Nostallegassie

Aangeschoten, maar alles in gedachten nog helder overziend, bedacht ik me vannacht aan de bar in onze stamkroeg dat gedane zaken geen keer nemen, wie gelooft zalig wordt, en ik een nostalgische draak ben.

Nu de bijzonder goed gesmaakte kerstdagen achter de rug zijn en de alcohol weer uit mijn bloed is, kan ik voorzichtig aan de goede voornemens beginnen. Niet meer verlangen naar wat ooit was, niet meer hopen tegen beter weten in, zou een goed voornemen kunnen zijn.

Ik was een beetje verdrietig vannacht, ondanks het goede gezelschap van de leuke jongen uit de trein. Jarenlang gingen we met een groep vrienden op stap op 26 december, stoom afblazen na alle familiekost. Ieder jaar probeer ik die traditie overeind te houden, maar sinds een jaar of vier haken er steeds meer mensen af. Gisteravond kwam niemand opdagen, vage beloftes vooraf (die misschien alleen gedaan waren om van mijn gezeur af te zijn) ten spijt.

Om mij heen wordt steeds meer belang gehecht aan huiselijkheid. In mijn ogen komt dat vaak overeen met saaiheid. Maar ik zou niet zo hard moeten oordelen. Ook van oud op nieuw zal ik mijn vrienden niet de straat op krijgen, evenmin als in het komende festivalseizoen. Daar moet ik me maar eens bij neer gaan leggen.

Ondertussen ben ik zelf een gespleten persoonlijkheid. Verlangen naar wat was, terwijl andere dingen me niet snel genoeg kunnen veranderen. Dingen die je onder huiselijkheid of saaiheid zou kunnen scharen. Zoals een groter huis, een vaste baan en een hond.

Aan iedereen, maar vooral aan mijn vrienden die ik supergraag zie: een gelukkig, gezond, gezellig en geslaagd 2015 gewenst vol verrassingen en dromen die uitkomen. Ik houd van jullie.

Koude kalkoen

Net heb ik in een opwelling op ‘Facebook account verwijderen’ geklikt. Of ik het ga redden om in de slim ingebouwde ‘afkoelperiode’ van 14 dagen weg te blijven, weet ik nog niet. Ik weet wel dat ik veel te veel tijd doorbracht op dit niet zo sociale medium. De kijk-hoe-leuk-mijn-leven-is-berichten van anderen kwamen mijn neus uit. Hoe veel foto’s van te goed gelukte maaltijden en zonovergoten vakanties kan ik nog aan? Niet veel meer volgens mij.

Maar erger nog dan de ergernis aan de blije posts en plaatjes van anderen, is dat ik me zelfs erger aan mijn eigen berichten. Want stiekem weet ik ook wel dat het mijn “vrienden” niet zo veel kan schelen dat ik het retedruk heb, dat ik van opdracht naar opdracht ren, dat ik tussendoor ook nog ‘ja’ zeg op van alles en dat mijn leven een chaos is. Ik hoorde ze al denken ‘Daar komt ze weer’ op het moment dat ik op ‘plaatsen’ duwde. Waarom ik die berichten dan toch deel met mijn Facebookende medemens? Geen idee. Hang naar aandacht misschien?

Met een tiental freelance opdrachten op mijn bord en feestdagendrukte met bijbehorende extra lange openingstijden bij mijn loondienstbaan heb ik wel wat anders te doen dan elk uur op Facebook kijken om te zien of ik nog iets heb gemist. Bloggen bijvoorbeeld 😉

Van een moment waarop ik zelf totaal niet met Facebook bezig was, verscheen een foto op Facebook.

Van een moment waarop ik zelf totaal niet met Facebook bezig was, verscheen een foto op Facebook.

Filosoferen over vriendschappen

“Heel even bestaat er misschien een soort van vriendschap tussen moeder en dochter. Tot dochter thuiskomt met een vriendje dat moeder niet ziet zitten. Dan is het meteen afgelopen.”

