Therapie #3

“Maar heb je dat ooit wél gedaan, met een partner gepraat?”, vroeg de therapeut toen ik vertelde dat ik het nog steeds zo moeilijk vind om met de leuke jongen uit de trein over zorgen en gevoelens te praten.
“Nee, ik besprak wel eens iets met vriendinnen, maar nooit met vriendjes.”
“Thuis praatten jullie ook niet over gevoelens, vertelde je. Dus dat heb je nooit geleerd.”
“Oh ja.”

Ik merk dat ik het ‘valt wel mee’, ‘schiet eens op’ en ‘stel je niet aan’ uit mijn jeugd gemakkelijk overneem. Dat ik bijvoorbeeld bij mijn lieve nichtje A snel de neiging heb zo’n opmerking te maken, als ze – in mijn ogen – zeurt, jammert of huilt om niets. Terwijl ik natuurlijk ook gewoon kan proberen te luisteren, door te vragen, te troosten (en dan misschien alsnog te vinden dat ze zich aanstelt).

Ik heb een hele liefdevolle opvoeding gehad. Kom van een thuis waar iedereen altijd welkom was. Een thuis waar veel werd gelachen. Waar altijd muziek was. Maar het was ook een thuis van niet lullen maar poetsen. Van vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik heb er veel van geleerd, ben er geen slechter mens van geworden. Alleen is het niet altijd handig of lief om met mijn grote voeten op dezelfde manier over de gevoelens van een ander heen te lopen.

En tegelijkertijd. Er zijn ook volwassen dramabouwers en aandachtvragers die helemaal opleven als ze hun leed met je delen. Als jij net iets persoonlijks hebt verteld waar je echt verdrietig om bent, hebben zij altijd iets meegemaakt wat minstens even erg is. (Terminaal konijn!) Met dat soort mensen zal ik nooit leren omgaan. En daar gaat geen therapie bij helpen.

Foto door Pixabay

Boos. Blij. Bang.

Boos, blij, bang. Het begint alle drie met dezelfde letter. Ik voel het allemaal tegelijk.

Boos op die gevaarlijke gek van een Poetin die – oh barmhartige samaritaan dat hij is – Oekraïense burgers een vluchtroute naar Rusland biedt. Denazificering. Serieus?!?

Boos omdat het nu ineens allemaal kan. Opvangplekken in iedere veiligheidsregio en zelfs bij mensen thuis. Miljoenen euro’s sorten bij 555. Vluchtelingen ophalen. Asielprocedures overboord gooien. Gratis openbaar vervoer. Met wapperende vlaggen onze solidariteit tonen. Boos dat het al die andere keren niet kon, omdat de mensen niet genoeg op ons leken.

Hoe kijken Syriërs of Afghanen hiernaar? We kunnen moeilijk beweren dat er daar geen oorlog is. En hoe moeten Italië en Griekenland zich hierbij voelen? Europese landen die we iedere keer in hun eigen sop laten gaarkoken als er weer een boot met vluchtelingen arriveert. Want zo zijn de regels, het eerste Europese land waar mensen aankomen, moet het maar uitzoeken. In Griekenland ‘verblijven’ (wonen kan ik het niet noemen) mensen soms al jaren in mensonterende kampen. En als er een kamp afbrandt bouwen we gewoon een nieuw op een nog slechtere plek met nog slechtere omstandigheden.

De Afghanen evacueren die ons leger bijstonden vergaten we voor het gemak, of in ieder geval zou het zo’n vaart wel niet lopen. Pas toen onschuldige burgers al om hun oren werden geschoten, kwamen we in actie. Too little too late. Mijn hart breekt als ik aan de Afghaanse meisjes en vrouwen denk die een paar jaar naar school gingen of werkten en nu weer zijn opgesloten. “Maar misschien zijn de taliban deze keer wat minder wreed dan toen ze de vorige keer aan de macht waren.”

Blij om dezelfde redenen. Dat we het dus wél kunnen: mensen met open armen ontvangen, geld inzamelen, noodhulp leveren, politieke en religieuze verschillen opzij zetten, solidair zijn. Ik zag ontelbaar veel hartverwarmende acties voorbij komen. Kinderen keren hun spaarpot om. Er wapperen ontelbaar veel blauwgele vlaggen. Zo mooi om te zien.

Blij met een hele vieze bijsmaak omdat dit misschien het zetje is dat we nodig hebben om eindelijk onze huizen te isoleren, een extra trui aan te trekken, wat vaker op de fiets te stappen.

Blij dat het ondanks alles gewoon lente wordt.

Bang. Omdat die gevaarlijke gek nog heel veel onvoorspelbare dingen kan doen en hoe dan ook nog heel veel mensen de dood in jaagt. Bang voor de verwoesting. Bang voor de nasleep.

Bang dat we uiteindelijk allemaal gaan lopen klagen over de hoge energieprijzen. Zodat onze principes toch weer overboord gaan. Zodat het niet blijft bij die ene goedkope portie olie die Shell nog van Rusland kocht (“Maar de winst gaat naar Oekraïne!”), maar dat onze politici zwichten voor ons geklaag en de belastingen op brandstof omlaag doen, met vooral het milieu als verliezer. Zo leren we het natuurlijk nooit.

Bang ook dat onze solidariteit met de Oekraïners maar van korte duur is. “Het zijn er toch wel erg veel, en ze blijven toch wel erg lang, en ze pikken onze banen in, en hun eten stinkt, en ze zijn toch wel heel gelovig, en …”

Boos. Blij. Bang.

En verdrietig. Dat ook.

