Goud is voor winnaars

In elke dag zit goud verstopt
Het zit in kleine dingen
Vers brood en dan vooral het korstje
In de auto luidkeels zingen

Het zit in mooie luchten
En wat zijn er dat deze nazomer veel
In dauwdruppels op een bloem
En dromen van een luchtkasteel

Samen lunchen met collega’s
De tevreden klant met haar compliment
De vriendin die voor me kookt vandaag
Wat ben ik toch eigenlijk verwend

In elke dag zit goud verstopt
Als je maar goed kijkt
Als je vaker stilstaat
Is de wereld mooier dan ie lijkt

Ik ben in een sentimentele bui. Blijkbaar krijg ik daar rijmelarij of rijmelarits van 😀

Stress omdat ik weer net te vaak ja zei tegen een opdracht. Stress om die deadline van vandaag in combinatie met de aandachtsspanne van een peuter.

Boos (op mezelf uiteraard) omdat ik dit weekend waarschijnlijk nog ergens een paar uur moet werken, terwijl het prachtig zomerweer wordt (wat eigenlijk niet kan kloppen, maar dat is een ander verhaal).

Verdrietig omdat het beter met mij gaat, maar met sommige mensen om mij heen juist niet. En die mensen krijg ik niet uit mijn hoofd.

Trots omdat ik het – ondanks knetterveel deadlines en 40+ urige werkweken – redelijk goed volhoud om gezonder én minder te eten.

Blij met heel veel lieve mensen om mij heen. En blij dat ik iedere ochtend de tijd neem voor een wandeling. De natuur trakteert mij tijdens die wandelingen regelmatig op goud. En goud is voor winnaars!

Therapie #3

“Maar heb je dat ooit wél gedaan, met een partner gepraat?”, vroeg de therapeut toen ik vertelde dat ik het nog steeds zo moeilijk vind om met de leuke jongen uit de trein over zorgen en gevoelens te praten.
“Nee, ik besprak wel eens iets met vriendinnen, maar nooit met vriendjes.”
“Thuis praatten jullie ook niet over gevoelens, vertelde je. Dus dat heb je nooit geleerd.”
“Oh ja.”

Ik merk dat ik het ‘valt wel mee’, ‘schiet eens op’ en ‘stel je niet aan’ uit mijn jeugd gemakkelijk overneem. Dat ik bijvoorbeeld bij mijn lieve nichtje A snel de neiging heb zo’n opmerking te maken, als ze – in mijn ogen – zeurt, jammert of huilt om niets. Terwijl ik natuurlijk ook gewoon kan proberen te luisteren, door te vragen, te troosten (en dan misschien alsnog te vinden dat ze zich aanstelt).

Ik heb een hele liefdevolle opvoeding gehad. Kom van een thuis waar iedereen altijd welkom was. Een thuis waar veel werd gelachen. Waar altijd muziek was. Maar het was ook een thuis van niet lullen maar poetsen. Van vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik heb er veel van geleerd, ben er geen slechter mens van geworden. Alleen is het niet altijd handig of lief om met mijn grote voeten op dezelfde manier over de gevoelens van een ander heen te lopen.

En tegelijkertijd. Er zijn ook volwassen dramabouwers en aandachtvragers die helemaal opleven als ze hun leed met je delen. Als jij net iets persoonlijks hebt verteld waar je echt verdrietig om bent, hebben zij altijd iets meegemaakt wat minstens even erg is. (Terminaal konijn!) Met dat soort mensen zal ik nooit leren omgaan. En daar gaat geen therapie bij helpen.

Foto door Pixabay