat de muziek begint een enkel museumbezoek en héél veel eten. Iedere keer dat we in Brussel zijn, komt er weer een restaurant bij waar we terug naartoe willen. Met als gevolg dat we nu drie keer per dag zouden moeten gaan eten om ze allemaal af te vinken. Kill your darlings 😉
En aan het eind van dezelfde maand een kort weekend naar Parijs met twee vriendinnen die er nog nooit zijn geweest. Ik heb reis en hotel geboekt en word ter plaatse gids én woordvoerder. Denk dat we een terrasje nemen ergens op de heuvel van Montmartre en ik vanaf daar de bezienswaardigheden aanwijs.

Lieke Schrijft_Facebook

Niet perfect

Om mij heen hoor ik het ene na het andere verhaal van en over mensen die gebukt gaan onder het label ‘perfectionisme’. Ze mogen van zichzelf niets fout doen, schieten voortdurend in een kramp en zijn nooit tevreden. Ze zijn eigenlijk een week voor de deadline al klaar, maar blijven finetunen tot de laatste minuut. Bang en onzeker tot aan in foetushouding op de keukenvloer liggen huilen aan toe. Wat een ellende.

En toch zou ik graag een beetje meer last hebben van perfectionisme. Ik haal altijd mijn deadlines, verdiep me in de doelgroep waar ik voor schrijf en baal als een stekker als er nog een typefout blijkt te staan in een afgeronde opdracht, maar een perfectionist kun je me niet noemen.

Terwijl deze maand de perfecte maand is voor perfectie. Met maar zo’n 20 uur in de week werk in plaats van de gebruikelijke 40, blijven er zeeën van tijd over.

Zeeën van tijd om een verhaal te schrijven, het door een vakgenoot te laten nakijken, er zelf nog een tweede en derde keer naar te kijken en het vervolgens pas naar de klant te sturen. Met nog een voorstel voor een alternatieve titel en een samenvatting voor social media erbij, als extraatjes.

Zeeën van tijd om een zoekwoordenanalyse los te laten op mijn website en een lijstje aan te leggen met blogonderwerpen waarmee ik mijn vindbaarheid vergroot. En als ik toch bezig ben, ook professionele foto’s laten maken waarop ik van mijn beste kant te zien ben.

Zeeën van tijd om van een offerte meer te maken dan een droge opsomming van werkzaamheden met bijbehorend uurtarief. Door een gedetailleerd plan toe te voegen over hoe ik de klus ga aanpakken en hoe een eventueel vervolg van de opdracht eruit kan zien.

Niets van dat alles.

Ik lees de krant, dwaal rond op Facebook, maak een wandeling en zoek online naar een televisiekast, een hotel in Brussel, een vakantiebestemming voor september. Ik haal nog maar eens koffie, staar naar buiten en verdwijn in een dagdroom. En ja, ik haal mijn deadlines, verdiep me in de doelgroep en probeer geen enkele taal- of tikfout te maken. Mijn klanten zijn tevreden.

Maar ik niet. Want ik weet dat het perfect had kunnen zijn.

Perfection

Voor een dubbeltje op de eerste rang

Lunch“Lieke, je uurtarief is echt te laag, verhoog je prijzen nu eens”, hoor ik vaak van vrienden, vakgenoten en ex-collega’s. Ik blijf dat moeilijk vinden, zeker bij bestaande opdrachtgevers. Terwijl dat eigenlijk raar is, want juist de mensen waar ik al lang voor schrijf, weten wat ik kan.

Vandaag stelde ik een (voorzichtige) daad. Vandaag vertelde ik aan een opdrachtgever dat ik niet meer voor hem wil werken. Iets wat ik een jaar geleden nog niet durfde, bang voor te weinig werk. De opdrachtgever biedt een prijs per verhaal die ik van andere opdrachtgevers per uur krijg (en zoals gezegd vinden anderen mijn uurprijs al aan de lage kant).

Een verhaal betekent: naar een evenement gaan, daar één of meerdere mensen interviewen en een foto maken, verhaal uitschrijven, verhaal afstemmen met de geïnterviewden en eventueel nog iets aanpassen, verhaal en foto doorsturen naar opdrachtgever, factuur sturen. Als het allemaal meezit, het evenement in de buurt is en de geïnterviewde in één keer akkoord gaat, is dit ongeveer drie uur werk. Gemiddeld ben ik vijf uur met zo’n verhaal bezig. Waardoor een bedrag per uur overblijft dat minder is dan het minimumloon.