Op dit moment #17

Het is hier stil. Al maanden. Terwijl ik doorgaans blij word van bloggen. Maar de inspiratie is een beetje kwijt en mijn leven loopt iets minder op rolletjes dan dat ik gewend ben. Te veel open eindjes in mijn hoofd. Waardoor ik voortdurend dingen vergeet. Op mijn zakelijke website schreef ik daar al over. Toch heb ik nog steeds geen reden tot klagen. Ik ben dankbaar voor heel veel dingen. Deze rubriek helpt om weer eens in mijn handjes te knijpen en me te realiseren dat ik een bofkont ben.

Ik word blij van: de herfstkleuren. In de blaadjes. En in de lucht. Het geel, roze en oranje stemt me vrolijk. Net als de meesjes in de pot vogelpindakaas. Dat er nog steeds bloemen bloeien in de tuin. En dat ik deze week voor de tigste keer frambozen plukte in eigen tuin. In november!
Ik denk dat ik heel blij word van de interieurverzorgster die vandaag voor het eerst kwam poetsen. Ik betaal met heel veel liefde voor tijdwinst. Tijd die ik niet besteed aan stoffen en zuigen, maar aan het nog eens nalezen van een tekst voordat ik op ‘versturen’ klik. Tijd die ik besteed aan het zoeken naar onderwerpen om over te schrijven. Tijd die ik kan besteden aan het lezen van de hele zaterdagkrant in plaats van alleen de voorpagina, omdat poetsen een grote hap uit de zaterdag neemt. Of aan uitslapen. Of aan uitgebreid koken.

Ik ben dankbaar voor: de leuke jongen uit de trein die naast me blijft staan terwijl ik helemaal niet zo leuk ben als mijn hoofd overloopt. Hij moet me soms drie keer hetzelfde vragen en soms in mijn plaats denken, maar bewaart meestal zijn geduld. Hij is de allerbeste persoon om met me mee te denken en mij op het juiste moment een schop onder mijn kont te geven, nu meer dan ooit (‘heb je de autoverzekering ooit teruggezet naar minder kilometers?, als je nu eerst de vlaai gaat bestellen, doorloopt naar de stomerij en daarna… , dan sluit het allemaal mooi op elkaar aan en hoef je niet zo veel in één keer te dragen’).
Dankbaar ook voor mijn lieve vrienden die geduldig wachten tot ik weer tijd voor ze heb. Voor collega-tekstschrijvers die soms iets van me overnemen. En voor klanten die het niet erg vinden om wat langer te wachten voor ik aan de teksten voor hun nieuwe website kan beginnen.

Ik word verdrietig van: de polarisatie, het wantrouwen, de boosheid overal om ons heen. Deze week gebeurde het me twee keer dat de persoon aan de andere kant van de tafel begon met “Ik vertrouw de media niet.” Waarop mijn antwoord uiteraard was dat ik ook bij de media hoor, zeker op momenten dat ik – zoals deze week – als journalist werk voor WijLimburg. En dat ik heel veel uitstekende journalisten ken. Als tegenreactie kwam er dan weer “Jou vertrouw ik wel. En ik mag het verhaal vooraf toch nog lezen? Maar heel veel andere journalisten, die schrijven maar wat.”
Ik word verdrietig van een groot deel van onze politici, die mede de oorzaak zijn van het wantrouwen en de boosheid van veel mensen. Waarom hebben we nog steeds geen kabinet? Waarom blijven we bomen kappen en hout invoeren voor biomassa? Waarom is er alweer niet genoeg opvangcapaciteit voor vluchtelingen zodat getraumatiseerde mensen uit Afghanistan op een stoel moeten slapen? Nee, ik scheer niet alle politici over één kam. Ja, ik begrijp absoluut dat je het als politicus niet voor iedereen goed kan doen. Ik snap dat bijvoorbeeld de toeslagenaffaire is ontstaan doordat ‘we’ hebben geroepen dat de naleving strenger moest na de ‘Bulgarenfraude’. Ik begrijp ook dat het lastig is om windmolens en zonneparken neer te zetten, omdat niemand die in zijn achtertuin wil. Maar doe in vredesnaam wat meer je best om ons toffe Nederland voor iedereen een fijn land te laten zijn!
En waar ik het allerverdrietigst van word: mensen die zomaar ineens ernstig ziek zijn. Leuke en lieve mensen die het ene moment nog met hun kinderen tegen een bal trappen en het volgende moment in het ziekenhuis liggen.

Ik kijk uit naar: een weekendje Gent met een vriendin, een weekje vrij met de leuke jongen uit de trein, vele herfstwandelingen en borrelavondjes. Vrienden, kaarsjes, hapjes. Goede gesprekken. En wat meer rust en minder chaos. Ik riep altijd heel hard dat ik niet vatbaar ben voor stress of depressie, dat ik altijd keurig mijn lijstjes afvink, en dat ik het best functioneer vlak voor een deadline. Maar misschien zit er toch een grens aan hoeveel ik aankan. Dat er veel fijne dingen zijn om naar uit te kijken, helpt. En mooie dingen om op terug te kijken. Zoals dat weekendje Weesp. En dat weekendje in Nijmegen met drie vriendinnen die ik al héél lang ken. De jaarlijkse vriendinnendag duurde dit keer iets langer.

Ik lees: nog steeds iedere ochtend de krant. Met een kop koffie on the side. En iedere avond lees ik voor het slapen in een boek of tijdschrijft. Het boek Slot van Octavie Wolters las ik deze week uit. Een atypisch boek voor mij, want geen moord en doodslag. Het las heel gemakkelijk weg, ondanks het onderwerp: depressie in tijden van corona. De zwarte Napoleon ligt klaar als volgende boek.