De leuke jongen uit de trein en ik zitten middenin het theaterseizoen van 2014. Bijna elke week gaan we naar een voorstelling en net als de afgelopen drie jaar zullen we ook deze zomer in een klein zwart gat vallen. Gelukkig beginnen dan de festivals. Gisteravond was het tijd voor de Avond van het Woord met als thema vriendschap. Hoe vriendschap ontstaat en weer ophoudt. Dat vriendschappen die een leven lang meegaan, zeldzaam zijn. Dat mannen boezemvrienden zijn en vrouwen hartsvriendinnen. Over vriendschappen tussen mannen en vrouwen, waarvan veel mensen vinden dat die onmogelijk zijn. Over vriendschappen tussen ouders en kinderen, die volgens familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt niet bestaan, omdat ouders en kinderen nooit een gelijkwaardige relatie hebben.

Over vriendschappen die alleen bestaan omdat ze nuttig zijn, deed onderzoeksjournalist Joep Dohmen een boekje open. Limburg spant de kroon waar het om dit soort vriendschappen gaat, waarmee mijn frustratie over zonder vriendjes op de juiste plekken geen baan vinden, goed onderbouwd werd. Het mooiste verhaal kwam van mijn favoriete schrijfster Lieve Joris, die door haar vele reizen vooral ‘treinvriendschappen’ onderhoudt. Mensen zijn openhartig tegen Lieve, terwijl ze samen reizen van A naar B, want misschien zien ze haar nooit meer terug.

Filosoof Paul van Tongeren haalde zijn belangrijkste leermeester op het gebied van de vriendschap aan, Aristoteles, volgens wie vriendschap gelijk staat aan wederkerige welwillendheid, oftewel de houding dat je elkaar wederzijds het beste toewenst en dat ook van elkaar weet. Ik ben gezegend met een tiental vrienden die aan die definitie voldoen. Ik ben daar ongelofelijk blij mee. En terwijl ik dit schrijf, overvallen schuldgevoelens mij vanwege al die vrienden waar ik al veel te lang niet naar geïnformeerd heb. Gelukkig kun je met echte vrienden altijd de draad weer oppakken.

 

 

Memorabele avond

Het is 18.30 uur. Misschien wat vroeg, maar toch geen heel uitzonderlijk tijdstip om een restaurant binnen te lopen. We kiezen voor een sushirestaurant. Het is er leeg en een beetje donker. De stilte is er oorverdovend. Het enige geluid komt uit het aquarium waarin verveelde vaaloranje vissen zwemmen. De pomp van het glazen gevaarte klinkt als een toilet dat na het doorspoelen is blijven lopen. Onze eerste indruk is niet bijzonder positief, maar we durven het wel aan, ondanks de goedkope tegeltjes tegen de wanden, die meer aan een shoarmatent doen denken dan aan een plek waar je verfijnde Japanse gerechten krijgt.

Van achter de toog duikt een jongetje op dat niet ouder kan zijn dan 12. Er volgt een wonderlijk gesprek, waarbij het jongetje ons nauwelijks aan durft te kijken.
“Willen jullie Chinees of Japans, want Chinees hebben we niet?”
“Haha, doe dan maar Japans.”
“Hebben jullie gereserveerd?”
Wij kijken het restaurant in en worden aangestaard door veertig lege stoelen.
“Nee we hebben niet gereserveerd, is dat erg?”

Het duurt lang voordat er een volwassene het restaurant binnen loopt, het duurt lang voordat deze meneer besluit om menukaarten te brengen, en het duurt een eeuwigheid voordat hij onze bestelling komt opnemen. Wij worden er een beetje zenuwachtig van, want we zijn onderweg naar een concert waar we geen noot van willen missen.

Het personeel blijkt gespecialiseerd in het stellen van bijzondere vragen. De meneer komt terug met een kannetje saké en vraagt aan mijn buurjongen: “Waar zal ik het neerzetten?”
Zijn gevatte antwoord: “Nou, zet het maar voor me op tafel.”

En verder gaat het grote wachten. Het duurt nog een dik half uur voor de eerste gerechtjes op tafel staan. Gerechtjes waarmee ons wachten niet echt wordt beloond. De zalmsushi druipt van het vet, tussen de sojabonen zit een haar, de futomaki vallen uit elkaar en de temaki zijn taai. Toch bestellen we nog een tweede ronde, want het concept is ‘all you can eat’ waarvoor we veel geld per persoon moeten neertellen. Bovendien moeten we een bodem leggen voordat we bij de jaren ’90 helden van dEUS uit ons dak kunnen gaan.