Eigenlijk is dat uitbuiting, toch? Maar hele volksstammen blijven akkoord gaan, om dezelfde reden als dat ik tot nu toe akkoord ging. Gelukkig is er veel ten goede veranderd sinds #tegendebakker. Het ontbreekt me alleen nog vaak aan lef.

 

Een egobericht: wat ik wil in 2017

talking-circles-portraits-0413-christian-charlier
© Christian Charlier

Als ik opschrijf wat ik wil bereiken in 2017, dan kunnen jullie me erbij helpen. Mij onder mijn kont schoppen, een duw in de goede richting geven, een goed woordje voor me doen, mij met de neus op de feiten drukken en wat dies meer zij. Dat ik hiermee wachtte tot 17 januari, zegt helemaal niets, haha.

In 2017 wil ik:

  • Het financiële gat opvullen dat het volledig vertrekken uit loondienst achterliet and then some.
  • Een auto kopen. Ik ben erg ‘groen’ ingesteld en zeker niet van plan die auto overal voor te gaan gebruiken, maar ‘zelfstandige zonder auto’ is geen goede uitgangssituatie om je bedrijf succesvol te houden.
  • Een klein beetje leren vormgeven. Ik kocht ooit een dure cursus waar ik vervolgens niets mee deed. Slechte zaak. Terwijl ik de basisvaardigheden gewoon nodig heb. Stap één: de benodigde programma’s op mijn nieuwe laptop (laten) installeren.
  • Voor de vierde keer tien kilometer rennen bij Maastrichts Mooiste, na een afwezigheid van twee jaar. Liefst onder de 1.07, wat in 2014 mijn eindtijd was.
  • Onder de 80 kilo blijven. In het verleden stelde ik veel ambitieuzere doelen als het om mijn gewicht ging, maar schade en schande leert dat ik daar simpelweg de wilskracht niet voor heb. Meer sporten, geen probleem. Overschakelen op volkorenpasta en zilvervliesrijst, geen probleem. Minder drinken, geen probleem. Minder snoepen, groot probleem! En ach, met 80 kilo zit ik nét onder een BMI van 30, wat de grens tussen overgewicht en obesitas is.
  • Een definitief besluit nemen samen met de leuke jongen uit de trein of we nu wel of geen kind willen opvoeden. Het is jammer dat er een biologische deadline aan vast zit, anders stelde ik de beslissing graag nog even uit.
  • Naar Parijs. “Vroeger” ging ik jaarlijks, nu ben ik al een paar jaar niet meer geweest. Terwijl la cité de l’amour praktisch om de hoek ligt.
  • Meer op pad in mijn eigen regio. Nog dichterbij dan Parijs liggen zó veel mooie plekken. Gisteren liep ik nog door de sneeuw in Eupen, prachtig.
  • Nadenken. Niet te snel oordelen. Een mening uiten, is niet moeilijk deze dagen. Je mening nuanceren en er zeker van zijn dat het echt de jouwe is, dat is een kunst. Die kunst wil ik graag leren beheersen in 2017.

4_dscn2734

Bellen

Uren hingen we aan de lijn. De vaste lijn. Ik zat dan meestal op de zoldertrap. Vaak hadden we elkaar vlak daarvoor nog gezien. Desondanks was “Trek jij straks een jurkje aan naar dansles?” een vraag waar we het nog uren over konden hebben.

Twintig jaar later bel ik nog maar zelden. Zelfs haar bel ik niet, behalve als afspreken via Whatsapp niet opschiet. Of als ze jarig is.

Ik haat bellen. Stiekem heb ik nog steeds liever dat mijn mama mijn kappersafspraak maakt. Of de dokter belt. Of een klantenservice. Een knoop in mijn maag en alles erop en eraan. Vooral bij onbekenden. Lastig als je tekstschrijver bent en je werk grotendeels bestaat uit het maken van interviewafspraken met onbekenden.

Zodra ik het nummer heb gevonden (lees: het mailtje heb geopend waarin de opdrachtgever het nummer heeft vermeld), heb ik eigenlijk geen excuus meer om niet te bellen. Dan moet ik wel. Dus het opzoeken van het nummer, schuif ik alvast een paar uur voor me uit. Eerst dat andere interview nog even uitwerken en die ene factuur versturen. En dan toch ook eerst nog even heel goed lezen waar ik die persoon eigenlijk over wil spreken. *Ik kan zijn LinkedIn profiel wel even opzoeken. Oh hij ziet er heel anders uit dan ik dacht. Hij schrijft blogs, wat leuk, even lezen.* En het is zo weer een uur verder.