Ik luister: de Top 1500 van Kink. Zo fijn. Tool, Radiohead, Pearl Jam, Smashing Pumpkins. Een soort herbeleving van mijn pubertijd, maar dan zonder de onzekerheden en de drang om ergens bij te horen.

Hoe gaat het met jou?

Op dit moment #15

Toen ik nog iedere dag ging wandelen…

Vijf weken geleden zei mijn kuitbeen ‘krak’. Een bot breken, daar heb je lang plezier van, weet ik inmiddels. Het gips is vijf dagen geleden met een dremel en een hoop daadkracht verwijderd, maar lopen zonder krukken gaat nog voor geen meter.

Ik word blij van: alle hulp die ik krijg. Tegelijkertijd word ik er verdrietig van, omdat ik zo veel hulp nodig heb.
Ik word blij van fantastische vriendjes en vriendinnetjes die mij in de afgelopen tijd regelmatig bezochten of “ontvoerden” en me tot aan een terras reden om vervolgens te lunchen of te borrelen. Ze brachten ons zelfgemaakte smakelijkheden, boeken en bloemen. Ze deden boodschappen, stuurden kaartjes, appten en belden.
Ook mijn zusje heeft me een keer ontvoerd op een moment dat ik héél erg toe was aan het verlaten van ons huis. En mijn mama komt wekelijks kijken hoe het met me gaat.
Ik word blij van fantastische schoonouders die ieder weekend komen poetsen en de vieze was mee naar huis nemen. Nadat ik mijn been brak, waren ze sneller uitgerukt dan de brandweer. Ze geven de planten water en vegen de tuin. Ze spreken me bemoedigend toe en herhalen telkens dat ze alles wat ze doen heel graag voor ons doen. Ze zeggen heel hard “dat had toch niet gehoeven”, als we ze een kaartje of een bos bloemen sturen. Terwijl ze veel meer verdienen dan dat, een standbeeld bijvoorbeeld.
Ik word blij van de leuke jongen uit de trein. Hij kan al eens diep zuchten als ik hem weer vraag om iets voor me te pakken terwijl hij net is gaan zitten, maar hij zorgt met veel liefde en geduld voor me. Hij moedigt me aan, houdt in de gaten of ik mijn oefeningen wel doe, en houdt me tegen als ik te veel wil doen (met één kruk lopen in plaats van twee). Hij geeft me een knuffel als ik dat nodig heb en droogt mijn tranen als ik uit frustratie zit te janken. Voordat hij de deur uitgaat, controleert hij minstens drie keer of hij me wel alleen kan laten. Hoe lief is dat? Ik ben dankbaar dat ik samen ben met iemand die de gratie heeft om mijn shitloads aan onhandigheden door de vingers te zien in de naam der liefde. Althans, meestal. Soms krijg ik een doorwrochte preek en een oogrol. Meestal terecht.
Ik word blij van fantastische collega’s die het gezellig vinden als ik op kantoor ben en me daarom ophalen en thuisbrengen. Ze zorgen dat er altijd een gevulde kop koffie op mijn bureau staat en dragen mijn tas. Ze houden deuren voor me open en schuiven een tweede stoel onder mijn ‘puddingpoot’. Ze grappen dat ik door moet lopen en er als een prinses bij zit en dan kan ik alleen maar lachen. Fijne mensen.

Ik word verdrietig van: hoe verschrikkelijk we in deze wereld met elkaar omgaan. Het gescheld op social media. Het geroeptoeter dat we niet meer in een rechtstaat leven. Onze regering die zichzelf op de borst klopt nu we toch wel 100 mensen (ja MENSEN) uit Griekenland naar Nederland halen. Waar 100 andere mensen die zijn gevlucht voor onderdrukking of geweld de dupe van worden. Influencers met slechts een paar hersencellen die roepen dat ze ‘niet meer meedoen’. Mensen die steen en been klagen over hoe de economie naar de klote gaat en onze vrijheid wordt afgepakt. We wonen potverdorie in één van de welvarendste landen van de wereld, dus denk eens na over hoe veel slechter je het had kunnen treffen.

Ik kijk uit naar: lopen op twee benen zonder krukken. Amai, wat kan een mens ergens naar verlangen.

Ik lees: A Gentleman in Moscow van Amor Towles. Aan het begin van het boek wordt graaf Alexander Iljitsj Rostov veroordeeld tot huisarrest in het Metropol Hotel in Moskou. Zijn misdaad? Hij schreef een gedicht. Hij woont op de zolder van het hotel en ontdekt dankzij een super grappig negenjarig meisje dat het hotel veel groter is dan hij dacht. Het is dan 1922 en terwijl de graaf bedenkt in welke toonsoort de veren van zijn bed kraken, passeren revoluties en oorlogen de deur van het legendarische hotel. Heerlijk boek! In vier weken gips las ik overigens nog vier andere boeken. Waaronder een Esther Verhoef en twee Karen Slaughters. Want ja, in tijden van zelfmedelijden werkt niets zo helend als moord en doodslag óf humor.

Ik luister naar: Kink FM, radio 2, Studio Brussel. Ik draai de laatste tijd maar weinig muziek. Deels omdat het zo’n gedoe is om een cd uit het rek te pakken.