Bij het brengen van de tweede ronde, waar we ook weer een half uur op wachten, stoot de meneer een sojakannetje om. “Dat was niet de bedoeling”, is alles wat hij erover zegt. Het ligt bij ons allemaal op de lippen om te reageren met “Er gebeuren hier wel meer dingen die niet de bedoeling zijn!” Maar we houden ons in, goed opgevoed als we zijn.

We hadden vijf rondes mogen nuttigen, maar moeten er noodgedwongen vandoor na de tweede. Niemand vindt het erg.

Het bleef nog lang onrustig in Zwolle. En in onze magen.

2013, wat een jaar

Rijkelijk laat, maar ik had in Berlijn hele andere dingen aan mijn hoofd, zoals het vinden van de smakelijkste currywurst, de geschiedenis van de ooit gespleten Duitse hoofdstad op me in laten werken, en het nieuwe jaar verwelkomen met zo’n 700.000 feestgangers aan de voet van de Brandenburger Tor.

Mijn overzicht van 2013:

Volkomen zen

We waren er allebei nog nooit zo aan toe als het afgelopen voorjaar: vakantie. Wegens chronisch te laat met boeken, kwamen we in Torremolinos terecht in plaats van in Málaga. Per toeval aan de goede kant, zo ver mogelijk bij café Brabant en Frietje van Pietje vandaan. We deden niet veel. Ik las, ik zwom, ik keek naar de zee. De leuke jongen uit de trein kwam niet eens aan lezen toe. Hij bekeek de andere hotelgasten vanaf zijn ligstoel. We lieten ons elke avond betoveren door de weerkaatsing van het maanlicht op het water.

DSCN1510

Volkomen klote

Maar we zouden eigenlijk naar New York en Washington gaan. Dat kon, nu ik was aangenomen bij dat leuke reclamebureau in Roermond, waar het welkom warm was, met lieve briefjes en een bos bloemen. Ik mocht er helaas maar een paar maanden interviewen en verhalen schrijven. Toen vloog ik er als eerste uit. Daarna iedereen met een tijdelijk contract. Crisis? Het betekende in elk geval dat ik niet genoeg kon sparen en de reis niet doorging.

Het meest bijzonder

Op vakantie met mijn zusje en mijn nichtje. Ik was nog nooit met mijn zusje op vakantie gegaan, terwijl de vakanties met onze ouders, maar in ons eigen tentje of op een eigen hotelkamer, altijd een groot succes waren. Het ritme van de vakantie, op tijd opstaan en op tijd naar bed, zorgde ervoor dat het goed uitrusten was. Samen koken, samen winkelen, samen op de bank met een boek. Het was goed. Jammer van het tuinhekje dat ik raakte met de auto, waardoor deze vakantie veel duurder werd dan gepland.

DSCN1722

Het meest trots op

Ondanks dat we elkaar vaak niet begrijpen en ik sommige dingen heel anders zou doen, was ik in 2013 het meest trots op mijn zusje. Ze was het grootste deel van het jaar een alleenstaande mama en ze vulde die rol goed in. Mijn nichtje kwam niets tekort en is bovendien het liefste nichtje van de hele wereld.
Ik was ook trots op de leuke jongen uit de trein en op mezelf, omdat we aan het eind van 2013 een paar kilo minder inhoud hadden, dan aan het begin. De kerstdiners en de alcoholische versnaperingen in Berlijn maakten even een eind aan de dalende lijn, maar maandag begint het normale leven weer net als het beleid van ‘een beetje minder eten en een beetje meer bewegen’.

Het meest blij met

Mijn nichtje. Omdat ze ons Sassa en Tiete noemt. Omdat ze liever door de kamer danst dan cadeautjes uitpakt. Omdat zij en Sassa zo dol zijn op elkaar en ik smelt als ik zie hoe hij haar knuffelt.

Het meest dankbaar voor

Dat niemand in mijn directe omgeving ernstig ziek werd of dood ging. Dat is wel eens anders geweest.