Mister Deadline tikt zachtjes op mijn schouder “Als je nu niet belt om een interviewafspraak te maken, komt het nooit meer goed.”Ik toets het nummer in. Dat gaat uiterst nauwkeurig, met een controle na ieder cijfer. Want ik wil absoluut niet het verkeerde nummer draaien om vervolgens nóg een keer te moeten bellen.

De telefoon gaat over. En nog een keer. Ik voel sterk de drang om op het rode knopje te drukken. *Ik kan toch veel beter een e-mail sturen?* En nog een keer tooooeeeet. *Pfjoew, lang genoeg gewacht, ik mag ophangen.*

“Goedemiddag, met…” *Ai, waar belde ik ook alweer voor? En namens welk bedrijf?* “Ja hallo met Lieke van Lieke Schrijft, maar ik bel nu eigenlijk voor X, want daar maak ik een personeelsblad voor en ik had uw naam gekregen van…”

Ik begin meteen te ratelen.

Uiteindelijk komt alles goed. Zoals altijd. En met een hartslag van 160 noteer ik de interviewafspraak in mijn agenda.

 

Held op sokken maakt haar punt

taart
Als zelfstandige moet je voor je eigen belangen durven opkomen. Wie mij kent, weet dat ik absoluut geen held ben op dit gebied. Maar er is niemand anders die het voor me doet. Niemand die vraagt of ik buikpijn of slapeloze nachten heb van een opdracht, niemand die vraagt wat ik eigenlijk nodig heb om mijn werk goed te kunnen doen. De leuke jongen uit de trein geeft natuurlijk bakken vol morele steun, maar mijn poot stijf houden, dat moet ik zelf doen.

Ondertussen is de hype van #ditzegjeniettegendebakker alweer over zijn hoogtepunt heen, maar de praktijk blijft helaas ongewijzigd. Jammer. Heel jammer.

‘Zes maanden geleden ben je bij me geweest om een opdracht te bespreken voor 2000 broden. Dat gaat nu spelen. Kun je morgen leveren?’

‘Betalen? Oh. Oké. Nou ja, ik dacht, dat broden bakken is toch een soort hobby hè? En we kennen elkaar viaviavia, dus…’

‘Gefeliciteerd, je mag gratis honderd taarten voor ons bakken. Ik kan je naam er wel bij zetten in de vitrine.’

‘Ja, ik weet dat broden bakken je specialiteit is, maar dat gaan we toch zelf doen. Je mag de broden wel snijden.’

In de afgelopen drie jaar, kwam er bijna maandelijks een dergelijk oneerbaar voorstel langs. Vaak zei ik er ‘ja’ op. In de veronderstelling dat het dé manier is om ook de grote, goed betaalde opdrachten met minder stressopwekkende deadlines binnen te halen. Oh verrassing. Zo werkte het meestal niet.

De mensen die proberen voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten, zullen het zich lang niet altijd realiseren, maar het doet pijn om dit soort verzoeken te krijgen. Het betekent dat ik niet serieus word genomen en geen waardering krijg voor iets waar ik echt wel goed in ben. (Zo!)

In 2015 durfde ik het eindelijk aan om -met hartkloppingen en klamme handjes- mijn uurtarief te verhogen. Dat ging verrassend gemakkelijk, slechts één vaste opdrachtgever ging er niet in mee (en een ander heb ik niet gevraagd, wegens goed doel). Voor 2016 had ik me voorgenomen om vaker nee te zeggen op oneerbare voorstellen. Het eerste verzoek van het jaar om gratis teksten te schrijven heb ik ondertussen beleefd geweigerd. Met een klein beetje buikpijn, dat dan weer wel… want je weet maar nooit, als iemand mijn naam daar ziet staan…

Goed begonnen

DSCN1941

 

 

 

 

 

 
Toen het twaalf uur werd, knuffelde en kuste ik eerst de leuke jongen uit de trein. Daarna omhelsde ik de acht andere gezelligheidsdieren in onze afgesloten stamkroeg. We liepen naar buiten. We hadden bubbels. Het was droog. We deden niet aan vuurwerk, wel aan sterretjes. De rest van de nacht brachten we lachend, etend, drinkend en spelletjes spelend door. We zijn daar goed in. Het nieuwe jaar is begonnen zoals het moest beginnen.

Inmiddels is het alweer dag 3 van 2016. Een beetje stiekem beantwoordde ik de eerste e-mails. Werkte ik aan een nieuwsbrief voor Lieke Schrijft. En zocht ik de eerste bonnetjes bij elkaar voor mijn belastingaangifte. Ongestructureerde werkzaamheden tussen het gelukkig-nieuwjaar-wensen en uitslapen door.