Ik kijk naar: La Trêve. Het “avontuur” speelt zich af in het bosrijke Waalse dorpje Heiderfeld. Wanneer de daar opgegroeide inspecteur Yoann Peeters terugkeert naar zijn geboortedorp en nog nauwelijks een doos heeft uitgepakt, wordt hij gevraagd te helpen bij het ophelderen van een moord. De uit Togo afkomstige voetballer Driss Assani wordt gevonden in een rivier. Tijdens de zoektocht naar de dader blijkt dat er heel veel rare snuiters in het dorp wonen, om het zacht uit te drukken. Veel mensen met een voorliefde voor chantage, alcohol en snel geld verdienen spelen een rol in het verhaal. Net als vergiftigde koeien, een in brand gestoken schuur waarbij per ongeluk iemand omkomt, een SM-loods, een broer en een zus die het met elkaar doen en een nazi-museum in iemands slaapkamer… Veel moord en doodslag. Heerlijke serie. Net begonnen aan het tweede seizoen.

Samen kijken we naar Dwars door België. Een ontroerend, ontwapenend en optimistisch programma. Zalig kijkgenot.

Ik werk: twee dagen in de week op kantoor, daar waar die collega’s zo goed voor me zorgen. De andere dagen werk ik thuis. Qua hoeveelheid werk houdt het niet over. Ik ben deze week met drie opdrachten bezig en mag niet klagen, maar zakelijk gezien is 2020 niet om over naar huis te schrijven. Financieel is het een uitdaging om in de zwarte cijfers te blijven, ook vanwege mijn medische kosten. Natuurlijk had ik mijn eigen risico op maximaal staan, ‘want ik heb nooit wat’… Maar zoals ik hierboven ook al eens schreef, ik had het vele malen slechter kunnen treffen.
Ik houd van mijn werk, maak veel leuke dingen mee en ontmoet bijzondere mensen. De onderwerpen gaan nog steeds all over the place. Deze week schreef ik voor het eerst voor de uitvaartsector. En vorige week belde een klant. “In 2017 schreef jij onze webteksten en daar waren we heel tevreden over. Heb je zin en tijd om een folder en een nieuwsbrief voor ons te maken?” Terugkerende klanten, daar word ik blij van.

Hoe is het met jou? Wat lees en luister je? Waar word je blij van?

Pannenkoeken bakken op krukken. Dan zijn ze extra lekker!

 

Op dit moment #12

herfst-18-2-e1573558355509.jpgDe petroleumkachel loeit en ik draag twee vesten en een sjaal. Mijn chalet/boomhut in Het Werkgebouw is tussen 8 uur vanmorgen en nu opgewarmd van 4 naar 12 graden. En toch ben ik nog steeds blij dat ik de WERKplaats, waar ik het ook naar mijn zin had, heb verruild voor Het Werkgebouw. De sfeer is hier beter en de omgeving inspirerender.

Genieten van: ganzen die in V-formatie overvliegen, roze en oranje zonsopkomsten, vallende blaadjes in rood en geel. Dat de tijd van stamppot en erwtensoep is aangebroken. Dat Lieke Schrijft goed blijft draaien zonder dat ik aan acquisitie hoef te doen. Mijn omzet komt aan het eind van 2019 een stuk hoger uit dan aan het eind van 2018, terwijl ik dit jaar veel langer vakantie had. Ik ben daar heel dankbaar voor.

Blij met: vriendschappen. Ik vroeg via Facebook aan een vriend of het eten bij de Koreaan lekker was geweest. Resultaat: over twee weken gaan we met op een donderdagavond met 13 smulpapen eten bij de Syriër.
Begin december is het tijd voor de jaarlijkse Sinterkerstborrel met mijn vriendjes van de middelbare school. Vier mannen, waarvan ik er twee maar één keer per jaar zie. We verschillen als dag en nacht van elkaar qua werk, gezinssamenstelling en hobby’s. Toch is het altijd gezellig. Ik kijk ernaar uit!

Balen van: vriendschappen. Meer specifiek, de vriendschappen die op een veel lager pitje staan dan ik zou willen. In veel gevallen ligt het aan mezelf in combinatie met de afstand. Ik kan me er niet toe zetten om naar Eindhoven te rijden of in de trein naar Utrecht te stappen. Terwijl dat toch eigenlijk niet zo heel ver weg is. Waar ik me dan schuldig over voel. Zeker als ik voor mijn gevoel ‘aan de beurt ben’ om te gaan. Ik ga weer wat meer mijn best doen!

In andere gevallen ligt de lage frequentie van elkaar zien aan de weerstand tegen het inschakelen van een oppas, wat afspreken een stuk moeilijker maakt.

Sporten: gaat deze week niet vanwege pieperdienst. Maar verder ben ik goed bezig, al zeg ik het zelf. Wekelijks naar de sportschool waar ik minimaal een uur cardio doe. Iets minder dan wekelijks naar het zwembad voor drie kwartier baantjes trekken. Gisteren begon ik de werkweek met een ochtendwandeling voordat de pieper aan moest. In Hasselt, waar ik twee dagen per week werk als ik geen pieperdienst heb, maak ik in de middagpauze standaard een ommetje met collega’s. Soms stap ik op de heenweg uit de auto in Zutendaal of Genk voor een korte wandeling. En de trappers die in mijn boomhut onder mijn bureau staan, draai ik tijdens de andere werkdagen fanatiek rond. Vooral omdat het helpt om warm te blijven. Het resultaat op de weegschaal valt overigens tegen, maar dat heeft vooral met ‘borrels’ te maken. En met een ruggengraat van elastiek als er in Hasselt weer eens iemand trakteert.