Het is een bijzonder jaar geweest, 2013, waarin ik me vaak gezegend gevoeld heb, maar waarin ik mijn dankbaarheid veel te weinig heb uitgesproken. Nu het nieuwe jaar begonnen is, heb ik besloten op optimisme in te zetten. December is normaal gesproken mijn maand niet, maar afgelopen december was geweldig. En januari is alvast goed begonnen in Berlijn met een kus van de leuke jongen uit de trein. In 2014 ga ik eindelijk die baan vinden, of in elk geval genoeg opdrachten om met een gerust hart te kunnen stoppen met het opnemen van de telefoon. In 2014 wil ik een zo lief mogelijk lief zijn voor de leuke jongen uit de trein, een goede dochter en zus voor mijn familie, een goede vriendin voor mijn vrienden. In 2014 ga ik minder dromen en meer doen. 

Voor mezelf en voor jullie hoop ik op een jaar zonder zorgen. Dat wie je graag ziet, gezond blijft. Dat de lente uitbundig en de zomer lang en zwoel wordt. Dat de herfst knus wordt en de winter lang op zich laat wachten. Dat er rust heerst in je hoofd en liefde in je hart. Of klink ik nu te zweverig? Hoe dan ook: dat 2014 een mooi jaar mag worden waarin veel gelachen wordt.

Terugblik op een vriendschap die nooit een relatie werd

We woonden vijf jaar lang in hetzelfde studentenhuis in Tilburg. De meeste mensen om ons heen vonden dat we een relatie met elkaar moesten beginnen. Zo’n goede jongen zou ik immers nooit meer treffen. Wie zou mij nog ooit zo op handen dragen als S? Mijn ouders waren helemaal weg van hem, meer dan dat ze ooit van een jongen zijn geweest waar ik wel een relatie mee had. Het was zelfs zo erg dat er weddenschappen werden afgesloten toen we samen op vakantie gingen naar Cuba. De hamvraag voor onze vrienden was of we als koppel/stelletje/setje zouden terugkeren. Eén van zijn vrienden was serieus boos op mij (het was blijkbaar mijn schuld) toen dat niet het geval bleek. En dat was niet alleen omdat hij de weddenschap verloren had.

Om het onszelf gemakkelijk te maken, vertelden we op Cuba regelmatig dat we vriend en vriendin waren, of zelfs man en vrouw. In werkelijkheid is er nooit iets gebeurd tussen ons. Geen kus, geen innige omhelzing, niets. Ook niet als we in hetzelfde bed sliepen.

Het was één van de beste vakanties van mijn leven. In onze huurauto -een gevalletje 1.0 waarin je soms eerst een aanloop moest nemen, anders kwam je de berg niet op- reden we over het eiland. We deden soms domme dingen, zoals een bergwandeling maken bij 30 graden zonder water mee te nemen. Of een kloof afdalen met een meneer die wel onze gids wilde zijn en die het, eenmaal aangekomen op het laagste punt, nodig vond om ons te vertellen dat hij hartpatiënt was. En dan heb ik het nog niet over die lifters die de rugzak van S uit onze kofferbak jatten, waardoor we een spannend avontuur beleefden op een politiebureau in Havana.

We dronken veel mojitos samen. We genoten van prachtige vergezichten vanaf diverse bergtoppen. We lagen languit op het strand. We droomden weg met uitzicht op een prachtig meer. We kwamen op feestjes terecht waar uitbundig salsa en bachata gedanst werd en waar de mannetjes altijd zo klein waren dat hun ogen precies op mijn decolletéhoogte zaten, waar S dan hartelijk om moest lachen. We probeerden boodschappen te doen in winkels die alleen toegankelijk waren voor Cubanen, wat natuurlijk niet lukte. Het lukte ons wél om als enige vreemdelingen bij een bokswedstrijd binnen te komen. En nog gratis ook, want je kon er niet met toeristengeld betalen.

Had me in de periode 1999 – 2009 iets over S gevraagd en uit het antwoord zou een onvoorwaardelijk vertrouwen in onze eeuwige vriendschap zijn gebleken.

Het kan verkeren.