Als ik al goede voornemens heb, dan hebben die vooral betrekking op een betere planning van mijn werk, waardoor er meer tijd overblijft om te genieten van mijn vrije tijd. Minder werkontwijkend gedrag. De kracht om nee te zeggen als ik ergens geen zin in heb. Het enthousiasme om ja te zeggen als een opdracht me gelukkig maakt, ook al weet ik nog niet hoe ik die in moet plannen. En ik ga eindelijk werk maken van die werkplek buiten de deur.

Ik hoop dat 2016 een zorgeloos jaar wordt. Voor mij, voor jou. Normaal houd ik er niet van om Engelse woorden te gebruiken in een Nederlandse tekst, maar soms is die taal zo veel krachtiger dan de onze. Dit is mijn wens voor iedereen: worry less, love more and don’t regret.

 

In theorie heb ik nooit stress

20151102_130543_resized
Ik sta niet bekend als iemand die snel in de stress schiet. In tegendeel. Ik las net de aanbevelingen op LinkedIn nog eens na om mijn ego een oppepper te geven en daar wordt het bevestigd: Lieke, die kan tien bordjes tegelijk draaiende houden, of tien ballen in de lucht.

“Ze werkt altijd aan meerdere opdrachten tegelijk en dat gaat haar goed af, zonder te stressen.”
“Een keiharde werker die soms vijf paar handen lijkt te hebben – hoe ze anders al haar activiteiten voor elkaar krijgt, zou me een raadsel zijn.”

Maar het lijkt of de magie is uitgewerkt. Ik raak een beetje verstrikt in mijn eigen hoofd. En daardoor ga ik dingen die helemaal niet zo belangrijk zijn steeds meer aandacht geven, tot ik lichtelijk in paniek raak en nergens anders meer aan kan denken dan aan alle dingen die ik nog moet en alle dingen die ik zo graag wil maar die er steeds niet van komen omdat ik eerst nog zo veel dingen moet.

Het ene moment zeur ik tegen mijn geliefden, het andere moment sluit ik me in mezelf op omdat ik er niemand mee wil lastig vallen, want het is toch eigenlijk juist fantastisch dat ik zo veel opdrachten heb. Beide ‘methodes’ werken niet en komen mijn gemoedsrust niet ten goede.

En zo kon het gebeuren dat ik laatst -in een heel gezellig eetcafé waar de leuke jongen uit de trein, een van zijn lievelingscollega’s en ikzelf net heerlijk hadden gegeten- in huilen uitbarstte. Een glas witte wijn in de hand.

En zo kon het ook gebeuren dat ik laatst midden in de nacht wakker lag omdat ik zeker wist dat we nooit meer gaan verhuizen en we voor eeuwig in deze langzaam aan te veel spullen ten onder gaande huurwoning blijven zitten. Toen ik eindelijk in slaap viel, droomde ik eerst dat de schimmel op de badkamer zich massaal had vermenigvuldigd en daarna dat we een hele lieve, roodharige hond in huis namen. (Een verklaring, iemand?).

Ik geloof dat het tijd is om de zaken anders aan te gaan pakken…

Dim, dam, dilemma

Op 1 juli stoppen met alle werkzaamheden die niet tot Lieke schrijft behoren, dat gaat dus niet lukken (zie mijn vorige blog). Dat doet een beetje pijn.

Maar een hele blije recruiter die mij van harte feliciteert omdat ik ben aangenomen bij bedrijf X, daar word ik ook niet blij van. Al lag dat niet aan de tekst: “Proficiat Lieke! Ze zijn super enthousiast over jou en willen heel graag met je verder.”

Op papier leek de functie fantastisch. Het bijhouden van social media voor een internationaal bedrijf met vooral Franstalige klanten. Puntje bij paaltje blijkt dat maar een klein deel van de baan te zijn en moet ik vooral de telefoon gaan opnemen voor een ander bedrijf dat zowel qua producten als qua filosofie lichtjaren bij mij vandaan staat.

Het salaris is niet beter dan wat ik nu heb. Het contract ook niet, want via een uitzendbureau. Maar omdat het zo zou kunnen zijn dat het leuke deel van de functie uiteindelijk de overhand neemt, ben ik toch aan het twijfelen.

De onderneming waar ik nu sta, kan mij er over een paar maanden uitgooien. Maar ik kan ook een vast contract krijgen. Dat laatste zou huizenkooptechnisch heel gunstig zijn. Maar is dat een reden om te blijven? Misschien niet. Ik heb er hele leuke collega’s en dat is wel veel waard.

Morgen moet ik beslissen…