Eten: sinds we terug zijn uit Canada, zijn we best gezond bezig. Minder vlees, meer groente, kleinere porties en nog maar zelden een toetje. Ook proberen we wat vroeger te eten, maar dat blijft een uitdaging. Als je allebei voltijds werkt en moeite hebt met onafgeronde taken, is het al snel 19 uur voor er iets op tafel staat.

Laatst begonnen we onze zondag in de keuken. De leuke jongen uit de trein boog zich over een grote pan zalig zuurvlees en ik bakte een bosvruchtencake.

Voor mijn doen, eet ik tegenwoordig belachelijk veel fruit. Belachelijk veel betekent 1 à 2 stuks per dag. Met tegenzin. Ik geniet tien keer meer van een broodje met kaas dan van een appel. Een zak pepernoten gaat veel gemakkelijker naar binnen dan een bak druiven. Maar ik houd vol! Vandaag staan twee mandarijnen op het menu.

Lezen: Serie Q van Jussi Adler Olsen. De hoofdpersonen zijn fascinerend. Ik heb het zevende en voorlaatste deel bijna uit en heb nog steeds geen idee van de geheimen van hoofdpersonen Assad en Rose. Van de rode draad die door alle boeken loopt, een schietincident waarbij hoofd-hoofdpersoon Carl een collega verloor, heb ik ook nog geen idee wie de dader is en waarom. Dat in tegenstelling tot de series waar we op televisie naar kijken en waarbij de leuke jongen uit de trein en ik soms in de eerste 5 minuten de dader al kunnen aanwijzen.

Kijken: de voorspelbare series waar ik in het vorige punt op doelde zijn de drie varianten van NCIS. Met name de LA-variant wordt steeds ongeloofwaardiger. Hoezo hebben de ‘goeien’ altijd negen levens en gaan de ‘slechten’ meteen tegen de vlakte? In de laatste aflevering, lukte het om binnen drie seconden telefonisch een aanhoudingsbevel van een rechter te krijgen, terwijl die rechter in de rechtszaal met een heel andere zaak bezig was. Alsof het niet al minstens een paar minuten duurt om de zaal te verlaten en te lezen waar je eigenlijk toestemming voor geeft. En toch blijf ik kijken. Gedachten uitschakelen en genieten. The Blacklist volgen we ondertussen al een hele tijd niet meer, omdat de hoofdpersonen op onze zenuwen begonnen te werken. Maar we pakken het vast weer op.

Luisteren: Kink FM (de lijst die nu wordt gedraaid is om van te smullen!), Studio Brussel en Radio 2. Qua cd’s zat ik de afgelopen weken in de jaren 90 verzamelaars (kent iemand The Bigg Buzz cd’s?). Heerlijk!

Leuke dingen om naar uit te kijken: een bezoek aan Fins Lapland in januari met mijn Hasselt-collega’s. Ik vind het eng. Ik ken mijn collega’s niet zo goed. Sommigen kennen elkaar al jaren en gaan ook buiten het werk veel met elkaar om. Waar pas ik in dat plaatje? Maar ik kijk er dus wel naar uit. En dat lijkt me logisch. Met husky’s sleeën door een wonderlijk wit winterlandschap en daarna opwarmen bij een knapperend haardvuur, dat klinkt toch als een droom? Net als gebraden rendiervlees met zure bessen. Of wilde zalm met aardappelpuree. En stel nou dat we het noorderlicht te zien krijgen…

Al met al ben ik een behoorlijk blij ei dus. Ik heb niets te klagen.

Bedankt dat je er was

G was een goede vriend van mijn papa. Ze ontmoetten elkaar op school, waar mijn papa les gaf en hij les kwam geven. Ze waren niet lang collega’s, maar bleven wel altijd vrienden. Ze deelden de liefde voor geschiedenis (en hoe het toch kan dat we maar niet van het verleden leren), muziek, kamperen, vuur (in vuurkorf of open haard), bier en sigaretten. Op andere vlakken waren ze het hartgrondig met elkaar oneens, maar daar kon altijd over gediscussieerd worden. Al veranderden beiden nooit van standpunt.

Als begroeting kusten ze elkaar op de mond. Hun warme begroeting klopte, paste precies in het plaatje. Twee mannen die het niet altijd gemakkelijk hadden met het leven, maar er toch veel van genoten en zich nergens voor schaamden. Wat de buitenwereld dacht, moest die buitenwereld lekker zelf weten.

Mijn papa leerde mij om sociaal te zijn, een eigen mening te hebben en te doen wat ik leuk vind. Ik vermoed dat dat ook ongeveer de dingen zijn die G aan zijn dochter leerde. Een stoere en heldhaftige dochter die gisteren prachtige toespraken hield en een glas Westmalle hief op haar markante, gekke, gepassioneerde, welbespraakte papa.

G legde als afscheid van mijn papa een rode roos bij hem neer. Een verwijzing naar de trouw van mijn papa aan de PvdA? In ieder geval een eerbetoon. Gisteren was G’s afscheid en mijn papa was er niet om hem uit te zwaaien.

Ik weet dat het niet zo is, maar toch zie ik ze samen zitten daarboven. Glimmend van trots op hun dochters die het toch maar mooi voor elkaar hebben. Pilsje in de hand, sigaret in de mondhoek en af en toe de ogen dicht om goed naar de muziek te kunnen luisteren.

De leuke jongen uit de trein en ik dronken na afloop van de bijzonder afscheidsdienst in het Museum aan het Vrijthof een pilsje bij Café de Poort. Ik had eigenlijk zin in koffie, maar G en papa zouden het niet anders gewild hebben. En wat smaakte het goed. Proost, op de papa’s!