We hadden steeds minder contact. Hij is nooit bij mij thuis geweest en ik bezocht evenmin het huis waar hij na het Tijdperk Tilburg naartoe ging. Na meer dan een jaar zwijgen in alle toonaarden kreeg ik een paar weken geleden ineens een berichtje van S. Geen aanhef, geen afsluiting, maar wel een boodschap die voor hem belangrijk is. Door dit bericht besefte ik pas goed hoe ver we uit elkaar zijn gegroeid en hoe weinig we nog maar van elkaar weten. Ik blijk hem nog steeds te missen.

Sommige vriendschappen bloeden dood en daar hebben beide partijen dan vrede mee. In dit geval is het anders.

Misschien hadden onze vrienden gelijk destijds. Op een relatie die geëindigd was met een knallende breuk (stel ik me nu zo voor) had ik waarschijnlijk met een minder grote knoop in mijn maag teruggekeken dan op deze uitdovende vriendschap.

Tijdens een van onze wandelingen op Cuba

Tijdens een van onze wandelingen op Cuba

Over dingen die voorbij gaan

Vanavond zat ik met drie vriendinnen aan tafel die ik respectievelijk al 25, 21 en 10 jaar ken. We zaten in een gezellige kroeg met uitzicht op het water. We dronken koffie en aten chocolademousse. Het gesprek ging over ingrijpende veranderingen in onze eigen levens en die van dierbaren. We spraken over leuke dingen zoals nieuwe liefdes en kinderen die binnenkort ‘hallo wereld’ kunnen zeggen. Maar we spraken vooral over nare dingen zoals pijnlijke scheidingen, verkeerde keuzes, onhoudbaar struisvogelgedrag, en de afnemende gezondheid van onze ouders. Wijzelf en de mensen om ons heen staan voor ontelbare beslismomenten. Beslissingen die véél impact zullen hebben. Beslissingen waar in de meeste gevallen -ongewild maar onvermijdelijk- anderen de dupe van zullen zijn.

Een half leven geleden maakten we ons druk over welk jurkje we aan zouden trekken naar dansles. We werden boos op onze ouders, omdat we veel te vroeg thuis moesten zijn. We stresten voor onze eindexamens. We giechelden over leuke jongens. We bestelden zoete mixjes (bessen-jus, safari-jus, passoa-jus, of bij uitzondering rum-cola) en gingen daar nog harder van giechelen.

We dachten dat ons leven gecompliceerd was.
Wat waren we nog groen achter onze oren…

Proost, op de volgende 16 jaar!

Marokko 22 feb 3 mrt 030

De onvermijdelijke terugblik

Hoe ouder je wordt, hoe sneller de tijd lijkt te gaan, zegt men. Ik hoop het niet, want voor mijn gevoel begon 2012 een paar maanden geleden pas en nu is het alweer 2013. Zonde, het had best wat langer 2012 mogen blijven. Het was een goed jaar, vooral omdat bijna iedereen die me dierbaar is gezond bleef. Zo fijn!

Een hoogtepunt was de geboorte van mijn nichtje. Ik had nooit veel met baby’s, maar met dit prachtexemplaar wil ik elke dag wel knuffelen. Al blijf ik erbij dat het nóg leuker is nu ze baby-af is. Heerlijk om te zien hoe ze zelf eet (knoeiboel!) of kruipend de wereld ontdekt.

Hoogtepuntjes waren de dagen waarop de leuke jongen uit de trein en ik spontaan besloten om even ‘weg’ te gaan. Een dagje Nijmegen, een dagje Brussel. We moesten er niets en genoten met volle teugen. De beste aankopen doen we op dat soort dagen. Ik hartje de winterjas die maar 30 euro koste, inclusief 1 euro fooi.

Alle vakanties ‘in den vreemde’ waren ook een hoogtepunt. Al liep niet alles meteen van een leien dakje. Zo duurde het in Fez uren voordat we ons appartement vonden en werden we in Antwerpen op weg naar het hotel al bijna beboet voor zwartrijden. In de resterende dagen van ontdekken, cultuur snuiven en lekker eten, werd dat ruimschoots goedgemaakt. In Reykjavik ging er niets mis. Vriendin J en ik voelden ons er meteen thuis. Enige nadeel was de tijd, een paar dagen langer hadden we ook wel omgekregen.

