In alle opzichten ben ik iemand die zich inzet en dan doorzet, behalve voor één ding.
Als kind oefende ik wel honderd keer per dag in de tuin op het maken van een perfecte radslag en handstand, tot het eindelijk lukte. Blauwe plekken! Verzwikte polsen! Maar zie mij staan op mijn handen.
Rennen
Rennen, dat was dus echt niet mijn ding. Maar ik liet me overhalen. En een half jaar nadat ik voor het eerst hardloopschoenen aantrok, liep ik de tien kilometer bij Maastrichts Mooiste. Daarna deed ik nog twee keer mee en elke keer was ik een beetje sneller dan de keer daarvoor. En kapot. En euforisch.
Studeren en solliciteren
Keihard geblokt voor mijn tweede studie. Ook toen ik geen studiepunten kreeg voor mijn stage de moed niet laten zakken. Ik haalde mijn diploma met enige vertraging, maar met een heleboel wijsheid op zak. Daarna zeker 300 sollicitatiebrieven gestuurd. En toen het solliciteren niets structureels bleek op te leveren, stortte ik me met volle overgave op mijn eigen bedrijf. Genoegen genomen met (te) lage uurtarieven, genetwerkt als een dolle en ja gezegd tegen opdrachten zonder te weten of ik ze wel uit kon voeren. Ik pluk er inmiddels de zoete vruchten van.
Lijmen
Kaartjes sturen, bellen, mailen. In een trein stappen naar de andere kant van het land, ook al had ik daar eigenlijk geen tijd voor. Als ruzies dreigden te ontstaan of relaties dreigden te verwateren, zette ik alles op alles. Investeren en volhouden. Met resultaat, want de meeste van mijn vriendschappen zijn oud, rotsvast en voor altijd dierbaar. Mijn vrienden zijn een open boek. En ik ben verslaafd aan boeken. (Een aantal kennissen zijn desondanks uit het vizier en daar heb ik na wat tranen vrede mee).
Lijnen
Maar als het om mijn eigen gezondheid in de vorm van mijn overgewicht gaat (BMI schommelt al jaren tussen 29 en 31) dan heb ik geen ruggengraat. Ooit heb ik eens een maand geen alcohol gedronken, maar doorgaans houd ik ‘verstandig consumeren’ niet langer dan drie dagen vol. Bied ik braaf weerstand tegen bier en bitterballen op een bedrijfsborrel, steek ik de volgende morgen gedachteloos een koekje in mijn hoofd bij de koffie. Heb ik op de vroege morgen anderhalf uur staan zwoegen met een personal trainer, vind ik dat ik bij de lunch best de pindakaas wat dikker op mijn brood mag smeren. Bedank ik vriendelijk voor het stuk taart van een collega, neem ik ’s avonds wel tiramisu als toetje. Zo blijft het sukkelen.
Tips? Iemand?