Op papa's

 

Op dit moment #7

In de chaos waar ik eergisteren over schreef, komt langzaam structuur. Gisteren een tandje bijgezet en terwijl de interieurverzorgster als een razende Roeland door het huis ging, tikte ik twee interviews bij elkaar, plande ik een paar afspraken en betaalde ik een rekening die eigenlijk al betaald had moeten zijn. Ik ben er nog niet, maar de weg naar meer overzicht en minder stress is weer ingeslagen.

Genieten van: de lente. Het frisse groen aan de bomen. Het gezoem van hommels en bijen. De merel die op het hoogste punt van de hoogste boom het hoogste lied zingt. Zonder jas naar buiten. Leuke potten kopen bij Dille & Kamille en ze vullen met kleurrijke planten. Zaadjes die nu komkommer- en tomatenplanten worden. Ik zit soms als een blij ei in de tuin, heerlijk!

Blij met: mijn vrienden die altijd zo begripvol zijn, met me meedenken, me aanmoedigen, maar me ook wel eens door elkaar rammelen. Vrienden die zeggen dat ik attent en geïnteresseerd ben en vinden dat ik trots op mezelf mag zijn omdat ik van droevige sollicitatiebrievenschrijver een voltijds werkende ‘allesschrijver’ ben geworden. Die bevestiging heb ik soms nodig. Dankjewel lieverds.
Blij ook met de leuke jongen uit de trein, die mij het allervaakst door elkaar rammelt. Dat is goed, want dat heb ik nodig. Armen om me heen slaan, doet hij ook heel vaak. Net als vragen hoe mijn dag was, nieuwe muziek opzetten en lekker koken. Ik bof.

Balen van: bh’s die zo ver versleten zijn dat ik echt nieuwe moet. Ik HAAT het om nieuwe bh’s te kopen. Met mijn maat (80F) is dat altijd een dure aangelegenheid. En de keuze is niet reuze. Het liefst zou ik bh’s een beetje anoniem passen, bij de H&M of de C&A, maar dat hoef ik niet te proberen. Dus wordt het altijd een speciaalzaak met een verkoopster die om de drie minuten vraagt hoe het gaat.

Aan het lezen in: Kom hier dat ik u kus van Griet Op de Beeck. Vannacht las ik de eerste twee hoofdstukken en ik moest moeite doen het boek weg te leggen. Ik herkende veel uit de gedachtewereld van de zesjarige hoofdpersoon: het buitenspelen en geen idee hebben hoe die scheur in mijn broek komt, of enthousiast aan het tekenen slaan en per ongeluk een stuk tafelkleed kleuren. Gelukkig hoefde ik niet voor straf over dat soort dingen na te denken opgesloten in een donkere kelder. Ik kwam er vaak met een ‘het geld groeit niet op onze rug’ vanaf.

Aan het kijken naar: alle drie de variaties van NCIS. Niet op de momenten dat ze worden uitgezonden, maar de ene week niets en de andere week zes afleveringen. Als ik weer eens geen idee heb hoe veel ik achterlig en of er iets is opgenomen, vraag ik aan de leuke jongen uit de trein: “Heb ik nog vriendjes?” NCIS is niet per se heel hoogstaand en soms weten we in de eerste tien minuten al wie het heeft gedaan, maar ik houd van de karakters. De briljante wetenschapper en liefhebber van doodskisten en vleermuizen Abby uit ‘Washington’, de gortdroge, neurotische spraakwaterval Deeks uit ‘LA’ en de complotdenkende nerdy held tegen wil en dank Sebastian uit ‘New Orleans’.

We hadden plannen en begonnen aan Dance around the World en Dream School, maar kwamen in beide gevallen niet verder dan twee afleveringen. Puur uit tijdgebrek. We zijn niet vaak tegelijkertijd thuis. En als dat wel zo is, moeten we ‘mijn vriendjes’ al terugkijken.

Aan het luisteren naar: mijn tienertijd. In de auto naar Roermond draaide ik deze week het eerste album van K’s Choice, eind 1993 opgenomen. Het jaar dat ik 13 werd en me net begon te interesseren voor muziek. Al had ik als dertienjarige nog niet echt door hoe grappig en/of pijnlijk sommige teksten zijn.
Op de terugweg zette ik een verzamelaar van PUR op. Een band waar veel naar geluisterd werd in de Duitse tak van onze familie. Toen alles nog ‘goed’ was en wij daar kind aan huis waren. Duits heb ik altijd makkelijker verstaan dan Engels en bij PUR-liedjes moet ik vaak hardop lachen of luidkeels huilen. Nooit houd ik mijn ogen droog bij Wenn sie diesen Tango hört en dan vooral dit stukje:

ein ganzes Leben lang zusammen
gelitten, geschuftet, gespart
jetzt wär’ doch endlich Zeit für mehr
jetzt ist er nicht mehr da

Dat heeft deels te maken met mijn papa en mama, die hard werkten, drie kinderen en hobby’s hadden en daardoor soms geen tijd voor elkaar. Dat zou binnenkort verbeteren, als de toneeluitvoeringen die papa regisseerde plus de feestdagen achter de rug waren… Gelukkig komt even later Drachen sollen fliegen voorbij en daar zit een stukje in dat keihard meegezongen moet worden. Huilen en zingen gaat niet tegelijk, dus hoppa:

laß mich endlich fliegen
kapp die Nabelschnur
denn Drachen sollen fliegen
ohne feste Spur

Eten: is misschien wel mijn grootste hobby. Ik kan bijna net zo hard genieten van eten als van in de zon zitten met een boek. De laatste tijd hangen we van buiten de deur eten aan elkaar. Met vrienden, (oud-)collega’s, netwerkverenigingen. Allemaal super lekker en gezellig. Turks restaurant Mandalin was het hoogtepunt. Op de weegschaal betekent dat helaas een dieptepunt. Maar we zijn weer op de goede weg. De leuke jongen uit de trein maakte vorige week een overheerlijke goulash en ik bouwde er een smakelijke salade bij. Afgelopen weekend maakte ik een prima quiche boordevol verse groente.  Voor vanavond twijfel ik nog tussen witlof en puree of pittige boontjes en zilvervliesrijst. Gezonde zaken.