De meeste vriendschappen werden hechter. Mijn vrienden zijn echt fantastisch. We delen ontzettend veel met elkaar, bespreken zo ongeveer alles, en steken elkaar heel vaak een hart onder de riem bij examens, sollicitaties, doktersbezoeken. We zien aan elkaars neus als het even niet zo goed gaat, maar weten elkaar er altijd van te overtuigen dat alles goed komt. We kunnen ‘nee’ zeggen als we geen zin hebben om iets af te spreken en we kunnen keihard zijn als we elkaar outfits beoordelen in de pashokjes. Ik zou geen andere vrienden willen.

Er was één vriendschap die abrupt stopte en één die ik met pijn in mijn hart heb laten verwateren na ontelbaar mislukte pogingen om iets af te spreken. Op 12 december feliciteerde ik mijn ex-beste vriend voor het eerst in 13 jaar niet met zijn verjaardag. Een paar keer aan een sms begonnen, maar die toch niet verstuurd. Het gaat om die leuke jongen waarmee ik jaren in hetzelfde studentenhuis woonde en waarmee ik hilarische avonturen beleefde op Cuba.

Na tientallen sollicitatiebrieven en even zo veel afwijzingen, kon ik in de herfst eindelijk weer fris, fruitig en vrolijk aan het werk in mijn eigen vakgebied. Het zouden nog iets meer uren mogen zijn, maar ook als het zo blijft (twee dagen teksten schrijven en drie dagen callcenter- en uitzendwerk) ben ik tevreden. Sinds september stond ik niet meer rood en dat wil ik in 2013 graag zo houden.

In 2012 baalde ik vaak van mijn gebrek aan daadkracht waar het ging om ‘dromen laten uitkomen’, maar ook om ‘het huishouden’ en ‘de boekhouding’. Die laatste twee zijn steevast activiteiten waar ik nooit zin in heb en die ik dus blijf uitstellen. Hopelijk zit daar dit jaar verbetering in. En wat die dromen betreft, ik heb zo’n gevoel dat in elk geval dat koophuis er gaat komen (laat de huizenprijzen nog maar wat verder zakken!) en misschien ook wel die reis naar China.

Ik wens iedereen een gezond, gezellig, liefdevol en avontuurlijk jaar!

Dolgelukkig in 2012

We begonnen met thee, eindigden met wijn en speelden Rummikub. En ook al is het pas november, we waagden ons toch al aan een voorzichtige terugblik op 2012.

2011 was niet ons beste jaar, dus toen het nieuwe jaar begon, proostten we op ‘Dolgelukkig in 2012’.

Om ons op dit moment dolgelukkig te noemen, is misschien wat overdreven, maar we concludeerden tevreden dat we onze doelstellingen voor dit jaar hebben gehaald. Een kwestie van de lat laag genoeg leggen. Vriendin M wilde dat haar lief een baan vond en dat haar eigen contract werd verlengd, vriendin B wilde een eigen huisje, en ik wilde op regelmatige basis in mijn eigen vakgebied werken en niet meer elke maand rood staan.

Voor 2013 hebben we de lat wat hoger gelegd. Ik wil een koophuis en een huisdier. Ik wil in plaats van ‘niet meer rood staan’ ook af en toe iets kunnen sparen, en van de dromen die ik hier noemde, wil ik er minimaal één laten uitkomen.

Gisteravond mag worden ingelijst. Ik verloor alle spelletjes, maar het was één van de gezelligste avonden van 2012. Voor 2013 wens ik vooral dat vriendschap er als een rode draad doorheen loopt.

 

Een feest voor echte vrienden en restkennissen

Het organiseren van een groot feest blijkt bijna net zo’n goede graadmeter voor het ontdekken van wie mijn echte vrienden zijn als het overlijden van mijn papa. Al roept de leuke jongen uit de trein dat ik daar geen feest voor nodig heb, dat ik zo ook wel kan raden wie echte vrienden zijn en wie voor ‘restkennissen’ door zouden moeten gaan. Ik vind zelf dat er, net als bijna tien jaar geleden, enkele verrassingen tussen zitten.

