Droefenis

Sinds ik mag stemmen (ik werd 18 in 1998) kleurde ik altijd een bolletje rood bij PvdA, GroenLinks, of D66. Toen ik studeerde; toen ik een goede baan, een mooi appartement en een auto had; toen ik minder dan het minimum loon verdiende met een nul uren contract bij een callcenter en daarnaast vijf sollicitatiebrieven in de week schreef; toen ik stage liep bij de Nederlandse ambassade in Brussel en gisteren – inmiddels zzp’er.

Omdat iedereen die in Nederland woont mee mag profiteren van ‘onze’ welvaart. Omdat iedereen die in Nederland woont gelijke kansen moet krijgen. Omdat vluchtelingen welkom zijn. Omdat de Europese Unie -ondanks de idioterie van op twee plekken vergaderen, bureaucratie en gebrekkige communicatie – een goede zaak is. Omdat investeren in onderwijs belangrijk is. En omdat iedereen, ook in de volgende generaties, recht heeft op schone lucht, schoon water, bloemetjes in de tuin, vogeltjes in de lucht en wilde dieren in het wild.

Ik woon in een stad waar het in de meeste wijken goed gaat. Een stad met weinig werkeloosheid en veel voorzieningen. Een stad met een groot cultureel aanbod. Een studentenstad. Maar in tegenstelling tot Nijmegen, Amsterdam, Utrecht, Wageningen… werd hier de PVV het grootst.

Een stad waar we net een huis kochten.

Oh Maastricht.
Oh feest van de democratie.

 

 

 

Over jakkeren en jagen en dat het jaar dan ineens bijna voorbij is

In de categorie ‘oma vertelt’, want dat is blijkbaar de modus waar ik de laatste tijd in blijf hangen: de tijd gaat echt veel te snel!!

De laatste maand van het jaar nadert en wat kwam er weer weinig terecht van alles wat ik me voornam, toen ik samen met de leuke jongen uit de trein naar het vuurwerk keek. Nu ik erover nadenk, ik weet niet eens of ik wel vuurwerk gezien heb tijdens de jaarwisseling. Sterker nog, ik weet helemaal niet waar we waren. Thuis, denk ik. Want we gingen niet naar het Parijs waar de festiviteiten waren afgelast.

Begrijp me niet verkeerd. Ik ben dankbaar, heel dankbaar. Dankbaar dat iedereen die ik liefheb -op enkele (chronische) aandoeningen na- gezond is. Dankbaar voor het huis dat we kochten en helemaal wordt zoals we het willen hebben. Voor vriendschappen die al bijna mijn hele leven meegaan. Voor vriendschappen die mij soms met een andere blik laten kijken. Voor genoeg hebben aan een half woord, een blik, een houding. Voor (schoon)ouders en onvoorwaardelijke liefde. Voor alle dingen die ik als veel te vanzelfsprekend zie, omdat ik in één van de welvarendste landen ter wereld geboren ben. Voor de leuke jongen uit de trein, die net als ik op zijn tandvlees loopt, maar toch nog tijd maakt voor mooie woorden en stevige omhelzingen. Hij is er voor mij, terwijl hij zichzelf in rap tempo voorbij loopt. Hoe lief is dat. Toch voel ik me soms zo:

De tijd is kwijt

ik moet aan mijn carrière denken
’s ochtends naar netwerkbijeenkomsten toe
en ’s avonds moet ik vrienden zien
ook al ben ik veel te moe

opgefokt en rusteloos
ik jakker en ik jaag
ik heb een to-do-list van een meter
en alles moest gisteren of in elk geval vandaag

tegels kiezen, plinten plakken
wachten op anderen
offertes vergelijken, knopen doorhakken
zonder zelf te veranderen

leren, controleren, profileren, calculeren, stimuleren
soms annuleren of capituleren
sta toch eens een uur stil

is wat ik tegen de klok en tegen mezelf zeggen wil

er-valt-nog-weinig-te-verhalen