Sporten: lukt nauwelijks. Nog steeds geblesseerd. Hielspoor. Gelukkig zijn de nieuwe steunzolen onderweg. Rennen zou dan geen pijn meer moeten doen. Het zal mij benieuwen. Ik ben bang dat het te laat is om de 10 kilometer succesvol af te leggen bij Maastrichts Mooiste in juni. Zwemmen ben ik trouw blijven doen, maar deze week kan ik niet gaan vanwege bereikbaarheidsdienst. Die bereikbaarheidsdienst is overigens best fijn, want ik krijg er goed voor betaald en ik leer er ontzettend veel van, maar het is ook onhandig voor een chaoot als ik. Voortdurend controleren of ik mijn pieper en telefoon bij de hand heb. En dus niet naar de sportschool of het zwembad kunnen.

Leuke dingen om naar uit te kijken: zijn er altijd. Ik verheug me nu al op vanavond en dat ik dan verder mag lezen in mijn boek. Ik heb zin in het Bevrijdingsfestival in Roermond waar ik als interviewer, gastvrouw en verslaggever rondloop. Grote kans dat ik daarvoor nog minimaal één nieuwe klant binnenhaal, dat is ook fijn. Ik kijk uit naar de vakantie tussen Hemelvaart en Pinksteren. Hoewel vakantie een wat groot woord is. Door mijn ongeorganiseerde bestaan, heb ik het plan om zeep geholpen om echt op vakantie te gaan. In ieder geval ga ik een dag of tien niet schrijven. Wel (fairtrade) lunchen met een burgemeester en twee wethouders. Hopelijk veel tijd met de leuke jongen uit de trein.

Wat een leven.

Een sprookjesleven

Terwijl ik naar buiten kijk, waar ik tegelijkertijd blauwe lucht en regen zie, dwalen mijn gedachten af. Ik zoek naar de regenboog en denk aan potten met goud. Was dat geen sprookje, Dodo en de pot met goud?

De afgelopen weken klopte het leven confronterend hard op onze deur. De schoonvader van een vriendin, een oud-klasgenoot van de leuke jongen uit de trein, de moeder van een vriendin en de moeder van de man van mijn nichtje stierven. Er kwam geen regenboog aan te pas. Ook geen pot met goud. Ziekte, lijden, dood. Verdriet bij de achterblijvers.

We willen allemaal een sprookjesleven. Dus gaan we op zoek. Want als we de pot met goud, het glazen muiltje, de prins en het witte paard hebben gevonden, leven we nog lang en gelukkig. Onderweg trotseren we gemene stiefmoeders, vergiftigde appels en boze wolven. Een sprookjesleven is dus niet hetzelfde als een zorgeloos leven.

Het zou fijn zijn als ieders zoektocht wordt beloond met ‘en we leefden nog lang en gelukkig’. Of op zijn minst met de zon die altijd terugkomt na de regen.

DSCN3088

 

 

Op dit moment #4

Laat maar komen die zomer

Blij met: de ongelofelijke luxe van opdrachtgevers die mij weten te vinden, ook tijdens de rustige zomermaanden. De beslissing om me volledige op mijn eigen bedrijf te storten en geen klussen in loondienst of via een uitzendbureau meer aan te nemen, was één van de beste beslissingen ooit. Tot aan de vakantie eind september zit ik gebakken. Vanaf vandaag ga ik sowieso twee dagen in de week voor de gemeente Landgraaf werken. Een uitdagende klus, want er speelt van alles in die gemeente en daar komt veel (creatieve, effectieve, overtuigende) communicatie bij kijken.

Balen van: ons eeuwige uitstelgedrag. De leuke jongen uit de trein en ik (vooral ik) moeten nog van alles regelen. Qua verzekering, pensioenopbouw en tig klussen in huis. Maar omdat we allebei meer dan 40 uur in de week werken, komt dat er niet van. Geen ramp, tot het te laat is en ik ineens arbeidsongeschikt raak en daar niet voor verzekerd ben of zo.
Ook kleinere dingen die wel leuk zijn, stellen we uit, zoals het boeken van een hotel tijdens Brussels Summer Festival en het regelen van de vakantie in september.
Het meest onhandige is dat we nog steeds geen auto hebben gekocht, terwijl met het openbaar vervoer naar de gemeente Landgraaf en van daaruit soms naar de verschillende dorpskernen moeten niet te doen is (of in ieder geval veel tijd kost). *Zucht*.

Genieten van: ons huis. We wonen er nu dik drie maanden en als ik ’s ochtends mijn ogen open doe, denk ik nog regelmatig: ‘wat een heerlijk ruime kamer is dit toch’. Het ontbijten aan de bar waar dan net de zon op schijnt, is ook zo’n geluksmomentje. Het vrije uitzicht aan de voorkant. De nabijheid van open veld. Gisteravond zette ik de achterdeur open en hoorde ik krekels. Vakantiegevoel in eigen tuin, wat wil je nog meer?