En dan heb ik het niet over de aardige jongen die mij anderhalve week geleden dumpte per sms, dat was veel meer dan een verrassing, dat was de spreekwoordelijke donderslag bij heldere hemel.

Bij de crematie van mijn vader waren er veel lieve vrienden. Mensen waarvan ik het niet verwachtte, omdat ik er op dat moment niet zo veel contact mee had, namen er een vrije dag voor en stapten -soms uren- in de auto of de trein. Er werden ontelbaar veel armen om mijn schouders geslagen, er kwamen stapels lieve kaartjes binnen. En met wie hem kende, deel ik nog regelmatig herinneringen. Bij mijn vrienden kan en mag ik ook nu nog huilen.

Een paar mensen ontbraken die dag, maar ook onder de mensen die er wél waren, zaten exemplaren die me later nooit meer vroegen hoe het met me ging, of mijn moeder het een beetje redde, of ik goed met mijn zusje kon praten, of mijn toen nog kleine broertje wel besefte wat er gebeurd was. Het onderwerp werd vakkundig vermeden of, als ik er zelf over begon, genegeerd. Niet meteen een reden om mensen af te schrijven als vriend, want ik besef heel goed hoe moeilijk het is om met iemands verdriet om te gaan. Ik had ook geen idee hoe ik met mijn toenmalige huisgenoot om moest gaan toen zijn broertje, twee maanden voor het overlijden van mijn vader, omkwam bij een auto-ongeluk. Wat uiteindelijk wel meespeelde om vrienden op mijn ‘verwaterlijstje’ te zetten, waren opmerkingen in de trant van ‘dat ik nu wel lang genoeg verdrietig was geweest’ (mijn toenmalige vriend was daar bijzonder goed in) of gejank over een verkouden konijn of een verdronken goudvis.

Op 11 augustus 2012 komt dan eindelijk dat grote feest waar ik iedereen al gek mee maak sinds ik vorig jaar mijn scriptie inleverde. En net als tien jaar geleden, blijkt ook nu: ik heb de liefste vrienden van de hele wereld. Wat een schatten!!! Ze hebben er verre reizen voor over in ellendig openbaar vervoer. Ze komen als Bob, als het echt niet anders gaat, terwijl het normaal gezien stevige drinkers zijn. Wie geen slaapplek meer heeft bij ons thuis, boekt een hotel, of haast zich naar de laatste trein. Ze gaan op zoek naar de leukste cadeaus. Ze verzetten andere afspraken om erbij te kunnen zijn. Ik voel me echt vereerd. En de vrienden die niet komen, hebben stuk voor stuk een verdomd goede reden. Dat ze in Ierland wonen bijvoorbeeld, of dat de uitnodiging voor een ander feest nog net even eerder was.

Net als na het overlijden van mijn papa, zitten ook nu de grootste aangename verrassingen onder de mensen die ik eigenlijk niet tot mijn beste vrienden rekende. Mensen die ik het geen seconde kwalijk zou nemen als ze niet zouden komen. Zij komen massaal mee feesten. Hoe lief is dat?!

Maar auw voor de ontdekking van de vergissing. Ik had gedacht dat ik er inmiddels tegen zou kunnen, maar het deed toch een beetje pijn dat er mensen waren die ik tot mijn goede vrienden rekende die niet reageerden op de uitnodiging (2 maanden voor het feest gestuurd), geen antwoord gaven op de herinnering (3 weken voor het feest gestuurd), en zelfs niets lieten weten op een laatste moment sms’je of voicemailbericht op de dag dat we in de kroeg moesten doorgeven hoe veel mensen er zouden komen. ‘Vrienden’ die de telefoon uiteindelijk opnamen, zeiden op zakelijke toon dat ons feest ze niet zo goed uitkwam en vonden het de normaalste zaak van de wereld dat ze dat nog niet hadden laten weten.

En toch. Ook tussen de mensen die niets van zich lieten horen, of een (in mijn ogen) onbenullige reden hadden om niet te komen, zitten er een paar waarmee ik het toch niet opgeef. Omdat we al zo ver terug gaan. Omdat we ooit wél lief en leed deelden. Of omdat we familie zijn.

Voor het volgende feest worden ze gewoon weer uitgenodigd.