Ook aan het genieten van: de leuke jongen uit de trein. We maken tijd voor elkaar, proberen elke pauze samen naar buiten te gaan. We hangen geregeld samen aan de bar, gaan veel naar het theater en besluiten soms spontaan om ergens te gaan eten.
Dat we lang niet alles samen doen, is ook genieten. Laatst was ik op een festival in Tilburg, hij op een festival in Valkenburg. Allebei een eigen leven, dat is absolute noodzaak.

Aan het lezen in: Chicago Loop van Paul Theroux. Of eigenlijk niet, want ik heb het na drie hoofdstukken opgegeven. Ik lees de meest bizarre thrillers waarin allerlei gruwelijkheden voorbij komen en dan lukt het me blijkbaar toch om iets van sympathie op te brengen voor de hoofdrolspelers. Parker Jagodo, de hoofdpersoon in Chicago Loop, stond me vanaf de eerste bladzijde zwaar tegen. De man heeft een succesvol bedrijf, is getrouwd met een fotomodel waarmee hij net een kind heeft gekregen en bewoont een riant appartement. En het is een zeikerd eerste klas. Vooral over eten. Hij vindt alles ongezond wat anderen in hun mond stoppen en laat iedereen waarmee hij aan tafel zit weten dat de dood nabij is vanwege zo veel vet, zout, suiker… En hij is zo vies van viezigheid dat hij moet overgeven als hij een haar op zijn bord ontdekt. Wat een vermoeiende vent.  

Aan het kijken naar: Broadchurch seizoen drie. Of nou ja, de leuke jongen uit de trein is zo lief om alle afleveringen op te nemen. De eerste drie hebben we achterelkaar gekeken en we gaan verder als we weer tijd hebben. Aangezien de Tour de France is gestart en behalve de etappes zelf ook de Avondetappe en Vive le Vélo gekeken moeten worden door het lief, is die tijd er voorlopig niet. Maar oh wat vind ik rechercheur Ellie Miller en inspecteur Alec Hardy heerlijke karakters. Vooral als ze elkaar gedrag weer eens totaal niet begrijpen. Het ziet er naar uit dat in dit seizoen niet alleen de volwassenen, maar ook de kinderen aardig ontsporen.
Ook begon ik aan The Newsroom met daarin een aantal fascinerende hoofdpersonen die elkaar zwaar op de zenuwen werken. Ik geloof dat aflevering vier de laatste was die ik heb gezien en toen kwam het er niet meer van.

Onder de indruk van: de theatervoorstelling Pinkpop. Prachtig hoe alle rollen naadloos in elkaar overlopen. Mooie beelden op de achtergrond en fijne muziek. Dikke pluim voor Toneelgroep Maastricht.

Eten: die supersonische oven die ik per se in de keuken wilde hebben, die staat helaas vooral mooi te wezen. Ik maakte er een dorade in klaar, een ovenschotel met witlof en een quiche. Alle drie erg goed gelukt, dat dan weer wel. We zijn de laatste tijd vooral van het ‘koud koken’.

Sporten: op 10 juni liep ik de tien kilometer tijdens Maastrichts Mooiste, bij zo’n 33 graden. Het was afzien. Daarna deed ik een paar weken helemaal niets aan sport. Tot ik het erg zonde begon te vinden van het abonnementsgeld voor de sportschool. Ook het baantjes zwemmen is weer opgepakt. Gisteren voor het eerst sinds MM weer gaan hardlopen. Het ging verbazingwekkend goed.

Waar houden jullie je dit zomerseizoen zoal mee bezig? Wat lezen jullie? Waar kijken jullie naar? En welk recept moet ik echt eens uitproberen in mijn supersonische oven?

 

 

Brief aan mijn nichtje #16

Smultocht in Meerssen. Na een eerste etappe door het bos, jij voorop op je knalroze laarzen, komen we aan bij de pauzeplek. Het is gelukkig droog (redelijk wonderbaarlijk deze dagen) en het is er goed toeven.

In een wijngaard met prachtig uitzicht nestelen we ons aan een houten picknicktafel. Jij met stukjes fruit op een stokje en een zakje snoep. Je mama en ik met een glas wijn en plakjes Italiaanse ham. Een mevrouw van ongeveer dezelfde leeftijd als jouw oma vraagt of ze bij ons mag komen zitten. “Ja, natuurlijk.”

“Wat een leuke krullen”, zegt de mevrouw tegen jou. En in één adem komt er achteraan “Mijn dochter heeft ook van die zwartjes. Twee dochters. Veel werk, dat haar.”

Ik doe mijn mond open om te protesteren tegen de term zwartjes. Maar bedenk me dan dat de mevrouw vast van haar kleinkinderen houdt en het dus niet denigrerend bedoelt. Of hoop ik dat gewoon heel hard? Ik houd in elk geval mijn mond en neem nog een slok.

De vluchtelingencrisis, etnisch profileren, toenemende ongelijkheid, mensen met een niet-Nederlandse naam die moeilijker een stageplek of baan vinden, een Brits referendum over het verlaten van de EU dat zo is neergezet dat het een referendum voor of tegen immigratie lijkt. De kranten staan er vol mee. Er wordt razendsnel een stempel op mensen geplakt. Gelukszoeker. Verkrachter. Crimineel. Terrorist. Zwartje.

Ik hoop natuurlijk dat je nooit ‘anders’ behandeld wordt, gebaseerd op je prachtige bos krullen. (Anders dan wie?) Maar als het wel zo is, hoop ik dat je stevig genoeg in je roze laarzen staat om er niet ontmoedigd of gefrustreerd door te raken.